Zitten werkgevers te wachten op medewerkers die geregeld verzuimen vanwege psychische problematiek? Ja, dat doen zij.
in: Sociaal Bestek dec 2015
In 2013 beloofden werkgeversorganisaties en overheid in het sociaal akkoord extra banen voor arbeidsgehandicapten te creëren. Er zijn verschillende manieren om uitkeringsgerechtigden met psychische klachten duurzaam aan een baan te helpen.
Christine heeft een bipolaire stoornis en was in het verleden regelmatig opgenomen. Voor haar eerste werkgever verzweeg zij haar aandoening. In 2009 gaf ze, in een nieuwe baan, opening van zaken. Omdat ze niet anders kon. ‘Al vóór ik begon, ging m’n relatie uit en overleed m’n hond. Ik werd ziek en vertelde wat er aan de hand was. De instelling schakelde een jurist in om mij te ontslaan. De bedrijfsarts zei dat ik moest stoppen met werken.’ Maar Christine is niet ontslagen, noch gestopt.
Aanpassingen op de werkplek
De eerlijkheid van Christine loonde en dat ze goed werk levert, hielp een handje. ‘In overleg met m’n teamleider zijn aanpassingen aangebracht op kantoor. Ik werk vier dagen en heb een eigen, rustige plek, Ook kan ik thuis of in het weekend werken als ik wil. M’n huidige bedrijfsarts begeleidt mij goed. Soms val ik uit, maar ik ben ook heel snel weer aan de slag. Werken gaat eigenlijk prima.’ Overleg en afstemming tussen leidinggevende en bedrijfsarts legt in haar geval een solide basis voor het aan het werk houden van een medewerker met een psychische aandoening.
Cijfers
In Nederland zijn in vergelijking met andere landen veel werknemers en uitkeringsgerechtigden met psychische problematiek. Eind 2013 waren psychische aandoeningen de meest voorkomende reden van arbeidsongeschiktheid. Van de uitkeringsgerechtigden met een WIA/WAO, WAZ of Wajong uitkering krijgt 49% die vanwege een psychische aandoening. In 2014 publiceerde de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) de resultaten van onderzoek naar de arbeidsparticipatie van mensen met psychische problemen. Nederland was één van de negen onderzochte landen. Weliswaar heeft 68% van de Nederlanders met psychische aandoeningen of burn-out klachten betaald werk. Maar maatregelen om uitval door een psychische stoornis te voorkomen zijn ontoereikend. Ook de re-integratie van uitkeringsgerechtigden met psychische problematiek vinden de onderzoekers onvoldoende. Nederland zou ongeveer twintig miljard euro per jaar kwijt zijn aan psychische ziekten, door ziekteverzuim, uitval, zorg en uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid.
Samenwerking UWV-GGZ
De overheid verwacht van mensen met een arbeidsbeperking dat zij naar vermogen meedoen op de reguliere arbeidsmarkt. Gesubsidieerde arbeidsplaatsen en beschutte werkplekken worden afgebouwd. Om ruimte op de arbeidsmarkt te maken creëren werkgevers de komende tien jaar 100.000 extra banen voor arbeidsgehandicapten in de marktsector, de overheid schept 25.000 nieuwe banen. Dat is afgesproken in het sociaal akkoord in 2013. UWV monitort hoeveel mensen uit de doelgroep een baan krijgen. Bij een groot deel van de uitkeringsgerechtigden met een beperking gaat het dus om mensen met psychische klachten. De overheid richt zich in haar participatiebeleid dan ook expliciet op mensen met langdurige psychische problematiek.
UWV en GGZ Nederland maakten in 2012 samenwerkingsafspraken over re-integratie van mensen met psychische klachten en behoud van werk als zij al een baan hebben. In de praktijk komt concrete samenwerking echter nauwelijks van de grond. De initiatieven die wel zijn genomen, zijn niet ingebed in UWV en GGZ. Medewerkers uit de domeinen arbeid en zorg weten elkaar maar moeizaam te vinden, zo bleek uit onderzoek door het Universitair Medisch Centrum Groningen in 2014. Er wordt nog te weinig voor werknemers en werklozen met psychische problematiek gedaan. Maar het onderzoek wees ook uit dat professionals uit beide domeinen samenwerking wel heel belangrijk vinden. Begin 2015 spraken UWV en GGZ Nederland zich opnieuw uit voor ‘structurele samenwerking.’
Trajectbegeleiding en jobcoaching
Het zijn tot nu toe vooral trajectbegeleiders en jobcoaches die de afstand tussen (ex-)cliënten uit de geestelijke gezondheidszorg (Ggz) en arbeidsmarkt weten te overbruggen. Zij helpen klanten met psychische problematiek weer integreren op een werkplek. Daarbij moeten soms tegengestelde adviezen aan klanten, uit de gescheiden werelden van zorg en arbeid, worden samengebracht tot een voorzichtig Go! De Ggz-behandelaar kan zeggen ‘dat kun je niet, gezien je beperking’ en ‘doe het rustig aan’. Terwijl UWV tegen dezelfde klant zegt ‘benut je mogelijkheden’ en ‘beter worden doe je op het werk’. Trajectbegeleiders en jobcoaches staan in hun brugfuncties verschillende methodieken ter beschikking. Voorbeelden zijn de Individuele vraaggerichte benadering en Individuele plaatsing en steun.
Bij beide methoden is de wens van de klant het vertrekpunt van de toeleiding naar arbeid en begeleiding op de werkplek.
Individuele vraaggerichte benadering
‘De klant bepaalt in overleg met de trajectbegeleider welk werk hij of zij wil doen,’ zegt Anke Fokkens. Zij begon ooit als ergotherapeut, was negen jaar trajectbegeleider/ jobcoach in de Ggz en sociale werkvoorziening. Ze werkt nu als zelfstandig trainer en geeft onder andere les op een jobcoachopleiding. Anke Fokkens: ‘Met de Individuele Vraaggerichte Benadering gaat het om aansluiting bij de klant. Bij de wensen en mogelijkheden, maar ook bij de persoonlijkheid, de manier van leren en het netwerk van de klant. Samen zoek je naar een baan die goed past en die een duurzaam positief resultaat oplevert voor zowel de klant, de werkgever als de maatschappij. De klant neemt zelf zo veel mogelijk de regie over het traject.’
Om een klant te koppelen aan een werkgever noemt Anke Fokkens het belang van bijvoorbeeld ontbijtsessies of Open Coffee’s en bijeenkomsten van ondernemersverenigingen. ‘Face to face en korte lijnen: de persoonlijke benadering vergroot de kans van slagen. Werkgevers willen best sociaal ondernemen en jij hebt een klant die matcht.’ Komt het tot een dienstverband, dan is het van belang vanaf het begin duidelijk te maken wat klanten nodig hebben om goed te functioneren, benadrukt ze. ‘Bijvoorbeeld een werkomgeving met weinig stress. Als een medewerker precies aangeeft wat er geregeld moet worden, dan zijn werkgevers vaak bereid te helpen.’ De ene klant is kwetsbaarder dan de andere en van te veel mislukkingen wordt niemand beter. Dat is slecht voor het zelfvertrouwen en vergroot stigmatisering. Een zorgvuldige voorbereiding en goede begeleiding op de werkplek kan het verschil maken. Liever wat meer investeren in het begin met meer kans op een duurzame plaatsing,’ zegt Anke Fokkens.
Individuele plaatsing en steun
Een bewezen effectieve manier om te zorgen dat uitkeringsgerechtigden en werknemers met een psychische aandoening hun baan behouden is Individuele plaatsing en steun (IPS), afkomstig uit de VS. In Nederland wordt de begeleiding aangeboden in onder andere Groningen, Eindhoven, Amsterdam, Den Haag, Amersfoort en Alkmaar. Begeleiders zoeken naar een reguliere baan, waar de klant direct begint en bieden vervolgens langdurig steun ín de werkomgeving. Bij IPS gaan zorg, behandeling, arbeids(re-)integratie en begeleiding op de werkplek samen, in goede onderlinge afstemming. De trajectbegeleider is bijvoorbeeld lid van een ambulant Ggz-team, zoals in Nederland de multidisciplinaire FACT-teams (Flexible Assertive Community Treatment).
Debby Kamstra werkt als gecertificeerd IPS jobcoach bij het team Vroegtijdige Interventie Psychose (VIP) van het AMC in Amsterdam. Banen voor de jonge doelgroep vindt het VIP team onder andere via het Business Networks International in Amsterdam en via De Normaalste Zaak. De Normaalste Zaak is een netwerk van werkgevers van grote bedrijven en van MKB Nederland dat streeft naar ‘inclusief werkgeverschap’. Debby Kamstra: ‘Met hen maken we afspraken over banen voor onze cliënten. IPS leidt tot goede resultaten wat betreft herstel van een psychose, het behalen van een startkwalificatie, toeleiding naar werk én behoud van de baan. Door jongeren gedurende het hele traject te begeleiden, kunnen wij hen leren hoe zij op het werk om kunnen gaan met symptomen en moeilijke situaties kunnen overwinnen. De behandeling duurt drie jaar. 60-70% van de jongeren rondt een studie af en/of vindt een baan. Met IPS creëer je meer kansen en ruimte op de arbeidsmarkt voor jonge mensen met een ernstige psychiatrische diagnose.’
Volgens Kenniscentrum Phrenos bewijst ook internationale en Nederlandse monitoring de effectiviteit van IPS. Na 30 maanden heeft 44% van de IPS-cliënten een reguliere betaalde baan, tegenover 25% van de controlegroep. Voorwaarde voor succes van de methode is volgens Phrenos de modelgetrouwheid waarmee IPS wordt uitgevoerd.
Herstel en ervaringsdeskundigen
Ervaringsdeskundige Martijn Kole, adviseur van de Raad van Bestuur van Lister, waar (ex-) cliënten van de Ggz onder leiding van een ervaringsdeskundige onder andere herstelcolleges kunnen volgen, stelt dat aan arbeidsre-integratie iets vooraf moet gaan. ‘Een standaard re-integratietraject van buitenaf, met een programma voor dagelijkse verrichtingen en arbeidsre-integratie, is gedoemd te mislukken zonder voorafgaand herstel. Het gaat bij cliënten niet om een wasstraat.’ Volgens hem hebben zij eerst ‘vrije ruimte’ nodig, om te kunnen bouwen aan zelfvertrouwen. ‘Door psychisch lijden verschrompelt je zelfbeeld,’ vertelt hij. ‘Ik had geen werk, geen sociale contacten en niet het gevoel burger te zijn. “Heb ik nog iets te zoeken in de samenleving?” vroeg ik me vaak af. Als je leven op verschillende terreinen is ontwricht en je alle hoop en zelfrespect verliest, is de stap naar werk vaak te groot.’ Doel van de vrije ruimte is naar zijn mening te komen tot ‘een betekenisvolle maatschappelijke rol’. Cliënten worden dan ‘deelnemers’.
WRAP
Kenniscentrum Phrenos en Lister bieden hersteltrainingen, met ervaringsdeskundigen als Martijn Koole als trainer. Zij maken onder andere gebruik van Wellnesss Recovery Action Plan (WRAP). Dat is een ook uit de VS afkomstig zelfhulpinstrument, voor ‘dagelijks onderhoud’ van je stemming, een actieplan en een crisisplan. Het wordt ook gebruikt door werknemers met ernstige psychische klachten. Met een WRAP geef je zelf sturing aan je herstel en houdt je de regie in eigen hand. Lector en wetenschappelijk medewerker Harry Michon van het Trimbos instituut onderzocht in 2014-15 de betekenis van WRAP voor werknemers. 32 werknemers met psychische klachten uit vier steden in Nederland vulden vragenlijsten in. De helft kreeg IPS begeleiding, de andere helft IBS begeleiding én gebruikten een WRAP-actieplan. De WRAP groep bleek een beter zelfbeeld te hebben en positief te oordelen over het eigen functioneren op het werk. Ook de arbeidstevredenheid van WRAP-deelnemers was groter dan die van de IPS groep. ‘WRAP heeft effect,’ concludeert Harry Michon. Het zelfinzicht én management van slechte dagen wordt beter, dat voorkomt terugval. ‘WRAP leert je ook je beperkingen te accepteren, grenzen aan te geven, tijd in te ruimen voor leuke dingen en structuur in het dagelijks leven aan te brengen. WRAP is goede aanvulling op traject- en arbeidsbegeleiding.’
Trots
Christine heeft nog altijd intensieve psychotherapie. In haar baan haalt ze echter zonder problemen de productiedruk. ‘Mijn doorlooptijd is goed en ik kan de werkdruk goed aan. Ik ben best trots.’
Opvattingen over arbeidsparticipatie van uitkeringsgerechtigden en werknemers met een psychische aandoening zijn veranderd van een Nee in een Ja. De wil om hen aan werk te helpen respectievelijk aan het werk te houden is er ook, zowel bij werkgevers, UWV en Ggz als bij klanten zelf. De praktijk blijft hier bij achter. Om duurzame re-integratie en deelname op de arbeidsmarkt te realiseren, is multidisciplinaire samenwerking nodig tussen professionals uit de domeinen zorg en arbeid, inclusief ervaringsdeskundigen. Ondersteunen, empoweren en begeleiden, dan komt het met die streefcijfers ook goed.
De naam Christine is om privacy redenen gefingeerd