in Zorg+Welzijn, febr 2018
Boze tongen in Weert beweren dat in het zelfregiecentrum aldaar “werkweigeraars en verslaafden” komen. De overbuurman wil niet op het “uitschot” uitkijken. Daarom staat op de oprijlaan van het centrum vaak een scherm, waarachter bezoekers een sigaretje roken of kletsen. Vrijwilligers sjouwen met oud ijzer ‘voor Roemenië’ of met kleding die is gebracht ‘voor het winkeltje’. In het zelfregiecentrum kun je koffiedrinken, de handen uit de mouwen steken, informatie halen of een cursus volgen. Dagelijks maken tientallen mensen gebruik van de inloop. Zwaar getatoeëerde vrouwen en mannen, jongeren en ouderen, vluchtelingen, deftige dames, uitbundige en in zichzelf gekeerde gasten. Zij denken heel anders over hun centrum dan sommige van hun stadgenoten. Zoals Henk (57) die er begon als bezoeker en nu vrijwilliger is. ‘Ik was een stoere bouwvakker, die normaal niet in de ggz terechtkomt.’ Maar Henk, afgekeurd voor z’n werk en een fors lager inkomen, dus wel. Hij viel in een zwart gat en bezocht een psychiater. ‘Ik kon niets met adviezen als “Je moet positiever tegen dingen aankijken”. Eigenlijk zag ik het leven niet meer zitten.’ Tot iemand hem op het zelfregiecentrum wees. Daar konden ze goed een klusjesman gebruiken. Henk ging erheen met z’n gereedschapskist en is er sindsdien iedere dag. ‘In het begin sloeg ik spijkers recht, nu heb ik een mooie werkplaats achterin de loods die bij het centrum hoort. Het zelfregiecentrum gaat om 09:00u open, maar ik ben er al om 08:05u.’ Hij is blij iets om handen te hebben. ‘Ik kan weer mensen blij maken en wou dat ik er twee jaar eerder achter was gekomen dat dit bestond.’
Bezoekers die vaker komen, kennen de (ongeschreven) regel dat je niet steeds anderen voor je laat rennen. Je zet ook zelf eens koffie, wast af of warmt een blik soep op voor de hele groep. Niet alleen de vijf betaalde medewerkers en vrijwilligers bieden een luisterend oor, dat doen bezoekers ook onder elkaar.
Jozé-zorg
Henks ode tekent de waarde die een dergelijke multifunctionele voorziening voor mensen persoonlijk kan hebben. Zelfregiecentrum Weert, in 2013 gestart door Jozé Moonen, ervaringsdeskundige seksueel misbruik, verslaving en schuldenproblematiek en opgeleid als sociaalpedagogisch hulpverlener, wil ook een alternatief zijn voor reguliere zorg. Door laagdrempelige inloop, gasten die aansluiting vinden bij anderen en verleid worden tot betekenisvolle activiteiten proberen de medewerkers van het zelfregiecentrum crisisopnames in de verslavingszorg, ggz of maatschappelijke opvang te voorkomen.
Mensen die vastliepen in de ggz of zwaar verslaafd waren, komen hier tot hun recht, of zelfs tot bloei. Neem John, op z’n twaalfde aan de wiet en als zeventienjarige uit huis. ‘Ik kom uit een boerendorp, dat matcht niet met drugs.’ Hij was tien jaar dakloos, had een hoofd vol chaos en versleet veel hulpverleners. Hun hulp kwam echter niet binnen. ‘In de reguliere zorg moet je eerst formulieren invullen voordat ze met je in gesprek gaan,’ zegt John. ‘Jozé Moonen was anders. Zij praatte gewoon als mens met me, niet van achter een bureau maar op straat. Jozé gaf me handvatten waarmee ik een andere weg insloeg, net voordat ik mezelf tussen zes planken had gesnoven. Jozé-zorg is langs iemand staan, jezelf opbouwen komt van binnenuit.’
Jozé Moonen noemt dat naast iemand gaan staan het begin van ‘meegaan in herstelprocessen’. ‘Je gaat een gelijkwaardige relatie aan en laat mensen voelen dat zij er toe doen. Tijdens het luisteren zoek je een haakje van verbinding. Is er contact, dan kun je dat verstevigen.’ Ze geeft een voorbeeld van een cliënt met wie een FACT-team niet verder kwam en dat daarom haar inschakelde. ‘De cliënt is suïcidaal, worstelt met stemmen in z’n hoofd en is medisch gesproken uitbehandeld. Hij wil inzicht krijgen in die stemmen en ermee om leren gaan.’ Er was ‘verbinding’ en hij vroeg Jozé Moonen zijn gesprekspartner te worden. Zelfmoord voorkom je er niet mee, denkt zij, maar je kunt iemand wel hoop geven. ‘Toen hij vertelde een auto als op een röntgenfoto te zien, vroeg ik of hij goed is in techniek. Dat bleek het geval. Als mensen zich, vaak na teleurstellingen in de hulpverlening, weer open durven stellen, laat de volgende stap niet lang op zich wachten. Men raakt betrokken bij anderen en ziet weer perspectief.’
Maatschappelijke waarde
In de reguliere zorg is het aantal sessies vanwege de vergoeding beperkt, in een zelfregiecentrum kunnen ‘lastige’ mensen tien keer met hetzelfde verhaal komen. Oefenen, op hun bek gaan en opkrabbelen in eigen tempo. De keuze om (n)iets te willen of ondernemen, ligt bij de bezoekers. Jozé Moonen: ‘De één oefent met agressie, de ander met dagbesteding of respect voor elkaar. Wij proberen hen verder te helpen, door het vrijwilligerswerk dat zij kunnen doen en het zelfvertrouwen dat ze hier opbouwen. Daar heeft ook de maatschappij baat bij. Door de verbinding die wij leggen, bespaart de overheid zorg-, justitie- en politiekosten. Of onze mensen weer willen meetellen in de maatschappij is echter aan hen zelf.’
Bezoekers kunnen vrijwilliger worden in het centrum, vrijwilligers betaalde kracht. De vijf betaalde krachten die momenteel in Zelfregiecentrum Weert werken, hebben alle vijf een achtergrond als ggz-cliënt, dakloze of verslaafde. Zij proberen mensen weer bij de gemeenschap te betrekken, zonder behandelplannen, zorgpaden of tijdsdruk. Bij John, die, naar eigen zeggen vroeger ‘altijd gedonder had’ en ‘overal werd uitgekotst’, lijkt dat goed gelukt. Hij werd zelf één van die betaalde medewerkers en is nu ruim twee jaar in dienst bij het centrum, staat er voor iedereen klaar en is uit de uitkering.
Kader
Financiering
Zorg+Welzijn liep een dag mee in het zelfregiecentrum in Weert. Er zijn ook centra in onder andere Venlo, Oss, Nijmegen, Leiden, Middelburg, Den Haag, Utrecht en Deventer. Het Zelfregiecentrum Weert is opgericht op verzoek van de gemeente en wordt bekostigd vanuit de Wmo. Andere centra voorzieningen worden (mede)gefinancierd door gemeenten en/of zorgverleners/verzekeraars, als pilot, integrale algemene voorziening, laagdrempelige dagopvang voor dak- en thuislozen of inloop ggz-cliënten. Een aantal zelfregiecentra moet elk jaar opnieuw subsidie aanvragen of meedingen bij de aanbesteding. Soms past de gang van zaken in het aanvragende centrum niet bij de inkoop- of subsidiecriteria. Bijvoorbeeld als een gemeente inzet op de doorstroom of het beter worden van deelnemers en gebruikers, terwijl hun behoefte aan ondersteuning structureel is en een algemene voorziening beter aansluit bij het eigen tempo van bezoekers. Of als de subsidie is bedoeld voor dienstverlening aan één doelgroep, terwijl een zelfregiecentrum laagdrempelig is en open voor iedereen, van ggz-cliënten tot verslaafden en dak- en thuislozen, met of zonder diagnose of indicatie. Het tijdelijke en voorwaardelijke karakter van de bekostiging wringt waar kwetsbare mensen herstellen terwijl de verslaving en/of aandoening blijft. Opkrabbelen en aansluiting vinden bij de samenleving is niet hetzelfde als genezen. Als mensen vrijwilliger of betaalde kracht in een zelfregiecentrum worden, is dat een regulier werkverband. Het is geen voorstadium of springplank naar de ‘gewone’ arbeidsmarkt.