Voor herstel van persoonlijke ontwrichting is vrije ruimte nodig, zonder tijdsdruk of te behalen doelen. Is er perspectief na herstel?
Soms ligt een inzicht zo voor de hand dat je je afvraagt waarom we er als samenleving niet eerder opkwamen. Zo’n inzicht is bijvoorbeeld dat je gezond kunt zijn met een chronische ziekte. Gaat het om ernstige psychische problematiek dan kun je stellen dat iemand een aandoening heeft, niet die aandoening ís. Dit zorgt voor een ander perspectief. Zwart/wit gezegd werd de patiënt/cliënt in de traditionele geestelijke gezondheidszorg afhankelijk gemaakt van professionals, hospitaliseerde bij opname en leed rol- en regieverlies. Zij/hij zou nooit kunnen werken. Daartegenover stelden patiënten, later cliënten en nu ervaringsdeskundigen een omslag voor van aanbod- naar vraaggerichte hulp en hebben deze ook deels zelf ontwikkeld en vormgegeven. Zij proberen in zelfregiecentra en herstelcentra hun kracht en zelfvertrouwen terug te vinden en hun ontwrichte leven op de rails te krijgen. Naar voorbeeld van de Engelse Recovery Colleges, zijn er in Nederland nu ook verschillende herstelacademies.
Voor herstel is vrije ruimte nodig, stellen voortrekkers van de beweging. Dat betekent herstellen zonder tijdsdruk, oordeel van anderen of eindtermen. Herstellen in vrije ruimte doe je zonder van tevoren vast te stellen welke resultaten je wanneer moet hebben behaald. Herstellen is geen interventie.
Dilemma
Behalve inloop, ontmoeting, herstel en empowerment, hebben herstelacademies echter ook een educatieve functie. Mensen kunnen er trainingen en opleidingen tot ervaringswerker volgen. Met educatieve programma’s sorteren herstelacademies voor op ontwikkeling en, in sociale zekerheidsjargon, op uit- en doorstroom. Dat plaatst voorvechters en verdedigers van de vrije ruimte voor een dilemma. Herstelacademies willen geen re-integratiebureaus zijn, die, al dan niet in ruil voor erkenning en financiering door de overheid, ervaringswerkers voor de arbeidsmarkt moeten afleveren. Dat zou afbreuk doen aan de vrijheid en ruimte die cliënten nodig hebben om hun kracht te hervinden. In een herstelacademie moet je tien jaar mogen blijven hangen, stelde een deelnemer op het Congres Herstelacademies begin oktober 2016 in de Utrechtse Jaarbeurs. Aan de andere kant zoeken cliënten en herstelgroepen aansluiting bij de reguliere Ggz en de systeemwereld. Men wil dat de Ggz mee verandert, dat cliënten naast ondersteuning door ervaringswerkers ook een beroep kunnen doen op aanvullende, vraaggericht werkende professionele hulpverleners, etc.
Herstelbeweging en ervaringsdeskundigen boekten successen in de systeemwereld. Er zijn erkende opleidingen voor ervaringswerkers gekomen, op mbo- en hbo-niveau. Ervaringsdeskundigen en ervaringswerkers vinden stageplekken en betaalde banen in de reguliere Ggz en tegenwoordig ook in wijkteams. Anders dan vroeger zeggen artsen nu dat werken ook voor kwetsbare mensen het beste medicijn is. Betaald en vrijwilligerswerk kunnen bijdragen aan verder herstel en zelfontplooiing en vormen een belangrijke bron voor waardering en erkenning van hun talenten.
Werk
Maatschappelijke en arbeidsparticipatie is niet iets dat mensen met ernstige psychische klachten alleen van buitenaf wordt opgelegd. Veel cliënten, ervaringsdeskundigen of hoe men zichzelf ook definieert, willen zelf graag aan het werk, zo nodig met aanpassingen. Meer dan de helft van de mensen met ernstige psychische aandoeningen heeft een arbeidswens, hun arbeidsparticipatie ligt echter maar rond de 15%. Dus zijn extra banen nodig. Overheid, ondernemers en vakbeweging sloten in 2013 een sociaal akkoord over 125.000 banen voor mensen met een psychische, lichamelijke of verstandelijke beperking. Initiatieven als De Normaalste Zaak en Werkgevers gaan Inclusief maken de geesten aan werkgeverszijde rijp voor ‘collega’s met karakter’, zoals www.collegasmetkarakter.nl medewerkers met psychische problematiek noemt. Het UWV gaat miljoenen besteden aan Individuele Plaatsing en Steun-trajecten, om werkzoekenden met (voorheen) psychische problematiek te ondersteunen een baan te vinden én te houden. Deze ontwikkelingen laten zien dat de samenleving reageert op eisen en wensen vanuit cliëntenbewegingen. De uitvoering van de Participatiewet kan beter en verplichtingen als een tegenprestatie voor je uitkering kunnen vervelend zijn. Maar dat (ex-)Ggz-cliënten recht op werk hebben, is gewonnen op het verleden, waarin de maatschappij hen van arbeidsdeelname uitsloot. Dat kwetsbare mensen niet zouden kunnen werken, is vooral een vooroordeel gebleken.
Daarom gloort na de vrije ruimte en herstel het perspectief van doorontwikkeling, maatschappelijke en, naar vermogen, arbeidsparticipatie. Een halfleeg glas is tenslotte halfvol.