• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
Annemiek Onstenk Journalist

Annemiek Onstenk Journalist

tekst, redactie & research

  • Home
  • Tekst
  • Redactie
  • Research
  • CV
  • Klanten
  • Contact
  • Kanaalpost

Provinciaal beleid

Kilometers kwaliteit en een toef duurzaamheid. Innovatie van bedrijventerreinen.

22 september 2008 door Annemiek Onstenk

 

NH – 2003

Geschakeld bouwen, serverhosting, segmenteren en een ‘kostenefficiënte kwaliteitsslag in dienstverlening’. De vaktaal imponeert. Maar wat gebeurt er precies? Wat zijn de sterke kanten van een geherstructureerd of duurzaam bedrijventerrein, wat doet een parkmanager en hoe zit het met de ICT-voorzieningen? Kwaliteit, duurzaamheid en innovatie blijken key issues in de metamorfose van voormalige industriegebieden in moderne business parken.De Haarlemse Waarderpolder is een van de eerste herstructureringsprojecten waar de provincie geld in heeft gestoken. Verspreid over het 150 hectare grote industriegebied tussen de Spaarne, het spoor en de Mooie Nel liggen oude bedrijfsterreinen van tezamen 35 hectare die worden geherstructureerd en opnieuw uitgegeven. In een enkel geval zijn nieuwe kavels aangelegd. 17 hectare is af en in bedrijf genomen. “Van de kant van de provincie is het scheppen van werkgelegenheid de enige harde eis,” zegt Steef de Looze, programmamanager vanuit de gemeente Haarlem. “Die doelstelling wordt hier met een gemiddelde van 80 werknemers per hectare ruim gehaald.” Hij is ambitieus én realistisch: “Je kunt wel hogere eisen stellen, maar de markt beslist uiteindelijk.” Ambitieus is het streven de nieuwe terreinen een sterke uitstraling te geven door ze schoon, heel en veilig te houden. Ook parkmanagement, milieumaatregelen en collectieve voorzieningen moeten de kwaliteit van het gebied verhogen. Realistisch is dat afhankelijk van de bereikbaarheid en de ligging ten opzichte van de stad verschillende accenten worden gelegd. Knelpunten zijn het ontbreken van een extra oeververbinding met het centrum en de trage sanering. Het resultaat is een lappendeken van degelijk ontwikkelde en in ontwikkeling zijnde bedrijfsterreinen met hier en daar een toef duurzaamheid.
Op een wat afgelegen, moeilijk uitgeefbaar terrein worden geen hoge eisen gesteld aan de bebouwing. Het zwaartepunt ligt op het clusteren van bedrijven, het zogenoemde segmenteren. Elders is een media- en cultuurpark in ontwikkeling. In en rond de karakteristieke gebouwen van de voormalige gasfabriek komen grafische bedrijven, studio’s en uitgeverijen. Dichter bij het centrum van Haarlem is dubbel grondgebruik verplicht en zijn de eerste bedrijfspanden met auto’s op het dak verrezen. Op het terrein ten noorden van NS-station Haarlem Spaarnwoude – een toplocatie die vreemd genoeg nog braak ligt – gaan parkeernormen gelden en komen hoge kantoorgebouwen. Middenin de Waarderpolder is een staaltje van vernieuwing te vinden. Een oude uitgeverij is omgetoverd in het multifunctionele Crown Business Center. Behalve onderdak aan tal van bedrijven, biedt het hoogwaardige faciliteiten waar ook anderen gebruik van kunnen maken. Er zijn chique vergaderruimten, er is een restaurant op stand in gevestigd en er zijn collectieve voorzieningen als kinderopvang en fitnessruimte.

Duurzaam
Inrichting van een volledig nieuw bedrijventerrein in daartoe vrijgemaakt weiland is een heel ander verhaal. Geen lastige sanering of gevestigde belangen waarmee rekening moet worden gehouden. In Heemskerk ligt “het meest milieuvriendelijke bedrijventerrein van Nederland” zoals projectontwikkelaar de Kennemer Bouwgroep op elke mailing vermeldt. De Trompet is 18 hectare groot en wordt doorsneden door een spoorlijn. Het deel dat wegens leidingen niet bebouwd kan worden wordt ecologisch ingericht met water en groen. Fase 1 aan de westzijde van het spoor is bijna gereed. In juni 2001 gingen de eerste bedrijven van start. Van de 60 vestigingen die er zullen komen zijn er 45 in bedrijf, het merendeel kleinschalig.
De Trompet is een fraai ogende blikvanger in het landschap en een voorbeeld van duurzaamheid. De architectuur doet eerder aan woningbouw denken dan aan een bedrijventerrein: geen ‘dozen’ maar op het zuiden gerichte punten en bogen, bakstenen in plaats van prefab wanden en golfplaten. Bedrijfsunits worden aangeschakeld gebouwd en in twee lagen opgeleverd. Op het dak kan een derde verdieping worden gebouwd. Langs de gevel zonnepanelen die 40.000 kW aan stroom opleveren. Binnen zijn HR-lampen aangebracht. Op het terrein is een gescheiden rioolstelsel. Het bedrijfsafval wordt gescheiden en vervoerd door één transportbedrijf. De projectontwikkelaar hanteert een selectief vestigingsbeleid.
Door de keuze van het materiaal én de installatie van warmtepompen wordt een grotere reductie van CO² uitstoot bereikt dan het streven van 40%. Daar staat tegenover dat De Trompet, gelegen aan de A9, vooral per auto (en fiets) bereikbaar is en niet per openbaar vervoer. Herman Gerrits van de Kennemer Bouwgroep: “Een energiezuinig park heeft het imago van duur, maar op termijn is het goedkoper dan elders. Ik trek belangstellenden vrij snel over de streep. Men waardeert de veiligheid, de uitstraling en de goede bereikbaarheid. Bedrijven zijn verplicht lid van de Vereniging van Eigenaren. De investeringen in voorzieningen brengen ze grotendeels zelf op. Voor de aanleg van warmtepompen is aanvullende subsidie ontvangen.”
De gemeente, initiatiefnemer van De Trompet, is nauw betrokken bij de ontwikkeling. En heeft het druk met de PR. Projectleider Thea Olivier van EZ: “We worden veel gebeld door andere gemeenten, maar ook door studenten uit het hoger onderwijs. Wij leiden regelmatig bezoekersgroepen rond.”

Parkmanagement
Nieuwe ster aan het firmament is de parkmanager. Parkmanagement voegt extra kwaliteit toe aan bedrijventerreinen. Een voorbeeld. De Schiphol Area Development Company (SADC) heeft in 1999 dochter Parkmanagement BV op de wereld gezet. Het parkmanagement coördineert facilitaire diensten, het voert ze niet zelf uit. In het (verplichte) basispakket zit gebiedsbeveiliging, coördinatie afvalinzameling, vervoermanagement en onderhoud van de openbare ruimte. Bedrijven kunnen dat pakket aanvullen met gebouwbeveiliging, afvaltransport e.d. Zowel de diensten als het management worden betaald uit contributiegelden van de Vereniging van Eigenaren. Op Business Park Lijnden functioneert het parkmanagement al, op terrein de Oude Meer is het in voorbereiding. De andere parken van SADC volgen nog.
Erwin Leydekkers van SADC: “Met parkmanagement leveren we een hoogwaardig bedrijvenpark waar de bewoners centraal staan. Wanneer bedrijven meer willen en het rendabel is, zorgen wij daarvoor.”

PIP
Een volgende stap is dienstverlening via internet, een service waarmee een bedrijvenpark zich kan onderscheiden. Op Westpoort in Amsterdam is er al ervaring mee opgedaan. Uitvinder GreyLam (telecom- en internetbedrijf) heeft er een logistiek snufje aan toegevoegd. Met Europees geld en steun van de provincie is het Parkmanagement Informatie Platform ontwikkeld, kortweg PIP. Het is in september 2002 operationeel geworden. Eerste gebruiker is het Anthony Fokker Business Park bij Schiphol, waar vier mensen het park managen. Hanco Ravelli van GreyLam: “PIP is een gesloten systeem. Bedrijven op het terrein kunnen melding doen van een kapotte lantaarnpaal voor de deur. PIP bevestigt de melding online en doet verslag van de afhandeling ervan. Bedrijven kunnen ook interactief bestellingen plaatsen, of het nu om het huren van een zaal, broodjes, fitness of om kinderopvang gaat. Als leveranciers op internet actief zijn, maken we een link op het PIP. Na afloop van de proefperiode neemt het Fokker Business Park het systeem af. Dan kunnen ook anderen het kopen of huren.”
De provincie steunt PIP in het kader van Cyberpolder, een project om met ICT de kwaliteit en concurrentiepositie van Noordhollandse bedrijventerreinen te vergroten. In maart 2003 wordt het project geëvalueerd.

Digitaal bereikbaar
Dataregiocentre op bedrijventerrein Noorderveld in Wormerveer is specialist in serverhosting. In een ruimte van Dataregiocentre, de co-locatie, worden de gegevens van klanten tegen stroomuitval, brand, inbraak e.d. beveiligd. Het bureau fungeert zo als een collectieve back up en is 7 dagen per week 24 uur per dag toegankelijk. Ook websites worden vanuit Dataregiocentre gedraaid. Directeur Carel Thomson: “Door deze dienstverlening zag Netshare uit Gouda er brood in glasvezelkabels naar Noorderveld aan te leggen.” Het gaat hier om particulier initiatief dat de digitale bereikbaarheid van bedrijventerreinen genereert en vergroot.
In Wieringerwerf is het de gemeente die investeert in de aanleg van een ICT-netwerk. John Dekker is projectleider voor de ontwikkeling van Robbenplaat (20 hectare in de 1e fase): “Voordat er wordt gebouwd willen we glasvezel, coax en mantelbuizen in de grond om meer hoogwaardige bedrijven te trekken. We hebben ICT-bedrijven uitgenodigd om te praten over aanleg van het net en zijn met één van hen, Multikabel, in zee gegaan. De gemeente neemt 65% van de onrendabele investering voor zijn rekening en versleuteld dat in de grondprijs.”
De bekende vicieuze cirkel van telecombedrijven die huiverig zijn voor de dure aanleg van glasvezel en een gemeente die op voorhand geen garantie voor afname kan geven, is hiermee doorbroken. Het ICT-netwerk ligt er voor het einde van 2002.

Het Programma herstructurering bedrijventerreinen van de provincie Noord-Holland dient ter verhoging van de kwaliteit van bedrijventerreinen. Nieuwe bedrijven moeten zich willen vestigen en ook bestaande bedrijven moet perspectief worden geboden. Het programma loopt tot 2004. Centraal staan de bereikbaarheid en het – zo mogelijk op duurzame wijze -opknappen, onderhouden en (her)inrichten van bedrijventerreinen.
In 2001 heeft de provincie een bedrag van € 6.264.443 geïnvesteerd in een achttal projecten. Daarnaast heeft Noord-Holland € 6,8 miljoen ontvangen van het rijk (TIPP-regeling). De provincie heeft dat bedrag – eveneens bestemd voor investeringen in bedrijventerreinen – vermeerderd met ruim € 5 miljoen aan cofinanciering. Omdat er meer goede herstructureringsplannen dan middelen zijn, is in 2002 een extra bedrag van € 2 miljoen uit het investeringsfonds FINH van de provincie voor dit doel aangesproken. Ook in 2003 wil het dagelijks bestuur (GS) van de provincie ruim € 2 miljoen uit het FINH investeren in de herstructureringsprojecten. De provincie treedt op als co-financier. Gemeenten en projectontwikkelaars nemen meestal de hoofdmoot van de financiering voor hun rekening.
Behalve een Programma herstructurering stimuleert de provincie sinds eind jaren negentig ook het duurzaam inrichten van bedrijventerreinen. Sinds 1999 is er een Programma duurzame inrichting bedrijventerreinen met een looptijd tot 2004. Jaarlijks stelt de provincie een bedrag van € 265.000 beschikbaar voor zaken als haalbaarheidsstudies en procesbegeleiding. Eind 2003 zijn er 40 lopende projecten. Voor subsidie komen projecten in aanmerking waarin voorzieningen worden gerealiseerd die tot minder milieubelasting en een geringer ruimtebeslag leiden. Gestreefd wordt naar een win-win situatie waarbij zowel het milieu als het bedrijf baat hebben bij de duurzame inrichting. De provincie werkt aan een website waardoor de opgedane kennis en ervaringen met duurzame bedrijfsterreinen voor een groter publiek toegankelijk worden.
Nieuw is het programma Innovatief Ruimtegebruik. Dat begint met een pilot: het ‘Bedrijventerrein van de toekomst’ in de Blaricummermeent (in voorbereiding). GS willen in 2004 een bedrag van € 1,8 miljoen beschikbaar stellen voor de (her)inrichting van bedrijventerreinen waarbij 10% ruimtewinst wordt geboekt en kwaliteit en duurzaamheid voorop staan.
In de toekomst zullen de drie programma’s in elkaar worden geschoven.

Categorie: Provinciaal beleid, Publicaties Tags: Duurzame bedrijventerreinen

Henry Meijdam: ‘Geen nieuwe overloop zonder balans tussen wonen en werken.’

22 september 2008 door Annemiek Onstenk

NH – 2003

Een motto heeft het streekplan nog niet. De bestuurders van het nieuwe college van GS hebben het op het moment van schrijven zelfs nog niet geaccordeerd. Het past bij de ruimte die GS de regio wil geven bij het vaststellen en uitvoeren van het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord. Tot in het laatste stadium van de beleidsvorming wordt interactief gewerkt. Niets ligt nog vast. Maar als het aan gedeputeerde ruimtelijke ordening Henry Meijdam ligt, staan het herstel van de woon/werkbalans en de bereikbaarheid van het Noorden centraal. Rigide verboden komen er alleen waar bijzondere cultuurhistorie, natuur en landschap in het geding zijn. “Waardevolle dingen moet je niet aantasten.”

‘Ontwikkelen met kwaliteit’ heet het Ontwikkelingsbeeld. Welke kwaliteit heeft dit conceptplan dat het vigerende streekplan niet heeft?
“Er is meer samenhang tussen de functies. In het verleden gingen we vooral sectoraal te werk: iedereen moest z’n programma kwijt en zocht daarvoor een plekje in het streekplan. Nu zeggen we: als mensen ergens gaan wonen, moeten er ook plekken zijn waar ze kunnen recreëren en er moeten banen zijn. Deze aanpak leidt tot meer kwaliteit én tot een grotere uitvoerbaarheid.

U wilt in de regio alleen bouwen voor de eigen bevolking, kunnen bemiddelden uit de randstad geen villa in het groen kopen?
De nieuwe huisvestingswet staat niet toe mensen het wonen op een bepaalde plek te verbieden. Wat het thema wonen betreft is ons oogmerk wel vooral de eigen behoefte op te vangen.

Hoe garandeer je dat er beweging in de woningmarkt komt, dat het mooie wonen in het groen betaalbaar is voor (een deel van) de lokale bevolking zodat men doorschuift en ook starters op de huizenmarkt een kans maken?
Garanties voor beweging op de woningmarkt kun je niet geven. Gemeenten kunnen economische gebondenheid als regel voor toewijzing hanteren. Verder zal het wel zo blijven dat huizenkopers zich vrij kunnen vestigen. Maar vergeet niet dat met de opbrengst van dure villa’s aan het Wieringerrandmeer weer wat anders kan worden gedaan.

In de plannen zweven doelstellingen als welzijn en leefbaarheid en wonen/werken voor de eigen bevolking soms wel erg losjes boven de concrete voorstellen. De ontwikkelingskansen die worden geboden zijn fors. In het Toetsingskader staat dat Noord-Holland Noord bovendien de problemen van de deltametropool, lees de randstad, moet helpen oplossen. Wat wordt het, het accent op regionaal of toch oriënteren op de randstad?
“De koers is nog niet duidelijk vastgelegd, keuzen staan nog niet vast. Het ontwikkelingsbeeld is een poging de ruimtelijke vragen van het gebied op te lossen De manier waarop we dat doen is flexibel. We willen uitvoeringsgericht zijn met maximale betrokkenheid van mensen, het is geen plan voor in de la. Het streekplan dat op basis van het ontwikkelingsbeeld wordt gemaakt zal evenmin als toetsings- en controleapparaat worden ingezet. Het is niet meer van deze tijd om gemeenten op te leggen wat waar komt. Door samenspraak en overleg zorg je dat het gebied er zelf enthousiast mee aan de slag gaat.

U cijfert uzelf weg. Leidt zo’n opstelling tot uitholling van de rol van de provincie?
Nee, iedereen heeft inspraak maar wij moeten uiteindelijk de taart bakken.We veronachtzamen onze beleidsuitgangspunten niet. Het Ontwikkelingsbeeld, straks streekplan moet oplossingen bieden voor vraagstukken als de woonwerk balans en de ontsluiting van het gebied. De werkgelegenheid moet gelijke tred houden met de bevolking. Wij kiezen voor voldoende ruimte voor bedrijvigheid en willen alleen autonome groei van de bevolking toelaten. Voor woningbouw betekent dat een extra taakstelling van 30.000 woningen.
We onderscheiden gebieden waaromheen contouren zijn getrokken en gebieden die zo waardevol zijn dat we ze willen beschermen, zowel vanuit het oogpunt van natuur en milieu als cultuurhistorie. In het gebied dat overblijft kunnen gemeenten – binnen condities natuurlijk – hun gang gaan. Zo moet een bestemmingsplan altijd gepaard gaan met een beeldkwaliteitsplan.

Leidt interactief werken tot andere keuzen van GS?
Die kans bestaat. In Noord-Kennemerland leeft onder bestuurders de mening dat GS voorbij gaan aan hun inbreng. Zij hebben grote zorgen over de balans tussen het aantal inwoners en de werkgelegenheid. Als de mensen gelijk hebben en het voorliggende eerste concept onvoldoende voorziet in antwoorden, ben ik bereid dat aan te passen.

Er is uitgebreid aandacht voor zorg, huisvesting en welzijn van doelgroepen als ouderen, jongeren en jonge gezinnen. Maar er is, vergeleken met de andere terreinen, geen of weinig overleg geweest met betrokken instellingen, alleen met woningcorporaties. Hoe moet het met de uitvoering van de voornemens?
De hele situatie op welzijnsgebied zit in een ontwikkelingsfase. Door de vergrijzing moeten er nieuwe voorzieningen komen. Wij creëren daarvoor de ruimte. Het streekplan geldt voor tien jaar, met nog een doorkijk naar de volgende tien jaar. Gemeenten kunnen ook over een paar jaar nog invulling geven aan de plannen.

En als het gaat om het wegwerken van achterstanden?
Middels het Investeringsprogramma stedelijke vernieuwing (ISV) proberen wij in de noden van nu te voorzien. En er staan geen ijzeren schotten tussen ISV en uitvoeringsprojecten in het kader van het streekplan.

Landelijk lijkt polderen passé, u lijkt de smaak juist te pakken te hebben?
Je moet niet te veel kletsen zonder dat er een ei wordt gelegd. Waar het mij om gaat is het oplossen van problemen in het gebied. Dat gaat beter met een door betrokkenen gedragen streekplan. Als dat ouderwets is, het zij zo.”

 

Het plan in het kort

Centrale doelstellingen van het concept Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord zijn het vergroten van welzijn en leefbaarheid, groei van de regionale economie, bouwen voor de eigen bevolking en verbetering van de bereikbaarheid van het gebied. Wie daarbij vooral aan kleinschaligheid denkt, komt bedrogen uit. De Woning- en (spoor)wegenbouwers kunnen voorlopig voort in het gebied. Bloembollen, glastuinbouw en andere bedrijvigheid krijgen ruim baan. Voor de waterberging bestaan grootse plannen. Van grove lijnen, gauw klaar is evenwel geen sprake. Het plan getuigt van precisiewerk, waarbij bestemmingen zorgvuldig zijn ingepast. Karakteristiek open gebied – bijvoorbeeld tussen Castricum-Limmen en St. Pancras-Alkmaar – wordt beschermd, evenals cultuurhistorisch erfgoed als de Westfriese Omringdijk. Gebieden die ook beschermd zijn volgens de Habitat- of Vogelrichtlijn, zoals de Leekerlanden, zijn uitgesloten van verstedelijking of ander ruimtelijk ingrijpen.

 

Woningbouw

Tot 2030 komen er 65 000 woningen bij, inclusief de al vastliggende contingenten (± 35000 woningen). De stedelijke gebieden Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk (HAL) en Hoorn, Enkhuizen en Streek (HES) mogen verder groeien als respectievelijk centrumstad en bandstad, maar zullen niet aan elkaar groeien. Woningbouw in en rond kleine kernen wordt toegestaan.

Gemeenten krijgen meer vrijheid dan in het verleden om hun plannen voor woningbouw te ontwikkelen. De provincie stelt wel randvoorwaarden, zoals het in overleg met buurgemeenten opstellen van een woonvisie.

Waardevolle natuur en cultuurhistorie worden beschermd. Waar het volgens GS kan, is mooi wonen in het groen toegestaan.

 

Bedrijfslocaties

Het bedrijfsleven krijgt eveneens de kans om uit te dijen, geconcentreerd rond een aantal locaties. Men kiest niet voor bedrijvigheid langs corridors. Er komen nieuwe regionale bedrijventerreinen bij Den Helder (functie maritiem), West-Friesland (transport), Wieringermeer (agribusiness) en Alkmaar (overige bedrijvigheid).

De bloembollenteelt krijgt extra ruimte in de Noordkop (2900 ha.), de glastuinbouw in de Wieringermeer, Het Grootslag (bij Andijk) en Heerhugowaard. Om extra werkgelegenheid te scheppen wordt in de Wieringermeer grootschalige glastuinbouw gecombineerd met een agribusinesscentrum.

 

Fysieke infrastructuur

De N99 wordt opgewaardeerd. Als de aanleg van het Wieringerrandmeer doorgaat, zal nut en noodzaak worden onderzocht van een omlegging van de rijksweg naar Wieringenwerf of Middenmeer (aansluiting op A7). Over het tracé van de Westfrisiaweg en over de vraag of de weg nieuw wordt aangelegd dan wel opgewaardeerd, wordt uiterlijk in 2005 een beslissing genomen. De A9 naar Alkmaar zien GS graag verbreed. Het spoor kan op verschillende trajecten worden verdubbeld.

 
Water

De capaciteit voor waterberging groeit met 2%. In nieuwe stedelijke gebieden moet 11% van de oppervlakte water kunnen opvangen en/of bergen.

 

Sociale infrastructuur

Er is aandacht voor huisvesting, zorg en welzijn voor doelgroepen als ouderen, jongeren en jonge gezinnen. De provincie geeft een aanzet om problemen als de vergrijzing en verschraling van voorzieningen op het platteland het hoofd te bieden. Gemeenten worden uitgenodigd met concrete plannen  te komen.

Het plan voorziet in de bouw van 8700 aangepaste nieuwe woningen voor het zelfstandig wonen van mensen die zorg behoeven. Alle andere nieuwbouwwoningen moeten levensloopbestendig zijn.

De problemen van starters om aan een woning te komen hoopt de provincie te ondervangen met doorstroming op de huizenmarkt.

Categorie: Provinciaal beleid, Publicaties

Stedelijke vernieuwing in Beverwijk

29 augustus 2008 door Annemiek Onstenk

NH – 2004

Jonge gezinnen trekken weg, de bevolking vergrijst, lage en middeninkomens zijn oververtegenwoordigd. Beverwijk heeft een probleem. De stad heeft onvoldoende kwaliteit en diversiteit te bieden als het gaat om wonen, werken en recreëren. Dat gaat anders worden. Naoorlogse wijken en bedrijventerreinen worden opgeknapt. Tegelijkertijd investeren gemeente en provincie in sociale en culturele voorzieningen om de neerwaartse spiraal te keren. Op bezoek in booming Beverwijk.De sloop- en bouwwerkzaamheden zijn in volle gang. De wijk Meerestein wordt op de schop genomen. Goedkope huurflats en portiekwoningen maken plaats voor nieuwbouw, meer koop dan huur. Scholen gaan tegen de vlakte, een nieuw multifunctioneel complex komt ervoor in de plaats. Naast basisscholen worden er ook kinderopvang en ontmoetingsruimten in ondergebracht.
Na de Tweede Wereldoorlog, toen Hoogovens explosief groeide en steeds meer werknemers naar de regio haalde, stampte Beverwijk in hoog tempo enkele woonwijken uit de grond. Te snel, het ging ten koste van kwaliteit en diversiteit. Daarom zijn wijken als Meerestein en Oranjebuurt grotendeels afgeschreven. Wethouder Maarten Dijkshoorn (PvdA): “Beverwijk heeft een eenzijdig woningbestand. Ook de werkgelegenheid en de bevolkingsopbouw zijn eenzijdig.”

Vmbo
Gemeente, rijk en provincie willen deze problematiek met vereende krachten tackelen. Beverwijk zit middenin een grootscheepse operatie van stedelijke vernieuwing. Men werkt vanuit de overtuiging dat die meer om het lijf heeft dan steen en asfalt alleen. “Stedelijke vernieuwing is pas succesvol als gelijktijdig het voorzieningenniveau extra impulsen krijgt,” stelt Dijkshoorn.
Eén voorziening die dringend verbetering behoeft is de huisvesting van het voortgezet onderwijs voor zowel Beverwijk als buurgemeente Heemskerk. Het vmbo is verspreid over verschillende locaties. Eén van de gebouwen is in slechte staat. De uitval in het beroepsonderwijs is hoog. “Ouders willen toch al graag hoger onderwijs dan het vmbo voor hun kinderen,” zegt wethouder Dijkshoorn, “als het ook nog in een oud gebouw zit wijken ze uit naar elders. Beverwijk en Heemskerk willen mooie huisvesting, die leerlingen aantrekt. De verschillende soorten vmbo-onderwijs moeten geconcentreerd worden rond één locatie, ook om de doorstroming makkelijker te maken.” De vernieuwingsplannen hebben een directe link met werkgelegenheid. Werkgevers klagen al jaren dat zij moeilijk aan technisch personeel kunnen komen. “Het beroepsgerichte vmbo is belangrijk voor de regio.”

Topper
Van heel andere aard zijn de investeringen in voorzieningen ter lering en vermaak. Dijkshoorn: “Beverwijk heeft het imago van grijze industriestad. Er gebeurt te weinig. Alleen Wijk aan Zee weet behoorlijk wat bezoekers aan zich te binden. We willen de stad aantrekkelijker maken, zowel voor bewoners als voor mensen van buiten die komen recreëren.” De gemeente heeft daarbij het oog laten vallen op twee locaties: het Kerkplein in het centrum en Huize Westerhout aan de groene rand van de stad.
Op een maandagochtend ligt het Kerkplein er verlaten bij. Een enkele bezoeker wacht tot de bibliotheek open gaat. Bij het Kennemer Theater gaat af en toe iemand naar binnen. Cultureel café Camille is dicht. Stratenmakers hebben hier ooit mooi werk geleverd en er ligt nergens afval op straat. Aan charme en uitstraling ontbreekt het niet. Het Kerkplein moet het culturele hart voor de noordelijke IJmond worden. Daar is voorstellingsvermogen voor nodig. Aan en rond het plein wordt namelijk ook gewoond. Het is bovendien slecht bereikbaar. Er worden kerstmarkten gehouden en koninginnedag wordt uitbundig gevierd. Volgens plan komt daar een jaarlijkse Uitmarkt bij, maar dan zit je al gauw aan de grens van het toelaatbare in een woonbuurt. De gemeente wil extra programmering in het theater, de entree toegankelijker maken en de dans- en muziekschool naar het Kerkplein halen. Deelnemers aan de stadsgesprekken brachten in dat zij meer behoefte hebben aan terrassen dan aan extra voorstellingen. Een terras zal echter zeker stuiten op verzet van de pleinbewoners.
Toekomstige bezoekers van Huize Westerhout komen wat dat betreft beter aan hun trekken. “Huize Westerhout is een voorbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen,” zegt Maarten Dijkshoorn. “In het monumentale pand aan park Westerhout komen een ondernemerssociëteit, een centrum voor kunst en cultuur en een horecagelegenheid. Gezien de behoefte aan terrassen in Beverwijk wordt dat een topper. De verschillende partners die het zullen ontwikkelen en exploiteren hebben de wil tot samenwerking uitgesproken.”

Sociaal profiel
Je kunt niet de sociale structuur versterken zonder overleg met de burgers die er de dragers van vormen. Dus betrekt de gemeente burgers, bedrijven en organisaties bij het ontwikkelen van de plannen. Wethouder Dijkshoorn: “Mensen komen met specifieke wensen, bijvoorbeeld voor voorzieningen in de wijk. Ouderen wijzen op toenemende eenzaamheid en gebrek aan mobiliteit. Daar willen we wat aan doen. Mensen moeten ’s middags en ’s avonds ergens naar toe kunnen.” Behalve stadsgesprekken, waren er aparte gesprekken met ouderen- en jongerenorganisaties. De weerslag van die raadpleging is te vinden in een bundeltje met de titel Beverwijk bindt, die nog eens aangeeft wat de gemeente voor ogen staat.
Van minstens één organisatie zal de gemeente met daden in plaats van een mooi boekje het vertrouwen moeten winnen. Het Ouderenplatform strijdt al jaren voor verbetering van hun ontmoetingsruimte. “In het centrum van de stad wonen veel ouderen. Wij hebben al 30 tot 35 jaar een ontmoetingsruimte in het Kennemer Theater, vroeger De Slof geheten,” zegt Joop Smit, tot voor kort lid van het platform. “De ruimte voldoet niet meer, de ouderen willen verbouwen. Tweeëneenhalf jaar geleden hebben we de wethouder plannen overhandigd, met plattegronden en een begroting erbij. Ons werden twee ambtenaren van de gemeente toegezegd, die bij de uitwerking zouden helpen. We hebben ze nooit gezien. Bezoekers haken intussen af, het heeft de ouderenbonden leden gekost.”
Pijnpunt bij jongeren, de andere doelgroep van beleid, is een eigen jongerencentrum. Het gemeentebestuur heeft er geen oren naar. Rosanna Metselaar: “Wij willen al jaren een jongerencentrum. De ene keer is er geen ruimte, dan weer wordt het besluit uitgesteld. Na de gemeentedag vorig jaar zei een raadslid dat er binnen een half jaar een plan op tafel ligt. Daar hoor je niks meer van.”
Er is sprake van geweest dat jongeren een ruimte met eigen opgang kregen in het multifunctionele gebouw in de Oranjebuurt, maar dat plan is afgeblazen.
Natuurlijk zijn er verschillen tussen voornemens en praktijk en tussen de keuzen van het bestuur en de wensen van bewoners. Verantwoordelijk wethouder Kooiman wijst de plannen van de ouderen als te duur van de hand en verzekert dat B & W met een nieuw voorstel aan de raad zullen komen.
Wat de jongeren betreft stelt wethouder Dijkshoorn dat de gemeente binnenkort een haalbaarheidsonderzoek zal doen voor een jongerenactiviteitencentrum. “Geen hangplek met een dak erboven, maar een centrum met programma’s voor elk wat wils,” zo verzekert hij.

Beverwijk hoeft niet direct een ‘stad van stand’ te worden. Maar de facelift moet wel enig niveau hebben, zoveel begrijpen we uit ons bezoek. De stedelijke vernieuwing moet Beverwijk verlossen van eenzijdigheid en leiden tot het aantrekken van hoger opgeleiden en mensen met hogere inkomens. Dat de stad naast zijn stalen gezicht ook een sterker sociaal en cultureel profiel zal krijgen, zoveel is zeker.

 

“Het is net of je een opstel indient.”
Rosanna Metselaar over inspraak bij de gemeente.

Ze omschrijft zichzelf als ex-hangjongere en studeert aan het MBO Sociaal Pedagogisch Werk in Beverwijk. Daarna wil ze naar de Pabo in Haarlem. “Ik wil lerares worden. Het zal niet moeilijk zijn een baan te vinden, er is zo’n schrijnend tekort aan leerkrachten.” Rosanna Metselaar (19) is geboren en opgegroeid in Beverwijk en als het aan haar ligt blijft ze er haar hele leven wonen. “Dat geldt voor veel jongeren, zij blijven lang bij hun ouders wonen. Als ze voor hun studie moeten verhuizen, willen ze later terugkeren. Er zijn hier niet veel kamers, maar de gemeente heeft plannen voor starterswoningen.”
Vijf jaar lang zat Rosanna in de door de gemeente ingestelde Jeugd Advies Groep (JAG). Het vak van woordvoerder en lobbyist heeft ze goed onder de knie. Dat levert niet altijd wat op. “Een jongerencentrum is er nog altijd niet. Als kleine club sta je je mening te uiten tegenover de grote gemeente, het is net of je een opstel indient.”
Ze vind het een goed idee het aanbod voor jongeren op het Kerkplein te vergroten. “Ik heb een stamkroeg, maar een disco hebben we niet. Een grote stad als Beverwijk moet dat toch hebben. Veel klasgenoten gaan naar Wijk aan Zee. Maar de nachtbus rijdt niet tot aan de sluitingstijden en soms passen niet alle mensen in de bus.”
Bij het JAG is ze inmiddels veteraan, ze heeft geen tijd meer als gewoon lid. “Maar ik heb hen beloofd dat ik bij grote dingen nog wil optreden richting gemeente.”

 

Joop Smit

“De gemeente Beverwijk belooft van alles, maar doet het niet. Er wordt niet echt naar ons geluisterd.” Joop Smit is 77 en al zijn hele leven actief. Hij werkte 47 jaar bij de Hoogovens en was lid van de Raad van Overleg, de OR en de COR. Tot voor kort was hij penningmeester van de ANBO en lid van het Ouderenplatform Beverwijk.
Het Ouderenplatform heeft de artikel 82 status, het mag daarom de gemeente van advies dienen. In de praktijk komt daar naar de mening van Joop Smit weinig van terecht. “We worden alleen achteraf bij de plannen betrokken en mogen dan “ja” zeggen.”
Drie jaar geleden kreeg zijn vrouw een hersenbloeding. Ze kwamen in een aanleunwoning naast het verzorgingshuis terecht. Smit zou persoonlijk zeer gebaat zijn bij goed ouderenvervoer. “Zes jaar geleden hebben we al met de gemeente rond de tafel gezeten om te praten over van deur tot deurvervoer voor ouderen en invaliden. Het komt er nu, zeggen ze, in 2004. Het duurt allemaal te lang.” Hij rijdt zijn vrouw daarom overal zelf naar toe, met de eigen auto. Dat levert ook zijn ergernissen op: “De Breestraat is onlangs verbeterd, zonder overleg met de ouderen overigens. De fietsenrekken voldoen niet, bij een zuchtje wind vallen de fietsen om. En bij de parkeerplaatsen ontbreekt de markering, zodat je moeilijk kunt inparkeren. Ik heb de gemeente erbij gehaald en ze zouden het aanpassen. Dat is nu een half jaar geleden.”
Door de ziekte van zijn vrouw heeft hij de functies waarvoor hij van huis moet neergelegd. Nu is hij lid van de cliëntenraad van het verzorgingshuis. Ook maakt hij zich verdienstelijk in de huurderscommissie, omdat de 51 aanleunwoningen drie jaar na oplevering nog altijd gebreken vertonen.

Categorie: Lokaal sociaal beleid, Provinciaal beleid, Publicaties Tags: Stedelijke vernieuwing

Primaire Sidebar

Provinciaal beleid
  • Kilometers kwaliteit en een toef duurzaamheid. Innovatie van bedrijventerreinen.
      NH – 2003 Geschakeld bouwen, serverhosting, segmenteren en een ‘kostenefficiënte kwaliteitsslag in dienstverlening’. De vaktaal imponeert. Maar wat gebeurt er precies? ...
  • Henry Meijdam: ‘Geen nieuwe overloop zonder balans tussen wonen en werken.’
    NH – 2003 Een motto heeft het streekplan nog niet. De bestuurders van het nieuwe college van GS hebben het op ...
  • Stedelijke vernieuwing in Beverwijk
    NH – 2004 Jonge gezinnen trekken weg, de bevolking vergrijst, lage en middeninkomens zijn oververtegenwoordigd. Beverwijk heeft een probleem. De stad ...

Artikelen

Selecteer subcategorie
category
6419dfbb8e580
1
1
27
Loading....

Tweets…

'n stem op #BBB zou 'n stem tegen elite zijn, tegen 't establishment van gevestigde politiek/bestuur. Maar stemden #BBB kiezers twintig jaar geleden voor #LPF en #pimfortuijn? Precies, vertegenwoordiger van 't establishment! Fortuijn behoorde tot de #elite én won harten & stemmen

Ongeveer 2 dagen geleden op Onstenk's Twitter

Wir sind das Volk. Aber wie oh wie nog meer?

Ongeveer 5 dagen geleden op Onstenk's Twitter

Mooi gedaan @Natascharosa prachtige, aangrijpende en roerende docu #Broertje over tocht bevrijde vader #DeWinter uit nazi-Duitsland 1945

Ongeveer 2 weken geleden op Onstenk's Twitter

Wandelen op #Kythira, een aanrader! annemiekonstenk.nl/2023/03/07…

Ongeveer 2 weken geleden op Onstenk's Twitter

Ik stem #GroenLinks pic.twitter.com/zYCFiifvQJ

Ongeveer 2 weken geleden op Onstenk's Twitter

@annemiekonstenk volgen

Volg mij op

  • LinkedIn
  • Twitter

© 2023 Annemiek Onstenk, journalist | Tekst, redactie & research | Techniek WordPress | Realisatie Zin in Webdesign