Binnenkort beslist de Eerste Kamer over de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche. Prostituees, Raad van State en anderen vrezen dat illegale prostitutie toeneemt.
In maart 2011 stemde een meerderheid van de Tweede Kamer al met de wet in. Het kabinet wil met verdere regulering bewerkstelligen wat met de opheffing van het bordeelverbod in 2000 niet lukte: het tegengaan van mensenhandel, gedwongen prostitutie en illegale of minderjarige prostituees. Belangrijkste onderdelen van de nieuwe wet zijn verplichte registratie van prostituees, verhoging van de minimumleeftijd voor sekswerk van 18 naar 21 jaar, vergunningplicht voor alle seksbedrijven en vergewisplicht voor prostituanten. Die laatste houdt in dat klanten ‘hun’ prostituee naar haar papieren moeten vragen.
Wat evenmin is gelukt sinds de opheffing van het bordeelverbod is het verbeteren van de arbeids- en rechtspositie van sekswerkers. ‘Als prostituee kun je geen bankrekening of arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten,’ zegt een prostituee. ‘Noch kun je je inschrijven bij een woningbouwcorporatie en zeggen dat je dit beroep uitoefent. De Kamer van Koophandel adviseert je bij inschrijving openlijk een ander beroep op te geven.’ Bovendien beschouwt de belastingdienst veel sekswerkers ten onrechte als zelfstandigen. Wanneer vrouwen werken met een exploitant zijn zij feitelijk geen eigen baas. Maar desondanks houdt de Arbeidsinspectie, anders als in bedrijven met vergelijkbare arbeidsverhoudingen, in seksclubs en bordelen geen toezicht op arbeidsomstandigheden en naleving van wettelijke regels. Prostituees zijn niet arbeidsrechtelijk beschermd. Wel moeten seksbedrijven, om een vergunning te krijgen, voldoen aan gemeentelijke regels rond hygiëne en gezondheid.
Georganiseerde prostituees zijn tegen de verplichte registratie van sekswerkers. ‘Nederlandse vrouwen willen zich, naast de inschrijving bij de Kamer van Koophandel en belasting betalen, niet ook nog eens laten registreren bij de gemeente. Wat gebeurt er met die data? Studenten, die later een goede baan willen, gaan ondergronds werken,’ zegt een woordvoerder van beroepsorganisatie Vakwerk. ‘Die verplichte registratie wordt een ramp. Maar misschien stuurt de overheid daar op aan, dan kan zij daarna het Zweeds model invoeren: alle prostitutiebezoek strafbaar stellen.’
Ook de Raad van State, een groot deel van de Eerste Kamer en verschillende geconsulteerde organisaties zijn kritisch over de nieuwe prostitutiewet. De Raad van State constateert dat de wet louter administratieve verplichtingen oplegt aan de branche en situaties en gedragingen daarbinnen laten voor wat ze zijn. ‘Het administratief reguleren van de seksbranche is iets anders dan het bestrijden van misstanden,’ zo luidt een van de conclusies uit het (negatieve) advies. De Raad vreest dat de wet zelfs het omgekeerde effect kan hebben dan de beoogde bestrijding van misstanden: groei in plaats van afname van illegale prostitutie. Eerste Kamerleden hebben eveneens twijfels bij de effectiviteit van de middelen. Ze verwachten veel bureaucratische inzet voor het registreren van vrouwen en het controleren van ook nu al legale bedrijven. Die gaat af van de capaciteit om misstanden te lijf te gaan.
Andere bezwaren zijn dat de registratieplicht de privacy aantast, dat registratie fraudegevoelig is en de wet, die een driejaarlijks ‘contactmoment’ met circa 30.000 prostituees betekent, onuitvoerbaar. Opsporing en vervolging van minderjarige prostituees en mensenhandelaren zijn bovendien al mogelijk binnen de bestaande wetgeving. Ook nu worden honderden gevallen van vrouwenhandel per jaar bekend. Die leiden echter zelden tot een veroordeling. Vang je rotte appels in de seksbranche door niet criminelen, maar prostituees zelf de duimschroeven aan te draaien? Afschrikwekkender dan het registreren van potentiële slachtoffers is het achter slot en grendel krijgen van vrouwenhandelaren. De kans is immers groot dat exploitanten die vrouwen onvrijwillig of zelfs onbetaald voor zich laten pezen, hen ook zullen dwingen zich te registreren. Deze vrouwen zullen dan legaal prostituee zijn, terwijl zelfbewuste sekswerkers, die zich bijvoorbeeld om privacyredenen niet willen registreren, illegaal worden. Slachtoffers van mensenhandel worden zo ‘gewit’ door de gemeente zelf. Onlogisch is ook dat de Wet regulering prostitutie buitenlandse vrouwen die aangifte doen van gedwongen prostitutie mínder in plaats van meer recht geeft op een tijdelijke verblijfsvergunning en bijstand.
Escort
Gemeenten als Amsterdam zijn blij met strengere regulering van de seksbranche. Zij hopen met de nieuwe wet extra instrumenten in handen te hebben. Is die verwachting reëel?
Zelf heeft Amsterdam al een vergunningplicht voor escortbedrijven, sinds 2008. Alleen escortbureaus die door de integriteitstest (Bibop) komen, krijgen een vergunning. Zelfstandig (thuis)werkende escorts vallen weer niet onder deze verplichting.
De gemeente schreef de afgelopen jaren 102 escortbureaus aan, 33 escortbureaus kregen een vergunning. Het vermoeden bestaat dat de overige escortbedrijven ‘vluchtten’ en hun activiteiten elders voortzetten. De nieuwe Wet regulering prostitutie moet hier een stokje voor steken, omdat escortclubs in het hele land een vergunningplicht krijgen. Ook met het inzetten van lokprostituanten probeert Amsterdam de sector op te schonen. De zedenpolitie controleerde in 2010 via de zogenoemde ‘hotelkamercontrole’ vrouwen uit 27 escortbedrijven op papieren. Prostituees van negen escortbureaus bleken illegaal te werken. Tot nu toe is tweemaal een dwangsom opgelegd.
‘Onze methoden schrikken af en werken,’ zo laat gemeente Amsterdam weten. Maar een (zelfbenoemde) klokkenluider, eigenaar van een escortclub die de goede naam van exploitanten die zich aan de wet houden en hun zaak op orde hebben, niet wil laten lijden onder malafide praktijken van anderen, trekt een andere conclusie. ‘Verschillende exploitanten, aan wie een vergunning werd geweigerd vanwege een crimineel verleden of het in dienst hebben van illegale Bulgaarse en Roemeense vrouwen, zetten hun escortbedrijf gewoon voort op naam van hun zus, vriendin of vriend.’ Behalve het onder een nieuwe naam voortzetten van oude praktijken, zijn er meer mazen in het net. Zo is het afgelopen jaar een verschuiving te zien geweest van escortservice naar thuisservice. Thuiswerkers zullen ook in de nieuwe, landelijke wet geen vergunning nodig hebben.
‘De escortbranche, waarin vooral wordt gewerkt met 06-nummers en internetsites, is inderdaad moeilijk onder controle te krijgen,’ erkent een woordvoerder van gemeente Amsterdam.
Het ziet ernaar uit dat de Wet regulering prostitutie vrouwen in de seksindustrie verplicht zich te registreren of, wanneer zij dat niet willen of te jong zijn, ondergronds te gaan, maar nalaat hen arbeidsrechtelijk te beschermen. Ook slachtoffers van gedwongen prostitutie krijgen het moeilijker, terwijl criminele seksbazen meestal vrijuit gaan.