Werkgevers en overheid nemen onvoldoende mensen met beperking in dienst. ‘Het re-integratiebedrijf vond in een half jaar nog niet één vacature.’
SW Journaal april 2016
‘Werkgevers zijn voortvarend bezig met het creëren van extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking,’ zei staatssecretaris Klijnsma eind 2015. Maar van de beloofde garantiebanen is nog niet de helft gerealiseerd en veel mensen uit de doelgroep komen er maar moeilijk tussen. SW-Journaal praat met vier doorzetters.
Peter Kurvers (45) is opgeleid als elektrotechnicus en werkte vijftien jaar als telecommonteur. In 2013 werd hij ontslagen, nadat zijn werkgever hem jaren extra begeleidde. Van zijn ontslagvergoeding betaalde hij een cursus om zijn kans op ander werk te vergroten. Hij solliciteert zich het apezuur, zegt hij. Hoewel hij over vaardigheden beschikt waarvan werkgevers zeggen dat ze die moeilijk kunnen vinden, zijn z’n pogingen tot nu toe vergeefs.
Outsider
Behalve technische expertise heeft Peter ook arbeidsbeperkingen. Het gaat om ‘een aanzienlijk vertraagd tempo van handelen, zichtbaar in de productiecijfers’ zoals hij het noemt. Ook heeft hij moeite met veranderingen en zijn z’n collegiale vaardigheden beperkt. Pas in 2014, een jaar na zijn ontslag, werd vastgesteld dat Peter een autismespectrumstoornis heeft. Achteraf kan hij dus goed verklaren waarom het misging. ‘Ik verzorgde jarenlang aansluitingen van modems. Ik kreeg een lijstje adressen mee en als dat de volgende dag was afgewerkt, was het goed. Ik besteedde meer tijd aan service en details dan de bedoeling was. Het was solistisch werk. Als de klant geen probleem maakte van mijn werktempo, viel het mijn baas niet op dat ik niet vlug was. In die tijd had ik behalve met mijn (schoon)familie geen sociale contacten. De klanten waren mijn sociale contacten.’
Door de economische crisis moest zijn werkgever meer produceren. ‘Het arbeidstempo werd opgevoerd. De werkdruk maakte me chagrijnig. Collega’s wilden niet langer met me samenwerken en ik werd overgeplaatst. Toen ik nog steeds twintig procent minder produceerde dan anderen, was het einde verhaal. Vanwege mijn grote inzet heeft de baas het lang met me geprobeerd, maar een aannemersbedrijf moet het hebben van productie.’
Sinds 2013 heeft Peter Kurvers veel uitzendbaantjes gehad: van monteur tot verkeersregelaar tot schoonmaker. ‘Maar elke keer zeggen werkgevers na enkele maanden dat het niet lukt met me.’ Op dit moment ontvangt hij een ziektewetuitkering, volgt hij een re-integratietraject, maakt hij deel uit van een cliëntenraad UWV en is hij actief als vrijwilliger. Hij wil zo snel mogelijk weer betaald aan de slag, liefst in deeltijd. Peter: ‘Het re-integratiebedrijf heeft echter in een half jaar nog niet één sollicitatie opgeleverd.’
CNV Jongeren
Lianne Ketelaar (29) herkent Peters outsiderpositie. Zij is bestuurslid bij CNV Jongeren en weet dat ook veel jongere werkzoekenden met een arbeidsbeperking niet (of alleen met veel moeite) aan een baan komen. ‘Als je eenmaal binnen bent, gaat het wel. Maar ergens binnenkomen, is lastig.’ Haar organisatie maakt zich zorgen over de jongeren die sinds 2015 onder de Participatiewet vallen. ‘Veel jongeren zijn “zoek” en uit beeld. Terwijl ze er wél zijn natuurlijk. Wie helpt hen aan een baan? UWV en gemeenten plaatsen te weinig mensen. Zij kijken bovendien te veel naar wat werkzoekenden níet kunnen,’ zegt Ketelaar. Zelf is zij afgestudeerd als maatschappelijk werker en starter op de arbeidsmarkt. Omdat zij voor tachtig tot honderd procent is afgekeurd, heeft ze nog de oude Wajonguitkering. Net als bij andere Wajongers gaat het UWV haar verdiencapaciteit wel opnieuw vaststellen.
Lianne Ketelaar kan en wil graag werken. Op dit moment heeft ze een flexcontract bij een hbo-opleiding gezondheidszorg. ‘Ik ben acteur en train studenten in gespreksvoering. Het komt goed van pas dat zij te maken hebben met iemand die écht een beperking heeft.’ Eerder werkte Lianne vijf maanden als projectmedewerker bij de patiëntenvereniging waarvan ze zelf lid is.
Intussen blijft ze solliciteren naar een vaste baan op haar opleidingsniveau. Maar tot nu toe zonder resultaat. ‘Voor mensen zonder handicap is het al moeilijk om werk te vinden, voor mensen met een arbeidsbeperking is het nóg lastiger. Ik ben verschillende keren afgewezen. Ik had te weinig werkervaring of er waren te veel sollicitanten. Er staat nooit in een brief “Wij wijzen u af vanwege uw handicap”. Het is dus de vraag of het daaraan ligt.’
‘Geen zin in een dove’
Nathalie Muller (21) is wél afgewezen vanwege haar handicap. ‘Ik ben een paar keer uitgenodigd naar aanleiding van mijn sollicitatiebrief,’ vertelt ze. ‘De tolk gebarentaal ging dan mee. Eén keer wees men mij ter plekke, vlak voor het gesprek, af, omdat ik doof ben. Dat deed vreselijk veel pijn. Een andere keer had ik een heel goed gesprek bij een bedrijf, voor een functie als schoonmaker. Ik heb mijn diploma vmbo-t en wil liever iets anders dan schoonmaken, maar ik moet toch ergens mijn geld mee verdienen? Met mijn handicap hadden ze geen probleem. Bij nader inzien vonden ze echter dat voor deze functie toch meer communicatie nodig was. Of misschien hadden ze gewoon geen zin in een dove.’
Werkgevers kijken meer naar haar beperking dan naar wat ze kan, vindt Nathalie. ‘Ik kan in principe alles, alleen kan ik niet horen. Dat ik niet goed verstaanbaar ben, zegt niets over mijn intelligentie en mijn kunnen.’ Ze krijgt geen hulp van UWV, omdat ze arbeidsvermogen heeft. ‘Ik merk weinig van de kansen die ik zou hebben,’ zegt Nathalie Muller zelf, ‘ik word iedere keer afgewezen.’
Roos de Boer (26) werd tien weken te vroeg geboren, liep een infectie op en ontwikkelde een fysieke beperking. Net als Lianne Ketelaar is zij afgestudeerd maatschappelijk werker en solliciteert ze geregeld. ‘Bedrijven moeten mij die baan gunnen, zij maken helaas een punt van mijn beperking. Ik had een werkervaringsplek bij een zorginstelling geregeld, maar kreeg vlak voor ik begon te horen dat die toch niet door kan gaan omdat men “het risico niet kan nemen”. Welk risico? Ik kreeg er geen antwoord op. Als er een risico is bij een werkervaringsplek, dan is dat risico toch voor mij?’
Ze heeft nu een paar sollicitatiegesprekken gevoerd. Steeds was haar beperking ‘een risico’, terwijl het werken tijdens haar opleidingsstage in een maatjesproject prima ging. ‘Ik heb op drie plekken gewerkt en zij gaven alle drie goede referenties mee.’ Eén keer werd haar duidelijk wat een werkgever kan bedoelen met ‘risico’. Roos de Boer: ‘Als Wajonger val ik in de doelgroep voor de garantiebanen. De werkgever zei dat dit over twee jaar anders zal zijn, daarom wilde hij mij niet.’
Sinds 2009 heeft Roos de Boer een Wajonguitkering. Haar arbeidsvermogen is vastgesteld op 75 procent. Aanpassingen die zij nodig heeft zijn een speciale stoel, een aangepast bureau, een lichte aanpassing van de werktijden en – als het om het schrijven van officiële brieven gaat – secretariële ondersteuning, want ze heeft ook dyslexie. Met haar hersenen is niets mis. ‘Maar werkgevers associëren een fysieke beperking volgens mij al snel met een verstandelijke beperking,’ zegt Roos ‘Volgens het UWV ben ik vanwege mij hbo-opleiding juist níet “beperkt”. In die zin is mijn opleiding dus nog een extra beperking.’
No-riskpolis
Peter Kurvers denkt dat hij tot de doelgroep behoort die in aanmerking komt voor een garantiebaan. ‘Maar voor het UWV pas ik niet in het goede “vakje”, omdat ik vóór 2013 meer verdiende dan het minimumloon.’
Het UWV begrijpt volgens Peter niet – ‘of wil niet begrijpen’ – dat hij vroeger, vóórdat de diagnose autisme werd gesteld, allerlei kunstgrepen toepaste om zijn beperking te camoufleren en compenseren. Eigenlijk had hij toen al een jobcoach moeten krijgen.
Op dit moment zit hij in de molen van keuring van UWV. ‘Ik zou graag een no-riskpolis krijgen. Dan hoeft een werkgever zich voor mij niet duur te verzekeren als ik eventueel uitval of verzuim wegens ziekte. Het UWV stelt dat ik hier pas recht op zou kunnen hebben na afloop van mijn tweejarige ziektewetuitkering. Of ik kans maak op de no-riskpolis is afhankelijk van de vaststelling van mijn verdiencapaciteit tegen die tijd.’ Volgens zijn re-integratiebedrijf zijn werkgevers bereid hem in dienst te nemen als hij een no-riskpolis heeft.
Lianne Ketelaar valt als Wajonger wel onder het doelgroepenregister van het UWV en de banenafspraak die de sociale partners in 2013 maakten. Dat de ene werkzoekende met een beperking wel en de andere niet in aanmerking komt voor een garantiebaan, vindt zij een kwalijke zaak. ‘Als iemand zelf het minimuminkomen kan verdienen, heeft hij of zij nog steeds die beperking. Het minimuminkomen verdienen, wil niet zeggen dat je geen hulp op begeleiding op de werkvloer nodig hebt. Je moet niet doorschieten in die categorieën.’
Positief
Lianne Ketelaar wil niet alleen UWV, politiek of werkgevers aanwijzen als schuldigen voor de ongewenste werkloosheid van veel mensen met een arbeidsbeperking. ‘We zijn allemaal verantwoordelijk om aan een baan te komen,’ zegt ze. ‘Je kunt als werkzoekende ook zelf proberen te matchen met een werkgever. Ik vind dat we vooral moeten werken aan positieve beeldvorming. Wat kunnen we wél?’
Peter Kurvers denkt eveneens positief. Op zijn LinkedIn-pagina schrijft hij te beschikken over ‘specifieke arbeidstalenten’. Ook is hij ‘uitermate servicegericht’. Aan hem hoeft het niet te liggen, als een baas maar bereid is het werk aan te passen. Peter Kurvers: ‘Wat ik nodig heb, is solistisch werk, weinig contact met collega’s en een geringe werkdruk.’
Ook Roos de Boer (lid van actiegroep ‘Wij staan op!’ en van de klankbordgroep van Hans Spigt, aanjager van de banenafspraak in de overheidssector) is veerkrachtig: ‘Het gaat me een keer lukken in een zorginstelling te werken.’
‘De maatschappij maakt me beperkt,’ stelt Nathalie Muller. ‘Geef mij een baan die bij me past en je krijgt er veel voor terug!’
Geambieerde en gerealiseerde banen
In 2013 spraken overheid, werkgevers en vakbonden af dat het bedrijfsleven tot 2026 honderdduizend extra (garantie)banen schept voor mensen met een arbeidsbeperking en de overheid 25.000 banen. De banen zijn bedoeld voor Wajongers, SW’ers, gedeeltelijk arbeidsongeschikten en mensen met een bijstandsuitkering. Eind 2015 nam verantwoordelijk staatssecretaris Jetta Klijnsma een cheque van werkgeversvereniging AWVN in ontvangst. Het toegezegde aantal van 7500 extra banen was meer dan gehaald, namelijk 7583. Er werd een feestelijke foto gemaakt met daarop een lachende Klijnsma (zie SW-Journaal 1, 2016, pagina 8) en een al even vrolijke Harry van de Kraats, directeur van AWVN. Bij nadere beschouwing blijkt het echter om geambieerde banen te gaan; gerealiseerd waren eind 2015 slechts 3507 banen. Op de website www.werkgeversgaaninclusief.nl staan veel good practices. Maar helaas is meer dan de helft van de tot eind 2015 beloofde banen nog niet ingevuld. Ook de overheid haalde de doelstelling van drieduizend extra banen tot eind 2015 niet. Harde cijfers over het aantal banen dat wél is gerealiseerd, zijn er slechts tot zomer 2015. Toen waren dat vijftienhonderd extra banen. Belangenorganisaties en parlementariërs zitten flink achter de uitvoering van de banenafspraken aan. Zie voor een overzicht van de stand van zaken: http://cedris.nl/dossiers/detail/article/wet-banenafspraak-en-quotum-arbeidsbeperkten.html