‘De kinderen Dreesmann verkochten het bedrijf van hun vader, incasseerden hun miljoenen en V&D gaat kapot,’ luidt de diagnose. Kan allemaal in het aandeelhouderskapitalisme.
Mickey Huibregtsen (75) ziet die eenzijdige oriëntatie op aandeelhouders graag anders. ‘’Ik’ moet weer ‘wij’ worden. De maatschappij, dat zijn wij.’
Oud-topman en sportbestuurder Mickey Huibregtsen zet zich al jaren in voor de Publieke Zaak. Hij is zijn hele leven al een actieveling geweest. Mogelijk gaf onmaatschappelijk gedrag dat hij gedurende z’n werkzame leven als consultant bij onder andere McKinsey bij klanten aantrof, hem extra motivatie? Feit is dat hij tijdens een inspirerend event over participatie van De Bovenverdieping op 5 februari een gloedvol pleidooi houdt voor sociale verandering. Burgers zijn naar zijn mening teveel consument, zij komen op voor hun rechten en vergeten hun plichten. Ondernemingen richten zich eenzijdig op de belangen van aandeelhouders, politieke partijen hebben geen legitimiteit meer, instituties zijn te log en de overheid werkt teveel topdown. Niet meer van deze tijd. ‘Het kan veel beter,’ aldus Mikey Huibregtsen.
Publieke Zaak
Burgers moeten opstaan, vindt hij, zich verantwoordelijk voelen voor het geheel. ‘Kijk naar de VS, waar men niets van overheidsinterventie moet hebben. Als daar een boom op de weg valt, zagen mensen die in stukken, verdelen het hout en vervolgen hun weg. In Nederland wijzen we naar de overheid als er iets mis gaat.’ In zijn MaatschapWij doen mensen meer zelf. Zij houden rekening met elkaar, doen iets voor een ander en werken samen. De norm zou moeten zijn dat je pas Iets of Iemand bent als je iets voor een ander betekent. Huibregtsen: ‘Er zíjn voor de medemens, daar gaat het om. Het voelt ook beter te geven dan te nemen.’
Datzelfde geldt voor bedrijven. ‘Ze hebben de ambachtsscholen opgeheven, de overheid moest voor vakopleidingen zorgen. Nee dus, dat moeten bedrijven zelf doen.’ Ondernemers moeten de klant weer koning maken, in plaats van de shareholder. En zich, net als burgers, inzetten voor de maatschappij. ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen is niet genoeg, het moet actiever,’ aldus Huibregtsen. Voor de overheid is vooral een taak van faciliteren en inspireren weggelegd. Een kleine overheid volstaat: ‘Zeven departementen is genoeg’.
Samen met Pieter Winsemius richtte hij De Publieke Zaak op, ‘een menselijke milieubeweging’. Grote sportbonden doen mee en ondernemingen als Ahold, Friesland Campina en de NS. Er komt een website en een Nationale Doetank, zegt Huibregtsen. ‘We willen wij´tjes zien!’
Het lijkt of je Pim Fortuyn, Jan Peter Balkenende en Máxima tegelijk hoort praten. De verweesde burger, het Fatsoen moet je doen en het naar elkaar omkijken: het zit allemaal in het verhaal van Huibregtsen. De eerlijke drive en het perspectief dat hij bijvoorbeeld schetst van maatschappelijk opererende bedrijven: het blijft wervend. Veel van wat Huibregtsen (en Winsemius) voorstelt is al in gang gezet. De verzorgingsstaat is, met een tussenstap van De zorgzame samenleving, vervangen door de participatiesamenleving. We hebben Nederland Doet, Coalitie Erbij, Eén land, één samenleving, vrijwilligers die het werk van (betaalde) professionals overnemen, maatschappelijke initiatieven van burgers en bedrijven en nog veel meer. Elke stem voor een socialer Nederland is er één. Die van een man met een netwerk als Mickey Huibregtsen, telt misschien wel dubbel. Het zou mooi zijn wanneer álle topmensen ethisch handelen en waarden uitdragen als gemeenschapszin, het liefst tijdens hun loopbaan.