Ze wil niet ‘beschimmelen en verschrompelen’, maar kunst maken ‘in vrijheid’, aldus Debora Duyvis in een brief aan haar vader. Een boek en expositie ontsluiten haar oeuvre.
Na het overlijden van hun oude moeder, ontdekken de dochters Duyvis in haar nalatenschap een geheimzinnige kast. Die zit vol tekeningen, schetsboeken, brieven, gereedschap en persoonlijke spullen. Het blijkt de, ooit voor ordening bewaarde, erfenis te zijn van kunstenaar en oudtante Debora, tante van hun vader, ook een Duyvis. Debora Duyvis (1886-1974) was een bescheiden en zeer gewaardeerd burijngraveur en houtskoolkunstenaar. Kenmerkend was ook haar onafhankelijk- en eigenzinnigheid. Zo reisde ze vaak en veel rond in Europa en bleef haar leven lang ‘mejuffrouw’. Om recht te doen aan ‘Tante Debora’, vragen de erven kunsthistoricus Jaap Versteegh haar werk en leven te documenteren. Dankzij hun inspanningen en gesteund door een enkele financier is een prachtig uitgegeven monografie verschenen, Leven in lijnen van Jaap Versteegh, en een gelijknamige tentoonstelling ingericht in Stadsmuseum Woerden.
Leven in lijnen, met een biografie en een catalogus van haar gehele oeuvre, biedt inzicht in de keuzes die Debora Duyvis in haar persoonlijk leven en professioneel maakt. Ze groeit op in een liefdevol gezin, dat eerst in de Amsterdamse grachtengordel woont, later in Amsterdam Zuid. Haar vader is zakenman en bemiddeld. Debora kan zich, zonder geldzorgen, vrij ontplooien. Dat doet ze dan ook, als kunstenaar en als mens. Als 25-jarige schrijft ze zich in voor de Rijksacademie van beeldende kunsten zonder overleg met haar ouders, die de dure opleiding betalen. Debora bekwaamt zich in het ambachtelijke burijn graveren, waar veel techniek en kracht voor nodig is. Biograaf Versteegh omschrijft haar als ‘grafica’, uit haar brieven is op te maken dat Duyvis zichzelf liever ‘graveur’ noemt.
Na haar studie verblijft ze grote delen van het jaar in Frankrijk, Spanje of Italië; ze spreekt verschillende talen. Thuis in haar atelier aan de Amsterdamse Herengracht werkt ze de Mediterrane dorpsgezichten, markten en mensen die ze daar schetst, uit in gravures. Het eervolle verzoek van de Rijksacademie haar oude leermeester, professor Aarts, op te volgen, legt Duyvis naast zich neer. In een brief aan haar vader schrijft ze dat ze in zo’n functie zou ‘beschimmelen en verschrompelen’. Haar werk moet zich ‘in vrijheid’ kunnen ontwikkelen.
Voor de buitenwereld is Debora haar hele leven vrijgezel. Vriendinnen en familie weten niet dat ze vanaf 1926 een liefdesrelatie heeft met kunstenaar Richard (Rik) Roland Holst, de echtgenoot van dichteres Henriëtte Roland Holst. Ze hangt dat niet aan de grote klok, de biograaf vermoedt omdat ze niet ‘de vrouw van’ iemand wil zijn, laat staan van een bekend iemand. Omdat Debora haar reis- en werkzame leven gewoon vervolgt, schrijven de geliefden elkaar veel. Een deel van deze brieven is bewaard gebleven en in Leven in lijnen gedocumenteerd, zodat de lezer een indruk krijgt van de toon en tederheid tussen beide. Na de dood van Rik Roland Holst in 1938 is Duyvis zijn artistiek executeur testamentair.
Debora Duyvis’ werk is regelmatig geëxposeerd, in Amsterdam en daarbuiten, zowel vóór als na de oorlog, en vrijwel zonder uitzondering lovend besproken. Behalve gravures en houtkoolschetsen maakt ze ex librissen, mooi getekende nieuwjaarswensen en prenten, onder andere een herdenkingsprent van koningin Wilhelmina 1898-1948.
Politiek gezien is Duyvis uitgesproken liberaal, én principieel. In de Tweede Wereldoorlog weigert ze lid te worden van de Cultuurkamer. Als de Federatie van Kunstenaarsverenigingen het na de oorlog volgens haar niet nauw genoeg neemt met de toelating tot een branchevereniging van alleen kunstenaars die over bewezen vakmanschap beschikken, keert ze zich af van de georganiseerde kunstenaarswereld. Maar voordat ze dat doet, laat zij in brieven duidelijk weten hoe ze erover denkt. Fijn in haar technieken, rechtlijnig in haar denken.
Het boek Leven in lijnen is te bestellen op info@deboragduyvis.nl en kost €21,95 plus verzendkosten. De gelijknamige tentoonstelling in www.stadsmuseumwoerden.nl is tot 7 december 2014.