Woensdagavond 18 januari protesteerden enkele tientallen demonstranten tussen dubbele dranghekken bij de Portugese synagoge in Amsterdam tegen het bezoek van premier Netanyahu. Een veelvoud aan agenten, in busjes, te paard, te voet, op de fiets en als stillen, vormde kordons en bewegende formaties ter afschrikking ende intimidatie. Opgesteld, en in de wijde omtrek nog in de rug gedekt door klaarstaande Mobiele Eenheid, alsof de anderhalve demonstrant bij de synagoge iets kwaads of ergers in de zin had. De premier, in colonne met vele volgauto’s waarin nog een eigen voorraad beveiligers, arriveerde ondertussen aan een andere kant. Als er geen aanwijzingen voor geweld waren, is een dergelijke politie-inzet niet te verdedigen.
Natuurlijk moet de Israëlische premier beschermd en beveiligd worden. Je moet er niet aan denken dat hem iets overkomt. Eén gek is daarvoor genoeg, zo weten we. Maar afgeschermd worden van spreekkoren en stiekem, achter de Dokwerker langs, de Portugese synagoge van de zijkant binnenglippen, gaat te ver en is Amsterdam onwaardig. De demonstranten hebben reden om leuzen tegen Netanyahu te roepen: de muur, de illegale nederzettingen in Palestijns gebied, het machtsvertoon aan de grensposten, etc, de argumenten zijn bekend. Als de man, gesteund door de Nederlandse regering, staat voor z’n zaak, dan was hij met opgeheven hoofd en door de voordeur naar binnen gegaan. Temeer daar hij in de synagoge, naar verluidt, een heuse vredesboodschap ging verkondigen.
In het complexe Israëlisch/Palestijns conflict is geen simpele keuze of stellingname meer mogelijk. Daarom had Amsterdam zich neutraler moeten opstellen bij controversieel bezoek als Netanyahu. En geen overmacht aan politie haar eigen Amsterdamse demonstranten moeten laten omsingelen, alsof zíj de boosdoeners zijn.