Tegenover participatieplicht, zou een werkgeefplicht moeten staan.
Nieuw Amsterdam #05 – januari 2015
Wie, net als ik voor magazine Qracht 500, gesprekken voert met mensen die chronisch ziek, langdurig werkloos zijn, schulden hebben, dakloos of niet legaal in Nederland zijn, zal versteld staan van hun positieve houding. Hoe schrijnend hun situatie ook is, de meesten proberen er het beste van te maken. Mensen die in armoede leven, zijn niet per se arme mensen. Velen zijn onvrijwillig uitkeringsafhankelijk. Zij werken liever, maar werkgevers willen hen niet. Tegenover hun participatieplicht, zou een werkgeefplicht moeten staan. Participatie takes two. Ook zou het mogelijk moeten zijn betaald werk in deeltijd en met beperkte verantwoordelijkheden, te combineren met een deeluitkering.
Armoede en schulden kunnen mensen ziek maken. Zij hebben hersteltijd, vertrouwen en ondersteuning nodig. Moedig schuldenaren aan zich zo spoedig mogelijk te melden. Behandel hen vriendelijk, niet als ‘daders’. Een enkele uitvreter daargelaten, zijn mensen in armoede te goeder trouw. Wel is aandacht nodig voor financiële geletterdheid. Gebruik eenvoudige taal in folders en aanmaningsbrieven. Vergroot de weerbaarheid van burgers door positieve campagnes over zuinig omgaan met geld. Zet mensen niet aan tot aankopen die zij niet kunnen betalen, zoals premier Mark Rutte met z’n “Kóóp eens een nieuwe auto.”
Er bestaan geen gemakkelijke oplossingen voor armoede. Armen verloren vaak niet alleen hun baan, inkomsten of bedrijf, maar ook hun huis, gezondheid, zelfvertrouwen, relatie en/of contact met hun kinderen. Veel mensen beschikken over onvermoede krachten, zij zijn echter ook kwetsbaar. ‘Eigen kracht’ is nu het automatische antwoord van de overheid. Dat is topdown beleid. Eigen kracht is van mensen zelf en komt van onderop. De een vraagt alleen onderdak, de ander wordt graag verlost van eigen bijdragen in de zorg. Naast standaardvoorzieningen, is armoedebestrijding op maat gewenst, menselijke maat.