Radar – 2008
De werkrelatie van mens tot mens, dat zien klantmanagers als grootste winstpunt van hun taken in maatschappelijke activeringscentra: ‘Je hoort verhalen van uitkeringsgerechtigden die je in de spreekkamer niet hoort. Mensen worden personen in plaats van dossiers.’ Als mensen het vertrouwen en de ruimte krijgen hun eigen koers te bepalen richting werk of maatschappelijke participatie, zijn zelfs cliënten die al tien tot vijftien jaar thuiszitten in beweging te krijgen. ‘Mensen uit het ‘granieten bestand’, zoals we dat bij de Dienst werk en inkomen noemen, blijken best veel te kunnen als ze worden gemotiveerd.’
Op dinsdag 15 april kwamen enkele tientallen klantmanagers van Sociale diensten en medewerkers van de activeringscentra samen om kennis te maken, ervaringen uit te wisselen en te bespreken wat ze van elkaar of van hun gemeente nodig hebben.
In navolging van de proefgemeenten Alphen aan de Rijn, Almelo, Culemborg en Ede zijn inmiddels ook in andere plaatsen maatschappelijke activeringscentra van start gegaan, of worden voorbereidingen daartoe getroffen, zoals in Almere, Tiel, IJsselstein, Meppel, Heusden en Waalwijk. Mensen met een bijstandsuitkering volgen een korte opleiding om op huisbezoek te gaan. Daar stimuleren zij hun ‘collega’s’ met een uitkering om in actie te komen, een cursus te volgen of een andere stap naar (arbeids)reïntegratie te zetten. Op de centra kunnen zij, afhankelijk van hun plannen, lessen volgen, coaching krijgen, een sollicitatie oefenen of een klus in de buurt op zich nemen. Doel is dat cliënten in-, door- en als het mogelijk is, ook uitstromen naar regulier werk. Nieuwe klanten nemen dan hun plaats in.
Klantmanagers en begeleiders van de Sociale dienst/DWI houden een vinger aan de pols of zitten er bovenop. Ze delen duwtjes en schouderklopjes uit, blussen onderlinge brandjes en bewaken de voortgang. Dat doen zij niet vanachter hun bureau op het gemeentehuis, maar op locatie en dat maakt een wezenlijk verschil. ‘We hebben een nieuwe rol,’ zegt klantmanager en begeleider Irene Goedhart uit proefgemeente Alphen aan de Rijn. ‘Omdat ik halve dagen op het centrum aanwezig ben weet ik wat de problemen van de deelnemers zijn en kan die aanpakken. Je ziet sneller wanneer iets mis gaat of wat een knelpunt is en kan eerder ingrijpen dan wanneer je op afstand werkt. Ook komen de mogelijkheden van klanten beter in beeld.’ Goedhart stelt met haar klanten leerdoelen vast, bijvoorbeeld het regelen van taalles als iemand nog geen Nederlands spreekt, het zorgen voor kinderopvang of het uitstippelen van een individueel ontwikkelingstraject. Zij begeleidt zowel mensen met een arbeidscontract bij het volledig uitstromen, als mensen met een stagecontract die in aanmerking komen voor een arbeidscontract en ten slotte uitkeringsgerechtigden bij het vrijwilliger worden. ‘Veel mensen zijn eerst wantrouwig,’ zegt Irene Goedhart, ‘maar als er eenmaal vertrouwen is, doen ze juist een beroep op je voor hulp bij het starten van activiteiten en bij hun persoonlijke ontwikkeling. Eerst hadden ze allemaal gezondheidsproblemen, daar hoor je ze nu niet meer over. Ze zien ook wat ze kunnen mét hun beperking. Ze krijgen meer zelfvertrouwen. Het kost tijd en je bent intensief met mensen bezig, maar je ziet ze groeien. Eerst durven ze nauwelijks te praten en aan het eind geven ze een presentatie!’
Een klantmanager uit Culemborg heeft vooral met van oorsprong Marokkaanse vrouwen te maken. ‘Zij zijn moeilijk in beweging te krijgen,’ zegt ze, ‘maar als ze eenmaal over de drempel zijn, vinden ze het leuk en zijn zelfs blij eens wat anders te zien dan de vier muren van hun huis en de moskee. We proberen mensen in duo’s voor elkaar verantwoordelijk te maken, dat vergroot zowel de veiligheid als de deelname. De helft van m’n werk is regulier (het houden van intakegesprekken voor de bijzondere bijstand, AO), maar het activeren van klanten vind ik het leukste!’
Vertrouwen
De activeringscentra verschillen van elkaar: in doelgroepen die de gemeenten op het oog hebben, in groepsgrootte en in activiteiten. Ook verkeert het ene centrum in een beginstadium, terwijl elders de eerste mensen al zijn uitgestroomd. Het MAC in Ede maakt deel uit van een stichting waar ook andere reïntegratie- en participatietrajecten van de gemeente zijn ondergebracht, Twenterand heeft een eigen pand. In de ene gemeente is er een budget voor opleidingen en trainingen, in de andere kunnen klanten beschikken over een persoonlijke coach. Het vertrekpunt is echter overal hetzelfde: uitgaan van wat mensen wél kunnen. Het vergt een omslag in het denken.
Klant- of casemanagers die vanachter hun bureau werken, bekijken het werk van hun vliegende brigadecollega’s soms met scepsis. ‘Ze denken al gauw dat de begeleiding van cliënten veel minder tijd hoeft te kosten of dat de aanpak te vrijblijvend is,’ zegt een klantmanager die meedraait in het MAC in Culemborg. Hij probeert de kloof met de bureauambtenaren te dichten door ze uit te nodigen te komen kijken bij de activiteiten van cliënten.
Radar, adviesorganisatie sociale vraagstukken, begeleidt, schoolt en coacht zowel klantmanagers als activeringscentra en -medewerkers. Radar organiseerde ook de landelijke uitwisseling op 15 april. De aanwezige activeringsmedewerkers (vooral vrouwen) is, in een apart zaaltje, gevraagd hoe zij bejegend willen worden, de managers wat zij te bieden hebben. ‘Rotsvast vertrouwen, flexibiliteit, ruimte, geloof in ons, informatie en steun,’ vat een van de deelneemsters de inbreng in haar groep samen. ‘Vertrouwen, geduld, ruimte om stap voor stap te werken en tijd om zich te ontplooien, náást in plaats van tegenover elkaar aan tafel zitten, maatwerk, niet teveel in één keer eisen, respect, aandacht en ondersteuning met kennis en netwerk,’ is wat de klantenmanagers zeggen te willen bieden. De ervaring in een aantal activeringscentra is dat hoe minder druk er is om snel uit te stromen, hoe eerder mensen op de arbeidsmarkt terechtkomen.
Vraag en aanbod lijken dus goed te matchen. Het probleem is dat de realiteit vaak anders is als wat beide partijen wensen en vinden, stelt Thomas Hofman, directeur van Radar tot slot, maar duidelijk is dat klantmanagers enthousiast zijn over het werken in een maatschappelijk activeringscentrum. ‘Ze willen niet meer werken als administratieve handhavers en politieagenten, die gevoed worden door wantrouwen. Het faciliteren en ondersteunen van cliënten komt ook dichter in de buurt van wat ze ooit dachten dat hun baan was.’