Een hele winter zeggen ze het vol te willen houden, de bezetters van het Amsterdamse Beursplein. Na tien dagen actievoeren is er een Occupy mini-maatschappij ontstaan, met een taakverdeling, regels (voorzichtig met alcohol en drugs, om 01.00u ’s nachts letterlijk onder zeil, etc), afspraken, buitenlandse gasten die gezellig in klaarstaande tentjes meeliften en voorzieningen als een kachel, een eettent, een bibliotheekje, een verkleedtent, een slaaptent en een informatiebalie met discussieruimte. ’s Nachts waken zogeheten peacekeepers over de veiligheid van de Beurspleinslapers. Elke avond half 7 is er een General Assembly waar van alles aan de orde kan komen. Om de activisten (waarom heten ze hier geen rebellen of opstandelingen?) en andersglobalisten vanuit het buitenland van dienst te zijn, kunnen talenknobbels zich aanmelden om discussies simultaan te vertalen. Een oudere dame komt een zak dikke truien brengen, een oudere heer neemt foto’s. ‘Wie weet ontstaat hier iets blijvends,’ zegt een van hen, ‘dan gaat het om een historisch moment.’