W: ‘U spreekt met de Hulpactie Haïti, wat kan ik voor u doen?’
O: ‘Ik wil mijn donatie doorgeven en de organisatie een tip aan de hand doen.’
W: ‘Welk bedrag wilt u doneren en wat is uw tip?’
O: ‘Ik ben zzp’er en heb deze week aangifte omzetbelasting over 2009 moeten doen. Ik zat net onder de grens waarop je btw afdraagt. Gelukkig maar, nu kan ik dat bedrag aan hulporganisaties in Haïti geven. Misschien kan de belastingdienst de omzetbelasting over 2009 van alle kleine zelfstandigen tot een bedrag van €1500,= per zzp’er aan Haïti schenken? Uw stem lijkt overigens sprekend op die van Geert Wilders.’
W: ‘Spreekt u mee.’
O: ‘Huh, u bij een hulpactie voor een straatarm zwart land?! Wat een verrassing!’
W: ‘Ja, voor noodhulp maak ik een uitzondering. Het gaat hier om een natuurramp, dan help je elkaar.’
O: ‘U leidt noodgedwongen een heel beschermd bestaan, dus krijgt al het nieuws vast vooral via die vermaledijde media. Heeft u op tv gezien dat er vanmiddag ruim honderd Haïtiaanse kinderen zijn aangekomen in Nederland, waarvan de meeste zijn geadopteerd en hier blijven?’
W: ‘Ze zijn welkom.’
O: ‘De immigratiestop uit niet-westerse landen voor vijf jaar die u bepleit, geldt niet voor hen?’
W: ‘Het zijn onschuldige kinderen.’
O: ‘Dat immigranten de eerste tien jaar van hun verblijf in Nederland geen recht op een uitkering hebben, zoals u voorstelt, geldt ook niet voor hen?’
W: ‘Ze zullen behandeld worden als alle andere adoptiekinderen van buiten Nederland en de EU.’
O: ‘En het maakt niet uit wat ze kosten? Of verwacht u dat kinderen uit een katholiek land minder problemen opleveren dan uit een islamitisch land?
W: ‘Mevrouw, ik moet weer eens verder, er willen meer mensen doneren.’
O: ‘Nog één ding, meneer Wilders. Een deel van Haïti is met de grond gelijk gemaakt, letterlijk. Als volwassen landgenoten de Haïtiaanse kleintjes willen volgen, wat dan?’
W: ‘Mijn partij is tegen het open deurbeleid van Nederland. Nederland is vol. Ik wil niet dat vreemdelingen blijven toestromen. Het zijn gelukszoekers, daarvan hebben we er nu genoeg. Maar ik zit hier nu als mens, mevrouw, niet als PVV-leider. Blijft u aan de lijn, dan noteren we uw gegevens. Goedenavond mevrouw.’