Aanval na aanval op gevestigde instituties lanceerde Geert Wilders de afgelopen jaren en kiezers beloonden hem daarvoor. Internationale verdragen moesten het ontgelden, de Europese Unie, het staatsapparaat, ontwikkelingssamenwerking, de rechterlijke macht, de media en de cultuur. Voortdurend haalde hij haatdragend uit naar de ‘linkse kerk’ en ‘elite’. Alsof links aan de macht was en de gevestigde orde vertegenwoordigde. Deze van Berlusconi, de godfather van Italië, en de Republikeinen in de VS afgekeken demonisering van links (dat de ‘linkse’ parlementaire pers het regerende driemanschap recentelijk tot politici van het jaar koos, zegt genoeg) was effectief. Links werd geregeld in het defensief gedrongen. Daarbij liepen oppositionele (b.v. tegen kabinet Balkenende) en behoudende geluiden (b.v. mensenrechtenverdragen, EU en ontwikkelingssamenwerking handhaven) door elkaar. Bovendien bleven linkse partijen onderling verdeeld. GroenLinks en D66, partijen overigens die eveneens werden beloond door de kiezer, vonden de SP en de PvdA op sociaaleconomisch terrein ‘behoudzuchtig’. D66 zelf is niet voor radicale herverdeling. GroenLinks en de PvdA praatten over samenwerking, maar wilden daar de SP niet bij hebben, etc.
Uit de reacties van links op de megabezuinigingsplannen van Rutte & Co en gemeenten, blijkt wederom hoe diffuus de linkse focus is. Zijn we solidair (en wat is dat dan?) of solitaire? Is links voor een verder doorgevoerde meritocratie of voor herverdelen? Verheffen of verheven voelen? Buitenparlementaire actie of re(a)geren vanuit de oppositie? Verzorgings- of activeringsstaat? Vrijheid of volgzaamheid?
Nu de storm van mister PVV, de grote gedoger, voor een groot deel is uitgeraasd, is er ruimte voor linkse tegenwind. De oprichters van de links-liberale denktank Waterland riepen op tot de vorming van een nieuwe ‘sociaalindividualistische’ beweging. Daarin zouden sociaalliberalen van D66, links-liberalen van de VVD, vrijzinnigen van GroenLinks en sociaalindividualisten in de PvdA elkaar kunnen vinden. De combinatie ‘sociaalindividualistisch’ moet borg staan voor vrijheid om anders te zijn, denken en leven en voor gelijke kansen voor iedereen. Volgens Dick Pels, medeoprichter van Waterland, impliceert een radicale kansengelijkheid een herverdeling van economisch en cultureel bezit en een rechtvaardige spreiding van inkomen, kennis en macht (in: Wat de Vrijzinnig-Democraten willen, Stichting Waterland, 2008).
Paul Lucardie en Gerrit Voerman van het Documentatiecentrum Nederlandse politieke partijen stellen in het pas verschenen Van de straat naar de staat? GroenLinks, 1990-2010 dat GroenLinks, D66 en de PvdA elkaar over de gehele linie naderen. De ideologische en programmatische verschillen tussen hen bestaan nog altijd, maar zijn kleiner geworden. Vooral omdat het accent bij het nu twintigjarige GroenLinks is verschoven van buitenparlementair naar gouvernementeel. Afgelopen zomer had regeringsdeelname van deze partij gekund, al was de kans over rechts groter dan over links. Ook in het buitenland zijn meer voorbeelden van groenrechtse dan groenlinkse coalities te vinden. Het (potentiële) electoraat is volgens Lucardie en Voerman echter het meest gecharmeerd van een radicaal GroenLinks (selling points: milieu, multiculturalisme), dat links van het drukke midden blijft. Dat sluit toenadering tot de PvdA en D66 naar hun mening overigens niet uit. Een eventuele fusie tussen GroenLinks, PvdA en D66 verwachten zij pas als Nederland verder verrechtst, links electoraal keldert en de PvdA zelfstandig geen kans op het premierschap meer maakt.
Het sociaalindividualistische perspectief van de vroege Waterlanders lijkt niet meer te volstaan als tegenwind in het huidige rechtse klimaat. Onder andere de groene agenda ontbreekt. Nu is milieu geen exclusief links onderwerp (overigens net zo min als ‘kansengelijkheid’, ‘vrijheid’, etc. dat zijn). Maar met de groene leegte van rechts, moet links ijveren voor radicale milieupolitiek. Ook milieu is een herverdelingsvraagstuk, onder meer tussen de generaties. Wat we nu opmaken of onherstelbaar beschadigen, is niet meer beschikbaar voor volgende generaties.
De keuze voor individuele kansen, rechten en vrijheden, komt bovendien volledig in de plaats van de oudlinkse oriëntatie op het collectief. Een notie van solidariteit ontbreekt. Onhoudbaar nu, na de babyboomgeneratie, de veertiger Rutte doorgaat met potverteren. Het Sociaal en Cultureel Planbureau constateerde onlangs dat de huidige jongeren het voor het eerst sinds decennia niet beter krijgt dan de ouderen. Het SCP ziet een omslag in de sociale stijging van volgende generaties. Nu hoeft niet elke generatie in kennis en welvaart over de vorige heen te groeien. Maar mensen moeten wel bereid blijven belasting en premies voor pensioen, AOW of ziektekosten te betalen, ook voor anderen. Naast ontplooiingskansen, rechten en vrijheden voor ieder mens afzonderlijk, is er de collectieve verantwoordelijkheid voor kwetsbare mensen die daar geen gebruik van kunnen (of willen) maken. Zelfredzaamheid is voor velen ideaal, maar moet geen dwangbuis zijn voor hen die daartoe niet in staat zijn of die liever de veiligheid en geborgenheid zoeken van het collectief. Er(gens)bij horen is even belangrijk als jezelf kunnen ontplooien.
Als PvdA, D66 en GroenLinks in staat zijn om met de VVD over regeren te onderhandelen, moet het toch mogelijk zijn om samen met de SP oppositie te voeren. Allereerst met het oog op de keuzen voor bezuinigingen van het Rutte-kabinet en op Provinciale Statenverkiezingen van 2 maart aanstaande. Het, met wisselende meerderheden, parlementair en buitenparlementair, zorgen voor zaken als vermindering inkomensverschillen, realiseren milieudoelen en afbouw hypotheekrenteaftrek, lijkt voorlopig de meest haalbare optie.