Z magazine, de straatkrant van Amsterdam – 2006
Ze ziet eruit als een tassenvrouwtje. Dik ingepakt schuifelt ze achter haar rollator over straat. Reuma heeft haar lichaam op verschillende plekken aangetast. Ze oogt kwetsbaar. Maar Henna Charry (44), geboren in ‘de jungle’ van Suriname, zoals ze zelf zegt, en sinds haar achtste in Amsterdam, is wat je noemt een pittig wijf. “Als iets me niet zint, kan ik ronduit een bitch zijn.” Henna heeft één allesoverheersende hobby: het Pokémon-spel. “Ze noemen me Pokémom.”
Ze mag dan een hulpbehoevende indruk maken, zelden doet ze een beroep op anderen. Die doen eerder een beroep op haar. Haar huis staat vol kasten met Pokémon-materiaal en is voor een deel geblindeerd: “Van zonlicht krijg ik hoofdpijn.” Maar het staat altijd open voor grote en kleine gasten.
Henna zet tal van evenementen op touw zet, vooral in de buurt. Ze praat de Dag van de Dialoog in haar stadsdeel aan elkaar, organiseert voetbalwedstrijden in het kader van de Stadsspelen en staat achter een stand op het jaarlijkse buurtfeest. Ze steekt veel tijd in de stad. “Altijd heb ik dingen georganiseerd. Vanaf m’n 16de doe ik vrijwilligerswerk in verschillende stadsdelen, vooral met kinderen. Dat zijn intelligente en eerlijke wezens. Vroeger kon ik ook aardig dansen. Ik wilde een dansschool beginnen in het pand waar nu trendy Panama is gevestigd. Tot ik ziek werd in 1997. Ik stond ’s morgens op, zakte door m’n knieën en kon niet meer opstaan. Het was een streep door alles. Tot eind 1999 heb ik niets meer gedaan.”
Na die moeilijke tijd pakte ze de draad van het vrijwilligerswerk weer op. Ze zette zich in voor het Leger des Heils, de school van haar zoon en buurthuizen.
In 1999 begon Henna in stadsdeel Zeeburg een spellenclub. “Ik heb een passie voor spellen. Ik kan nachtenlang spelletjes doen met vrienden. In die tijd was Pokémon een rage. Kinderen sloegen elkaar de hersens in vanwege die kaarten. Er bleek een landelijke en internationale organisatie achter te zitten. In de Verenigde Staten gebruikten ze het Pokémon spel zelfs om leerachterstanden weg te werken.”
Henna’s interesse was gewekt. Ze maakte zich het kaartspel eigen, gaf demonstraties en organiseert samen met een ander toernooien. Ze is goeroe en ambassadeur van Pokémon tegelijk.
Henna bood verschillende basisscholen aan Pokémon met de kinderen te spelen. “Het is behalve een educatief, ook een sociaal spel. Tijdens het spelen moeten kinderen lezen, rekenen en zich beheersen. Ze leren sportieve verliezers te zijn. Helaas waren de scholen huiverig.”
Daarom begon ze een club in het buurtcentrum. “In no time had ik twintig kinderen om me heen. Ik leer hen samenwerken en elkaar te helpen. Autistische kinderen, kinderen met ADHD, pientere en minder slimme kinderen: iedereen kan meedoen.” Tijdens schoolvakanties, op woensdag- en zaterdagmiddag zit ook haar huis geregeld vol met kinderen die haar hulp inroepen bij het maken van een deck (zie kader). Iedereen is welkom, als ‘ie zich maar aan de regels houdt. Henna: “Ik heb drie geboden en drie afspraken. Niet vloeken, schelden of slaan. En je bent pas vet als je vriendelijk bent, eerlijk en te vertrouwen.”
Haar eigen zoon moet Henna een groot deel van het jaar missen, en hij haar. Ze doorliepen een heel hulpverleningscircuit voordat duidelijk werd dat hij kampt met leerproblemen en ADHD. Ze vond in Amsterdam geen geschikte school voor hem. Ze prijst zich nu gelukkig dat hij op een internaat elders in het land terecht kon. “Hij zit daar goed. Ik mis hem, maar ik ben blij dat het veel beter met hem gaat. Ik moet hem de kans geven zich te ontwikkelen.”
Dichterbij huis genieten ook andere kinderen van de aandacht van Pokémom. We steken onze neus om de hoek bij de Pokémon-club in het buurtcentrum. Jongens, een enkel meisje en één ouder turen geconcentreerd naar de kaarten voor hen op tafel. Rode gezichten, af en toe een diepe zucht of uitroep. Het gaat er gedisciplineerd aan toe. Nemen de decibellen na afloop van de eerste potjes teveel toe, dan laat Henna haar eigen decibellen in de kleine ruimte los. Verslapt de aandacht van een kind dat ze iets uitlegt, dan houdt ze hem of haar dwingend bij de les. Voordringen is niet toegestaan. “Wie zeurt krijgt geen beurt.” Een valsspeler wordt zonder pardon in de lurven gegrepen en flink de waarheid gezegd. Kinderen die dralen bij de deur, stuurt ze onverbiddelijk weg: “Ik wil geen klachten van de ouders dat ze te laat thuiskomen.” Tegenover haar bitcherigheid en strengheid staan geduld en kameraadschap. Henna neemt de kinderen serieus, dus doen wat ze zegt en nemen een schrobbering voor lief.
Soul
Het contrast tussen haar broze buitenkant en krachtige, soms harde persoonlijkheid fascineert. Hoe zit dat? Deel van het verhaal blijkt haar eigen opvoeding te zijn. Henna’s grootmoeder hield haar voor: ‘Weet wie je bent. Zorg dat je de beste bent!’ Bij de pakken neerzitten is er niet bij. Topdanseres is geen optie meer, maar ze zal niet rusten voordat ze bijvoorbeeld weer kan fietsen. “Het fietsen mis ik, meer dan het dansen. Ik heb voor het laatst gefietst in 1999. Binnenkort ga ik revalideren bij het Jan van Bremen Instituut (voor reumapatiënten, red.).”
Ook het geloof speelt een belangrijke rol in haar leven. Van huis uit is Henna rooms-katholiek. Op haar vijftiende keerde ze zich daarvan af. Later werd ze evangelisch. “Tijdens een musical in Amsterdam kwam ik in aanraking met God, ik dacht dat ik gek werd. Een storm van emoties, van pijn tot superieure blijdschap en alles daartussenin, kwam op me af. In een fractie van een seconde moest ik ja of nee kiezen en ik koos ja, voor God. Ik ga niet naar de kerk. Bij de evangelische gemeenten lees je zelf de bijbel en neem je je eigen verantwoordelijkheid. Mijn geloof is rotsvast. Wat er ook gebeurt in m’n leven, God is erbij. Ik voel me dan ook geen slachtoffer. Zodra ik beter ben, begin ik een spellenschool: sociale activering door middel van spel. Als mijn soul op een bepaald niveau is, kan ik alles aan.”
Het spel
Pokémon bestaat uit een groot aantal getekende fantasiefiguren. Zij kunnen door training evolueren van baby, via puber tot volwassene. Er zijn gameboy spelletjes, films en kaarten van Pokémon. De kaarten komen uit Japan en worden in de VS in het Engels vertaald. Eind jaren negentig ontstond een hele industrie, van pakjes kaarten en spelcomputer tot dekbed en kinderrugzak. De rage is voorbij, maar in veel schoolklassen in Nederland is het ruilen van Pokémon kaarten nog altijd een favoriete bezigheid. In winkels is zelfs sprake van een kleine revival. In dit artikel gaat het over de minst commerciële tak van de Pokémon-business: het kaartspel. Het spel wordt met twee gespeeld. Ieder heeft een deck van zestig kaarten. Elke figuur en kaart heeft eigenschappen, punten en strijdmethoden. Doel is de tegenstander te verslaan.