Werkloosheid maakt een groot aantal mensen depressief en dus is werk een goed medicijn, betoogt Rotterdams hoogleraar Lex Burdorf tijdens een bijeenkomst over Armoede en zorg in Pakhuis de Zwijger Amsterdam. Hij doet veel onderzoek naar sociaaleconomische gezondheidsverschillen en komt met opzienbarende cijfers. Zo is de levensverwachting van een hoogopgeleide man 81, van een laagopgeleide man 75. Gaat het om een gezonde levensverwachting, d.w.z. de tijd zonder grote gezondheidsproblemen, groeit het verschil tussen de twee mannen tot 19 jaar. Voor de hand liggende resultaten zijn dat zwaar werk tot gezondheidsproblemen en vroegtijdig uitvallen leidt en dat mensen met werk zich gezonder voelen dan mensen zonder werk. Dat vrouwen, werkzoekenden/werknemers met een migrantenachtergrond (van hun ouders) en mensen met een beperking extra benadeeld zijn, is ook bekend. Zij ondervinden discriminatie op de arbeidsmarkt en zijn in groten getale werkloos; beide factoren hebben niet alleen gevolgen voor hun financiële bestaanszekerheid, ook voor hun (ervaren) gezondheid.
Lex Burdorf vraagt echter aandacht voor een andere groep: de 50+’er. ‘Houdt hen aan het werk,’ betoogt hij, want ‘als ze er eenmaal uit vliegen, komen ze nooit meer aan de slag’. Hij durft te stellen dat de overheid met het huidige AOW-beleid, met verschuivende pensioneringsleeftijden, gezondheidsverschillen bevordert. Mensen (hij bleek mannen te bedoelen) die een baan hebben, kachelen wel door tot hun 66ste of 67ste, zegt hij, maar het duurt dus langer tot er vacatures vrijkomen. Hij pleit voor een duurzaamheidstempel voor bedrijven en instellingen waar werknemers prettig doorwerkend en gezond hun pensioen halen.
Werk is een goed of misschien wel het beste medicijn. Maar dat moet dan wel beschikbaar zijn. Voor de Have Nots is een multidisciplinaire aanpak geboden. Volgens Lex Burdorf zijn sociale cohesie in de wijk, armoede en werk bepalend voor iemands positie en kansen, dus zijn interventies nodig op alle drie terreinen tegelijk. Diensten en organisaties op het gebied van zorg, arbeidsmarkt en sociale problematiek moeten samenwerken. ‘Ontschotten dus,’ meent de hoogleraar want ze werken nu onvoldoende geïntegreerd.