NH – 2003
Geschakeld bouwen, serverhosting, segmenteren en een ‘kostenefficiënte kwaliteitsslag in dienstverlening’. De vaktaal imponeert. Maar wat gebeurt er precies? Wat zijn de sterke kanten van een geherstructureerd of duurzaam bedrijventerrein, wat doet een parkmanager en hoe zit het met de ICT-voorzieningen? Kwaliteit, duurzaamheid en innovatie blijken key issues in de metamorfose van voormalige industriegebieden in moderne business parken.De Haarlemse Waarderpolder is een van de eerste herstructureringsprojecten waar de provincie geld in heeft gestoken. Verspreid over het 150 hectare grote industriegebied tussen de Spaarne, het spoor en de Mooie Nel liggen oude bedrijfsterreinen van tezamen 35 hectare die worden geherstructureerd en opnieuw uitgegeven. In een enkel geval zijn nieuwe kavels aangelegd. 17 hectare is af en in bedrijf genomen. “Van de kant van de provincie is het scheppen van werkgelegenheid de enige harde eis,” zegt Steef de Looze, programmamanager vanuit de gemeente Haarlem. “Die doelstelling wordt hier met een gemiddelde van 80 werknemers per hectare ruim gehaald.” Hij is ambitieus én realistisch: “Je kunt wel hogere eisen stellen, maar de markt beslist uiteindelijk.” Ambitieus is het streven de nieuwe terreinen een sterke uitstraling te geven door ze schoon, heel en veilig te houden. Ook parkmanagement, milieumaatregelen en collectieve voorzieningen moeten de kwaliteit van het gebied verhogen. Realistisch is dat afhankelijk van de bereikbaarheid en de ligging ten opzichte van de stad verschillende accenten worden gelegd. Knelpunten zijn het ontbreken van een extra oeververbinding met het centrum en de trage sanering. Het resultaat is een lappendeken van degelijk ontwikkelde en in ontwikkeling zijnde bedrijfsterreinen met hier en daar een toef duurzaamheid.
Op een wat afgelegen, moeilijk uitgeefbaar terrein worden geen hoge eisen gesteld aan de bebouwing. Het zwaartepunt ligt op het clusteren van bedrijven, het zogenoemde segmenteren. Elders is een media- en cultuurpark in ontwikkeling. In en rond de karakteristieke gebouwen van de voormalige gasfabriek komen grafische bedrijven, studio’s en uitgeverijen. Dichter bij het centrum van Haarlem is dubbel grondgebruik verplicht en zijn de eerste bedrijfspanden met auto’s op het dak verrezen. Op het terrein ten noorden van NS-station Haarlem Spaarnwoude – een toplocatie die vreemd genoeg nog braak ligt – gaan parkeernormen gelden en komen hoge kantoorgebouwen. Middenin de Waarderpolder is een staaltje van vernieuwing te vinden. Een oude uitgeverij is omgetoverd in het multifunctionele Crown Business Center. Behalve onderdak aan tal van bedrijven, biedt het hoogwaardige faciliteiten waar ook anderen gebruik van kunnen maken. Er zijn chique vergaderruimten, er is een restaurant op stand in gevestigd en er zijn collectieve voorzieningen als kinderopvang en fitnessruimte.
Duurzaam
Inrichting van een volledig nieuw bedrijventerrein in daartoe vrijgemaakt weiland is een heel ander verhaal. Geen lastige sanering of gevestigde belangen waarmee rekening moet worden gehouden. In Heemskerk ligt “het meest milieuvriendelijke bedrijventerrein van Nederland” zoals projectontwikkelaar de Kennemer Bouwgroep op elke mailing vermeldt. De Trompet is 18 hectare groot en wordt doorsneden door een spoorlijn. Het deel dat wegens leidingen niet bebouwd kan worden wordt ecologisch ingericht met water en groen. Fase 1 aan de westzijde van het spoor is bijna gereed. In juni 2001 gingen de eerste bedrijven van start. Van de 60 vestigingen die er zullen komen zijn er 45 in bedrijf, het merendeel kleinschalig.
De Trompet is een fraai ogende blikvanger in het landschap en een voorbeeld van duurzaamheid. De architectuur doet eerder aan woningbouw denken dan aan een bedrijventerrein: geen ‘dozen’ maar op het zuiden gerichte punten en bogen, bakstenen in plaats van prefab wanden en golfplaten. Bedrijfsunits worden aangeschakeld gebouwd en in twee lagen opgeleverd. Op het dak kan een derde verdieping worden gebouwd. Langs de gevel zonnepanelen die 40.000 kW aan stroom opleveren. Binnen zijn HR-lampen aangebracht. Op het terrein is een gescheiden rioolstelsel. Het bedrijfsafval wordt gescheiden en vervoerd door één transportbedrijf. De projectontwikkelaar hanteert een selectief vestigingsbeleid.
Door de keuze van het materiaal én de installatie van warmtepompen wordt een grotere reductie van CO² uitstoot bereikt dan het streven van 40%. Daar staat tegenover dat De Trompet, gelegen aan de A9, vooral per auto (en fiets) bereikbaar is en niet per openbaar vervoer. Herman Gerrits van de Kennemer Bouwgroep: “Een energiezuinig park heeft het imago van duur, maar op termijn is het goedkoper dan elders. Ik trek belangstellenden vrij snel over de streep. Men waardeert de veiligheid, de uitstraling en de goede bereikbaarheid. Bedrijven zijn verplicht lid van de Vereniging van Eigenaren. De investeringen in voorzieningen brengen ze grotendeels zelf op. Voor de aanleg van warmtepompen is aanvullende subsidie ontvangen.”
De gemeente, initiatiefnemer van De Trompet, is nauw betrokken bij de ontwikkeling. En heeft het druk met de PR. Projectleider Thea Olivier van EZ: “We worden veel gebeld door andere gemeenten, maar ook door studenten uit het hoger onderwijs. Wij leiden regelmatig bezoekersgroepen rond.”
Parkmanagement
Nieuwe ster aan het firmament is de parkmanager. Parkmanagement voegt extra kwaliteit toe aan bedrijventerreinen. Een voorbeeld. De Schiphol Area Development Company (SADC) heeft in 1999 dochter Parkmanagement BV op de wereld gezet. Het parkmanagement coördineert facilitaire diensten, het voert ze niet zelf uit. In het (verplichte) basispakket zit gebiedsbeveiliging, coördinatie afvalinzameling, vervoermanagement en onderhoud van de openbare ruimte. Bedrijven kunnen dat pakket aanvullen met gebouwbeveiliging, afvaltransport e.d. Zowel de diensten als het management worden betaald uit contributiegelden van de Vereniging van Eigenaren. Op Business Park Lijnden functioneert het parkmanagement al, op terrein de Oude Meer is het in voorbereiding. De andere parken van SADC volgen nog.
Erwin Leydekkers van SADC: “Met parkmanagement leveren we een hoogwaardig bedrijvenpark waar de bewoners centraal staan. Wanneer bedrijven meer willen en het rendabel is, zorgen wij daarvoor.”
PIP
Een volgende stap is dienstverlening via internet, een service waarmee een bedrijvenpark zich kan onderscheiden. Op Westpoort in Amsterdam is er al ervaring mee opgedaan. Uitvinder GreyLam (telecom- en internetbedrijf) heeft er een logistiek snufje aan toegevoegd. Met Europees geld en steun van de provincie is het Parkmanagement Informatie Platform ontwikkeld, kortweg PIP. Het is in september 2002 operationeel geworden. Eerste gebruiker is het Anthony Fokker Business Park bij Schiphol, waar vier mensen het park managen. Hanco Ravelli van GreyLam: “PIP is een gesloten systeem. Bedrijven op het terrein kunnen melding doen van een kapotte lantaarnpaal voor de deur. PIP bevestigt de melding online en doet verslag van de afhandeling ervan. Bedrijven kunnen ook interactief bestellingen plaatsen, of het nu om het huren van een zaal, broodjes, fitness of om kinderopvang gaat. Als leveranciers op internet actief zijn, maken we een link op het PIP. Na afloop van de proefperiode neemt het Fokker Business Park het systeem af. Dan kunnen ook anderen het kopen of huren.”
De provincie steunt PIP in het kader van Cyberpolder, een project om met ICT de kwaliteit en concurrentiepositie van Noordhollandse bedrijventerreinen te vergroten. In maart 2003 wordt het project geëvalueerd.
Digitaal bereikbaar
Dataregiocentre op bedrijventerrein Noorderveld in Wormerveer is specialist in serverhosting. In een ruimte van Dataregiocentre, de co-locatie, worden de gegevens van klanten tegen stroomuitval, brand, inbraak e.d. beveiligd. Het bureau fungeert zo als een collectieve back up en is 7 dagen per week 24 uur per dag toegankelijk. Ook websites worden vanuit Dataregiocentre gedraaid. Directeur Carel Thomson: “Door deze dienstverlening zag Netshare uit Gouda er brood in glasvezelkabels naar Noorderveld aan te leggen.” Het gaat hier om particulier initiatief dat de digitale bereikbaarheid van bedrijventerreinen genereert en vergroot.
In Wieringerwerf is het de gemeente die investeert in de aanleg van een ICT-netwerk. John Dekker is projectleider voor de ontwikkeling van Robbenplaat (20 hectare in de 1e fase): “Voordat er wordt gebouwd willen we glasvezel, coax en mantelbuizen in de grond om meer hoogwaardige bedrijven te trekken. We hebben ICT-bedrijven uitgenodigd om te praten over aanleg van het net en zijn met één van hen, Multikabel, in zee gegaan. De gemeente neemt 65% van de onrendabele investering voor zijn rekening en versleuteld dat in de grondprijs.”
De bekende vicieuze cirkel van telecombedrijven die huiverig zijn voor de dure aanleg van glasvezel en een gemeente die op voorhand geen garantie voor afname kan geven, is hiermee doorbroken. Het ICT-netwerk ligt er voor het einde van 2002.
Het Programma herstructurering bedrijventerreinen van de provincie Noord-Holland dient ter verhoging van de kwaliteit van bedrijventerreinen. Nieuwe bedrijven moeten zich willen vestigen en ook bestaande bedrijven moet perspectief worden geboden. Het programma loopt tot 2004. Centraal staan de bereikbaarheid en het – zo mogelijk op duurzame wijze -opknappen, onderhouden en (her)inrichten van bedrijventerreinen.
In 2001 heeft de provincie een bedrag van € 6.264.443 geïnvesteerd in een achttal projecten. Daarnaast heeft Noord-Holland € 6,8 miljoen ontvangen van het rijk (TIPP-regeling). De provincie heeft dat bedrag – eveneens bestemd voor investeringen in bedrijventerreinen – vermeerderd met ruim € 5 miljoen aan cofinanciering. Omdat er meer goede herstructureringsplannen dan middelen zijn, is in 2002 een extra bedrag van € 2 miljoen uit het investeringsfonds FINH van de provincie voor dit doel aangesproken. Ook in 2003 wil het dagelijks bestuur (GS) van de provincie ruim € 2 miljoen uit het FINH investeren in de herstructureringsprojecten. De provincie treedt op als co-financier. Gemeenten en projectontwikkelaars nemen meestal de hoofdmoot van de financiering voor hun rekening.
Behalve een Programma herstructurering stimuleert de provincie sinds eind jaren negentig ook het duurzaam inrichten van bedrijventerreinen. Sinds 1999 is er een Programma duurzame inrichting bedrijventerreinen met een looptijd tot 2004. Jaarlijks stelt de provincie een bedrag van € 265.000 beschikbaar voor zaken als haalbaarheidsstudies en procesbegeleiding. Eind 2003 zijn er 40 lopende projecten. Voor subsidie komen projecten in aanmerking waarin voorzieningen worden gerealiseerd die tot minder milieubelasting en een geringer ruimtebeslag leiden. Gestreefd wordt naar een win-win situatie waarbij zowel het milieu als het bedrijf baat hebben bij de duurzame inrichting. De provincie werkt aan een website waardoor de opgedane kennis en ervaringen met duurzame bedrijfsterreinen voor een groter publiek toegankelijk worden.
Nieuw is het programma Innovatief Ruimtegebruik. Dat begint met een pilot: het ‘Bedrijventerrein van de toekomst’ in de Blaricummermeent (in voorbereiding). GS willen in 2004 een bedrag van € 1,8 miljoen beschikbaar stellen voor de (her)inrichting van bedrijventerreinen waarbij 10% ruimtewinst wordt geboekt en kwaliteit en duurzaamheid voorop staan.
In de toekomst zullen de drie programma’s in elkaar worden geschoven.