Opinionleaders poneren dat de Europese Unie als project strandt, de democratie implodeert en moreel leiderschap in Nederland ontbreekt; er zijn terroristische aanslagen, populisme en fundamentalisme, een mogelijke Brexit en een vluchtelingencrisis. Wilders’ PVV wordt misschien de grootste partij in Nederland, Marine le Pen en Donald Trump president. Dat er tegenover alle ellende, doemdenken en fatalisme een song als Happy van Pharrell Williams is en mensen selfies nemen waar alleen maar gelukkige gezichten op staan, is een wonder. Er zijn tegenwoordig zelfs geluksexpedities, geluksexperts en geluksinvesteringen, en heus een ‘gelukseconomie’. Is het gek dat er met zoveel (gevonden) geluk ook gelukszoekers naar hier komen? En trouwens, wij waren ooit zelf gelukzoekers, je weet wel, wij van die VOC-mentaliteit. Maar daar wil ik het helemaal niet over hebben.
Als regelmatig bezoeker van bijeenkomsten van en voor stadmakers, burgerinitiatieven, zorgcoöperaties en andere doe-het-zelvers, valt mij op hoeveel tomeloze Yes we can! energie zij uitstralen. Geen rokerige zaaltjes en vermoeid geklaag, maar frisse start-ups. Al dat Engels is best modieus en met een ruilwinkel of pop-up lab hebben ze echt het wiel niet uitgevonden. Maar stadmakers (waarom moet eigenlijk alleen de stad duurzame, inclusieve ruimte worden en niet het dorp?) geven het nodige tegengas aan ondergang scenario’s. Hun zelfverzekerheid en vertrouwen in de maakbaarheid van heden & toekomst, laat zien dat (verdienstelijke) ouddenkers als Tom-Jan Meeus en Bas Heijne maar één kant van het verhaal vertellen. Namelijk dat de mensen aan het stuur er vaak een puinhoop van maken, machteloze crisispolitiek bedrijven en hen dat tot wanhoop drijft.
Eettenten waar je een maaltijd krijgt voorgeschoteld van waste food dat supermarkt of groothandel anders hadden weggegooid: fantastisch. Een afhaalpunt waar je voor koffie betaalt wat je die waard vindt, is prima, omdat product en prijs volkomen van elkaar zijn losgezongen (niet alleen voor hipster caffees trouwens). Verticale moestuinen, vegetarische zonnepanelen en kasten met gratis boeken in de buurt: heel goed. Maar hoe zorgen we dat al die zogenoemde bottom-up initiatieven mainstream worden en tot systeemveranderingen leiden? Zodat we de overheid en economie niet of nauwelijks meer nodig hebben omdat we alles zelf kunnen en doen. Hernieuwbare energie gebruiken is voor velen allang het nieuwe normaal geworden, maar in Nederland wordt toch nog 94,5% van de energie op de oude vervuilende/belastende manier opgewekt. Plastic afval zamelen we apart in, maar nieuw plastic maken uit olie is nog goedkoper. Betalen naar vermogen en waarde is leuk, maar huren, medicijnkosten en vele diensten en voorzieningen worden alleen maar hoger en duurder. Airbnb en Über laten zien hoe het kan: door delen en hergebruik een alternatieve economie vormen. Beide diensten werden in korte tijd mainstream, maar al even snel business as usual in de (zwarte) markteconomie. Dat vertegenwoordigers van de gevestigde orde, zoals Herman Wijffels en Neelie Kroes, zich op latere leeftijd committeren aan transitie en transformatiedoelen, maakt evenmin zomer.
Belangrijk is bovendien dat de vruchten van initiatieven van onderop aan velen ten goede komen, niet alleen de voortrekkers ervan, de creatieve klasse. Goede voorbeelden zijn buurtmoestuinen die levert aan de plaatselijke voedselbank en Buurtgezinnen, een initiatief dat overbelaste ‘vraagouders’ matcht met vrijwillige ‘steunouders’ in de buurt.
Konden we de circulaire economie maar aan de praat krijgen en houden met de enthousiasmerende energie van doe-het-zelvers. Dan zouden veel mensen daar op overstappen. Als we geluk hebben.