Na twee jaar soebatten heeft de gemeente De Bilt haar ideaal: integrale zorgteams. Sinds 1 november zijn drie zorgorganisaties gehouden hun klanten verpleging, verzorging én huishoudelijke hulp te bieden, elk in een ‘eigen’ deel van De Bilt.
Zorgvisie – 2010
Tot vorig jaar kwam het geregeld voor dat er op één dag vijf tot tien zorgaanbieders een Biltse straat aandeden, zonder dat zij dat van elkaar wisten, laat staan dat ze samenwerkten. Huishoudelijke hulpen van verschillende organisaties kwamen schoonmaken, verzorgenden helpen met aankleden en verpleegkundigen wonden verzorgen en prikken. Een ongewenste, klantonvriendelijke situatie, vond het gemeentebestuur. ‘De zorg was versnipperd en verkokerd en de voorzieningen stonden te ver van de mensen af, de hulp moest van buiten de wijk komen,’ zegt verantwoordelijk zorg- en welzijnswethouder Herman Mittendorff. ‘Organisaties denken meer aan zichzelf dan aan de klant, ze willen hun territorium uitbreiden, groter worden en fuseren. Als je vanuit de klant denkt, kom je tot integrale zorg: de steunkousen, het babbeltje en de boodschappen uitgevoerd door één persoon of ten minste één organisatie.’
Om samenhang in het aanbod te brengen wilde de gemeente de zorg anders organiseren en besloot in het kader van de Wmo tot een innovatieproject wonen, welzijn en zorg. In 2007 ging in twee wijken MENS van start, dat staat voor meedoen, ervaren, nieuw en samen.
Met Herman Mittendorff reconstrueren we de gang van zaken van de afgelopen twee jaar. ‘De meeste gemeenten voerden de Wmo ‘beleidsarm’ in en deden alleen wat moest. Wij zagen de Wmo als kans om zorg en welzijn opnieuw vorm te geven.’ De wethouder praatte met welzijnsstichtingen, zorgaanbieders, woningcorporaties en vrijwilligersorganisaties, om draagvlak te creëren voor verandering. Eerst gezamenlijk het probleem onderkennen, dan een gemeenschappelijke visie ontwikkelen en vervolgens mogelijke oplossingen bedenken. Dat was de bedoeling. De Bilt sluit daartoe met tien organisaties een convenant. Het ideaal waar de gemeente haar gesprekspartners van wil overtuigen is de zorg, huishoudelijke hulp en welzijnsvoorzieningen aanbieden per wijk, kleinschalig en integraal. Daarvoor zouden verschillende aanbieders moeten samenwerken in wijkteams en opereren vanuit een centrale locatie in de buurt.
Aangekomen bij de oplossing van ‘samenwerken in wijkteams’ scheidden de wegen echter al snel. Ook het vanuit een pool werken, waarbij iedere huishoudelijke hulp, verzorgende of verplegende gewoon in dienst blijft bij de eigen organisatie riep praktische bezwaren op. Mittendorff: ‘De ene zorgaanbieder zei dat zijn organisatie niet op wijkniveau is ingericht, de ander dat onmogelijk met concurrenten kon worden samengewerkt, omdat de CAO’s, bedrijfsculturen en werkprocessen verschillen, er maar één klanteigenaar kan zijn, etc.’
Aanbestedingskalender
Het integrale zorgteam komt de eerste jaren van MENS niet van de grond. Maar het opzetten van een wijkservicecentrum lukt wel. In de twee pilotwijken komt een Helpdesk waar wijkbewoners hun zorgvraag voor kunnen leggen en een Adviseur wonen, welzijn en zorg (wwz) om complexere vragen te koppelen aan de juiste aanbieder. Het als innovatieproject bedoelde MENS krijgt in april 2009 een herkansing, volgens projectleider Dorine Winkels vooral vanwege de bevlogenheid van wethouder Mittendorff. ‘Hij hield als een terriër vast aan integrale wijkteams.’ De Biltse gemeenteraad verlengt het project tot 2011.
Belangrijker is echter dat zich een mogelijkheid voordoet om de gedroomde integrale teams toch te realiseren. Thuiszorgorganisatie Vitras (dan nog onderdeel van het inmiddels failliete Meavita en een van de samenwerkingspartners in MENS) lijdt verlies en stopt met het aanbieden van huishoudelijke hulp. Hierdoor ontstaat ruimte voor nieuwe aanbieders in De Bilt. Gemeenten zijn wettelijk verplicht hulp in de huishouding (Europees) aan te besteden. B & W onderzoekt de mogelijkheid de aanbesteding onderhands te doen, dat wil zeggen aanbieders uit de regio uitnodigen een offerte in te dienen. Dat blijkt te kunnen. Bij hulp in de huishouding worden zogenoemde A en B-diensten onderscheiden. De eerste, alleen huishoudelijke taken, moeten gemeenten aanbesteden. B-diensten, waar ook zorg en maatschappelijke diensten onder vallen, niet (zie ook Zorgvisie, 19 februari 2009). ‘Omdat het in De Bilt voor ruim 80% gaat om B-diensten konden we Zorg in Natura onderhands aanbesteden. Huishoudelijk hulp is een vak, de hulpen praten en signaleren ook,’ aldus wethouder Mittendorff.
De gemeente meldde Brussel op de (digitale) aanbestedingskalender dat ze niet Europees ging aanbesteden, maar dat onderhands ging doen. Daar kan bezwaar tegen worden gemaakt, bijvoorbeeld door zorgorganisaties van buiten de regio, maar dat gebeurde niet. Mittendorff: ‘Geen enkele zorgaanbieder diende bij ons bezwaar in. Toen konden we zaken gaan doen op de manier die wij wilden en integrale wijkteams als voorwaarde opnemen in het bestek.’ Dat betekende dat alleen (thuis)zorgorganisaties in aanmerking kwamen die zowel huishoudelijke hulp als AWBZ-zorg kunnen leveren.
De gemeente deelde De Bilt in vier percelen in en vroeg zorgaanbieders een offerte voor één van die percelen in te dienen Mittendorff: ‘Er waren vijf, zes organisaties die graag wilden. We hebben de drie clubs uitgekozen die het meest aan de eisen voldoen: Cordaan, Beeuwkes en De Bilthuysen. Met hen, zogenoemde preferente zorgaanbieders, hebben we prijsafspraken gemaakt en een overeenkomst afgesloten voor vier jaar. Er is geen onderscheid meer tussen A- en B-diensten. We bieden één tarief voor Zorg in Natura, namelijk € 25,50 per uur.’
Keuzevrijheid
Als de drie gelukkigen, na afloop van de oude contracten, op 1 november in de hen gegunde wijken beginnen, werken daar geen huishoudelijke hulpen van andere organisaties meer, wel verzorgenden en verpleegkundigen van andere AWBZ-zorgaanbieders. De gemeente heeft immers geen instrument ook de AWBZ-zorg te sturen.
Harm Hoekstra, directeur van De Bilthuysen, vindt concurrentie rond AWBZ-zorg geen punt. ‘Klanten hebben keuzevrijheid en die moet blijven,’ vindt hij. De Bilthuysen is van huis uit een woon/zorg/dienstverlener voor ouderen, maar biedt sinds enkele jaren ook thuiszorg, waaronder huishoudelijke hulp. Hoekstra is vanaf het begin betrokken bij MENS en bereid om zijn organisatie aan te passen aan de nieuwe eisen. ‘Wij zijn een lokale organisatie, met woon- en zorgcentra, een verpleeghuis en diensten in een aantal wijken, waaronder thuiszorg. We bieden dus een hele zorgketen en hebben klanten over de hele gemeente verspreid. Nu we integrale wijkzorg gaan leveren, trekt De Bilthuysen zich terug uit wijken waar we alleen AWBZ-zorg boden.’
Dat verlies neemt hij, om de gekoppelde AWBZ- en Wmo-zorg in ‘zijn perceel’ verder te ontwikkelen. Harm Hoekstra: ‘We hebben een goed tarief van de gemeente gekregen, maar moeten er ook een ander product voor leveren: integrale thuiszorg en de coördinatie daarvan. Behalve het leveren van diensten, verwachten we van ons team betrokkenheid bij wat men in de wijk aantreft. Als je bij een klant komt en je ziet bij de buren verwaarlozing (vuilnis in de tuin, gordijnen nooit open), dan moet je een signaal afgeven.’
Vanuit het integrale team wordt ook specialistische zorg aan mensen met een verstandelijke handicap verleend, geleverd door een andere samenwerkingspartner van MENS. De Bilthuysen wil het aanbod in ‘hun’ wijk al werkende uitbreiden.
Toekomst
Het uiteindelijke succes is volgens projectleider Dorine Winkels vooral te danken aan het feit dat MENS met bestaande organisaties, situaties en middelen heeft gewerkt, en dat laag voor laag draagvlak is gezocht voor dat ene doel: de integrale wijkteams.
Die zijn er nu, maar de convenantpartners van MENS blijven bij elkaar komen. Er kan namelijk nog veel meer worden verbeterd. Zo wil men 24-uurs zorg ín de wijken organiseren, ook gedurende het weekend. Bovendien moet er een wijkrestaurant in elk wijkservicecentrum komen, wil MENS spreekuren van het gemeentelijk Wmo Loket naar de wijken halen en het mogelijk maken dat zowel bewoners die hulpbehoevend worden als hun mantelzorger(s) passende woningen krijgen binnen hun wijk.
Een andere vernieuwing is om behalve professionals, ook werknemers van de sociale werkvoorziening, scholieren die een maatschappelijke stage moeten doen en reïntegratiekandidaten in de wijk diensten te laten verrichten.
De plannen zijn er, de realisering is ter hand genomen. ‘Maar eerst zorgen dat de integrale wijkteams lopen,’ zegt wethouder Mittendorff. ‘De basisinfrastructuur ligt er nu, vanaf hier bouwen we verder.’