Meest indrukwekkend aan de Vrijheidslezing door de Oegandese vrijheidsstrijder voor homorechten Frank Mugisha, in De Balie op 26 maart 2013, is zijn moed en diepe geloof. Hij is het Christendom even toegewijd als de homozaak, ondanks de ‘aanstichtelijke’ en leidende rol die priesters en missionarissen spelen in de ongenadige homofobie in Oeganda. ‘Ik bid veel,’ zegt hij. ‘Mijn geloof is een zaak tussen God en mij.’ De kleine directeur van mensenrechtenorganisatie SMUG (Sexual Minorities Uganda) lijkt zich innerlijk te hebben bevrijd en boven het aanhoudende geweld tegen homo’s en lesbiennes in zijn land te staan. De hatemails, arrestaties, de uitsluiting, stereotypering en dodenlijsten in de krant. Het is niet dat Oegandezen ‘slecht’ zijn, zegt hij, ‘ze zijn vanaf hun vroegste jeugd geïndoctrineerd’. Hij blijft zijn landgenoten geduldig uitleggen dat homo’s geen kinderlokkers zijn en dat een kus tussen twee mensen van hetzelfde geslacht geen terroristische daad is. En als de politie een Gay Pride-viering uit elkaar slaat en homoseksuele vrouwen en mannen arresteert? Dan verplaatst de manifestatie zich toch naar het politiebureau! Mugisha kiest voor diplomatie en samenwerking, zelfs met ‘de vijand’.
Zijn voorganger bij SMUG, David Kato, werd in 2011 vermoord. De daders zitten vast, maar hun motieven zijn nog altijd niet bekend. Mugisha kent wel angst (‘Als ik buikpijn heb, denk ik “Zou iemand mij hebben vergiftigd?”), maar heeft geen tijd er lang bij stil te staan. Zijn organisatie hoopt genoeg tegenkrachten te mobiliseren om te voorkomen dat anti-homowetten uit 2009 en 2012 van kracht worden. Die wetten verbieden ‘homopropaganda’, criminaliseren ‘homoseksuele daden’ (homo’s/lesbiennes kunnen er zelfs de doodstraf voor krijgen) én professionals als artsen en leerkrachten, wanneer zij homo’s die hen in vertrouwen nemen niet aangeven.
Frank Mugisha vraagt internationale politieke en financiële steun. Erkenning heeft hij al: op 22 maart werd hem een eredoctoraat uitgereikt aan de Universiteit van Gent.