In de krant het bericht dat David Isarin een einde aan zijn leven heeft gemaakt. In het Amsterdamse Bos. Ik ben verbijsterd. Vroeger zag ik hem vaak op de camping: een lief klein blond ventje. Maar niet iedereen was kennelijk zo vertederd. David had verschillende handicaps. Hij was autistisch en slechthorend en had een hazenlip. Daarmee is hij zijn hele leven gepest. Op school en op straat. David was vijftien.
Zijn moeder, filosofe Jet Isarin, heeft, naast zorgen voor hem en zijn zus, veel geschreven over het leven van en met gehandicapte kinderen. In 2002 promoveerde ze op het onderwerp ‘moederschap zonder model’. Haar dissertatie verscheen als boek onder de titel De eigen ander. Moeders, deskundigen en gehandicapte kinderen. Later kwam een populaire versie uit: Kind als geen ander. Ze deed ook verschillende onderzoeken naar de ervaringen van dove en slechthorende kinderen (Hoor hen en Zo hoort het), richtte een stichting op die activiteiten voor hen organiseert, doet aan gehandicaptenstudies (zie www-gehandicaptenstudies.nl), etc. Alle aandacht en de zoektocht naar goede hulp en begeleiding van haar kind, heeft hem niet kunnen redden.
David Isarin kon zijn Goliath niet verslaan, zijn kwelgeesten doodden hém. Ongehoord.