Pleegcontact – 2008
Zelf ziet André Rouvoet, behalve minister voor Jeugd en Gezin vader van vijf kinderen, geen kans zich ook nog als pleegouder verdienstelijk te maken. Maar hij maakt, ondanks de drukte van de naderende begrotingsperikelen, graag wat tijd vrij om zijn activiteiten rond de positie van pleegouders toe te lichten. ‘Pleeggezinnen zouden niet nodig moeten zijn. Maar ik ben natuurlijk heel blij dat ze er zijn.’
Het regeringsbeleid is gericht op zelfredzaamheid (de Wet maatschappelijke ondersteuning) en zoveel mogelijk opgroeien in het eigen gezin. Zonodig krijgen ouders hulp vanuit laagdrempelige voorzieningen als de Centra voor Jeugd en Gezin. Tegelijk neemt het aantal plaatsingen in pleeggezinnen toe en is er een wachtlijst voor pleeg- en jeugdzorg. Vanuit welke visie weegt de minister de belangen af tussen het regeringsbeleid, de ontwikkeling van kinderen, ouders en pleegouders?
Rouvoet: ‘Kinderen groeien bij voorkeur op in het eigen gezin, maar als dat niet realiseerbaar is heeft een pleeggezin onze voorkeur boven een residentiële instelling. Ik zou natuurlijk het liefste willen dat plaatsing in een pleeggezin niet nodig is. Zonder onrecht te willen doen aan pleegouders, is pleegzorg voor mij zeg maar next best. Tegelijkertijd zeg ik er bij dat voor heel veel kinderen een pleeggezin wél de beste oplossing is, omdat het in het eigen gezin niet gaat. Ik ben dan ook ontzettend dankbaar dat er pleeggezinnen zijn. Ik heb een aantal pleeggezinnen bezocht en ben diep onder de indruk van hun werk. Hun inzet is enorm en veel pleegouders brengen ook de nodige offers.’
De waardering van de minister blijft niet bij woorden alleen. Als belangenverenigingen van pleegouders aankloppen voor zaken die zij verbeterd willen zien en voor het oplossen van knelpunten, kunnen ze in Den Haag in ieder geval rekenen op aandacht. En vaak op de bereidheid tot het doorvoeren van een aantal concrete maatregelen. ‘Ik wil een versterking van de positie van pleegouders,’ beaamt André Rouvoet volmondig. Maar pleegouders zijn niet de enige partij als het gaat om de pleegzorg. Hij praat ook met de provincies, met kinderrechters en anderen. ‘Wij hebben nu een wetgevingstraject ingezet waarbij we álle partners horen. De Tweede Kamer weegt de verschillende belangen tegen elkaar af en neemt de uiteindelijke beslissing.’ De voorstellen voor wetswijziging betreffen onder andere het blokkaderecht van pleegouders. Bij vrijwillige plaatsingen kunnen pleegouders de kinderrechter al vragen over- of terugplaatsing van hun pleegkind tegen te houden. Pleegouders van kinderen die onder toezicht zijn gesteld (de zogenoemde justitiële plaatsingen) en minimaal een jaar in het pleeggezin wonen, krijgen dat recht ook. Dat is althans de inzet van de ministers Rouvoet en Hirsch Ballin, de twee indieners van de wijzigingsvoorstellen.
Einde maken aan onzekerheid
Rouvoet wil een einde maken aan de onduidelijkheid en onzekerheid voor kinderen. Na twee jaar onder toezichtstelling moet een besluit worden genomen over de vraag of een kind terug kan naar huis of in het pleeggezin blijft wonen. ‘Als een definitief besluit nog niet mogelijk is, moet er een duidelijke uitleg zijn waarom de OTS weer een jaar verlengd wordt.’
De positie van pleegouders zal verbeterd worden in de Wet op de jeugdzorg. In een brief aan de Tweede Kamer over de initiatiefnota Gezin boven tehuis over pleegzorg die Coşkun Çörüz en Mirjam Sterk van het CDA eind 2007 indienden, liet de minister in juli weten te onderzoeken of het mogelijk is pleegouders instemmingsrecht te geven. ‘Als dat niet kan, wil ik bekijken of adviesrecht een goed alternatief is.’
Op het materiële en praktische vlak is de rijksoverheid al tegemoet gekomen aan een aantal wensen van pleegouders en de NVP. De indexatie van de pleegzorgvergoeding gebeurt nu aan het begin van het jaar in plaats van achteraf. Ook is de regeling van toeslagen verbeterd. Gezinnen die meerdere pleegkinderen hebben, aan crisisopvang doen en/of zorgen voor een gehandicapt pleegkind kunnen meerdere toeslagen krijgen, die bovendien zijn verhoogd en worden geïndexeerd. De eigen bijdrage van jongeren zal na behandeling van de genoemde wetswijzigingen worden afgeschaft.
Sinds 1 januari 2008 is er een nieuw probleem bijgekomen, waarvoor pleegouders aandacht vragen. Via de belastingen krijgen ouders die kinderbijslag ontvangen een kindertoeslag (die in de plaats van de kinderkorting is gekomen en vanaf 1 januari 2009 verandert in een kindgebonden budget), pleegouders niet. Ook Kamerleden stelden er deze zomer vragen over. Rouvoet: ‘Het is een urgente kwestie en ik ben er mee bezig. Er zit inderdaad een ongerijmdheid in de regeling, die we proberen te repareren. Het is een ingewikkeld probleem, omdat we de consequenties van een tegemoetkoming nog niet helemaal kunnen overzien. Maar er wordt hard aan gewerkt!’