Niet elk gezin in de problemen beschikt over behulpzame vrienden of familie. Jeugdhulp ervaren veel gezinnen als bedreigend. Een ander gezin uit de straat kan dan helpen.
Zorg+Welzijn, juni 2016
Ouders in het nauw moeten misschien gêne overwinnen om een gezin in dezelfde straat te laten merken dat zij problemen hebben. Maar een steungezin dat zich om hen en hun kinderen bekommert zonder dat het ervoor wordt betaald, doet hen heel goed, zegt oprichter Leontine Bibo van Buurtgezinnen.nl. ‘Als orthopedagoog vind ik de gewone aanpak van problemen ook heel helend. We zijn in Nederland volgens mij erg gemedicaliseerd en doorgeschoten met professionele hulpverlening. Professionals moeten zich wat mij betreft beperken tot de echte grote problemen. Gewone problemen kunnen het af met de oprechte aandacht van de buurvrouw. Buurtgezinnen biedt dat.’
Netwerk
Ieke Klarenbeek, medewerker van het Jeugdteam in Rhenen, is dat met haar eens. Zij zet liever een buurtgezin in dan een professional. ‘Als er naast de informele zorg nog problematiek over blijft, dan doen wij dat.’ Twee cliënten van haar hebben een steunmoeder en dat pakte goed uit. Ieke Klarenbeek: ‘De vrouw des huizes zat niet lekker in haar vel en kwam niet meer buiten. De dochter had problemen op school. Het klikte met het steungezin, de vrouwen kregen vertrouwen in elkaar. Onze cliënt vond het fijn dat er naar haar wordt geluisterd. Tegenwoordig gaat ze weer de deur uit. En met de dochter gaat het nu ook beter.’ Professionele hulp blijft nodig, maar op andere manier, vindt Ieke Klarenbeek. ‘Een steungezin kan een gezin helpen door wekelijks iets leuks te doen met de kinderen van een zieke of overbelaste moeder. Professionals zetten wij in bij multiproblem zaken en bij ggz-problematiek. Wanneer ouders geen, of een minimaal netwerk hebben is Buurtgezinnen een prachtig alternatief. Buurtgezinnen sluit naadloos aan bij onze werkwijze. Je merkt ook dat ouders het prettig vinden als de steunmoeder erbij is wanneer er één van ons langs komt.’ Behalve dit gezin heeft Buurtgezinnen.nl nog negen andere vraag- en steungezinnen in Rhenen aan elkaar gekoppeld.
Vraaggezinnen melden zich, al dan niet na verwijzing door een hulpverlener, zelf aan voor een steungezin. De lokale coördinator van Buurtgezinnen.nl inventariseert de wensen van het vraaggezin en zoekt een geschikt steungezin. Als de proefperiode van twee maanden contact tussen de gezinnen naar tevredenheid is verlopen, maken zij onderling afspraken. Deze legt Buurtgezinnen.nl vast in een contract, waarin ook huisregels zijn opgenomen (zie ook http://www.buurtgezinnen.nl/werkwijze/).
Informele en formele zorg
Initiatiefnemer Leontine Bibo begon eind 2014 met het benaderen van gemeenten, nog vóór de transitie. ‘Zij zaten toen tot over hun oren in de organisatieverandering en waren terughoudend. Op dit moment krijgen we heel veel verzoeken van gemeenten om te komen praten.’ De introductie van Buurtgezinnen.nl in een gemeente verloopt het beste als jeugd- en sociale teams uit de gemeente er vanaf het begin bij worden betrokken. Bibo: ‘Zij zijn tenslotte de verwijzers. Gemeentelijk beleid gaat uit van eigen kracht van burgers, maar veel gezinnen zitten in een sociaal isolement. Een steungezin kan het begin van een netwerk zijn. Wij nemen hulpverleners bovendien werk uit handen.’
Zij ziet het aanbod van Buurtgezinnen.nl als aanvullend. ‘Een steungezin is niet in plaats van maar naast professionele zorg. Informele ondersteuning kan zowel ná de interventie door professionals zijn als voorafgaande daaraan.’ Steunouders en hulpverleners wisselen geen inhoudelijke informatie uit. Wel koppelt Buurtgezinnen.nl naar de regisseur of casemanager terug dát er een match is. Bibo: ‘Eén plan, één regie vind ik heel belangrijk, daar houden we rekening mee.’ De steunouder gaat desgevraagd ook met ouders mee naar een gesprek met hulpverleners of school. Als professionals en steunouders iets met elkaar moeten afstemmen, doen zij dat in direct contact of via de lokale coördinator van Buurtgezinnen.nl, maar altijd in bijzijn van de vragende ouder. ‘De steunouder is er voor de ouder,’ zegt Bibo.
Volgens haar weet Buurtgezinnen.nl ook zorgmijders te bereiken, juist omdat de steungezinnen geen hulpverleners zijn. ‘Omgekeerd kan het steungezin een gezin motiveren aanvullende professionele hulp voor hun kind te accepteren als die nodig is’.
Professional doet stap terug
Het is voor Buurtgezinnen.nl lastiger een voet aan de grond te krijgen in grote dan in kleinere gemeenten. Bibo: ‘In grote steden zijn heel veel projecten die om aandacht van professionals vragen. Als we een afspraak willen maken, kan dat vaak pas over een half jaar. Bij kleine gemeenten zijn ze hartstikke blij met ons,’ vertelt Bibo.
Zoals in de gemeente Giessenlanden, die sinds januari 2016 samenwerkt met Buurtgezinnen.nl. Marieke Kool is thuisbegeleider bij het sociaal team Giessenlanden en meldde onlangs een eerste gezin uit haar caseload aan voor een match tussen vraag- en steungezin. ‘Een alleenstaande moeder die wel wat steun in de rug kan gebruiken. Ze heeft moeite alle ballen in de lucht te houden. Ze wil heel veel, maar het lukt haar niet werk, opvoeding en vrije tijd goed te organiseren. Het steungezin kan misschien een dag per week op haar kind passen, het halen en brengen naar zwemles, etc. Daar moeten goede afspraken over worden gemaakt. Het is voor m’n cliënte best lastig toe te geven steun nodig te hebben, maar ik denk dat ze het doet. Er is een goede klik tussen haar en het steungezin.’
Marieke Kool vindt het in deze tijd passen dat je als professional een stapje terug doet. Maar Als een gezin niet open staat voor hulp van een steungezin of als er teveel problemen spelen in het gezin, is het inschakelen van Buurtgezinnen.nl voor haar geen optie. Komt zij aan de andere kant een gezin tegen dat tijd over heeft en iets te geven heeft, dan meldt het sociaal team Giessenlanden ook potentiële steungezinnen aan bij de coördinator van Buurtgezinnen.nl in de regio. ‘Het gaat dus twee kanten op, als sociaal team dragen we vraag- én steunouders aan.’
Ondanks de moeite die het kost binnen te komen in grote steden, lukte dat Buurtgezinnen.nl al wel in Amsterdam Zuid. Het stadsdeel kende de organisatie in 2015 subsidie toe voor een proef. ‘Gezinnen die elkaar helpen bij de opvoeding past heel goed bij de ‘pedagogisch dragende samenleving’ die wij nastreven,’ zegt stadsdeelbestuurder Marijn van Ballegooijen. ‘Wijkzorg en Ouder- en Kindteams zoeken naar nieuwe werkvormen en aansluiting tussen formele en informele zorg. Burgers die medebewoners helpen is preventief en daarom interessant. In de vier gezinnen die tot nu toe via Buurtgezinnen zijn gekoppeld aan een steungezin, is sprake van complexe problematiek. Daarom is er ook professionele zorg. Wat buurtgenoten en vrijwilligers doen heeft een emotionele dimensie, dat is wat anders dan professionele hulp. Beide vormen bijten elkaar niet.’
Buurtgezinnen.nl koppelt een overbelast vraaggezin aan een steungezin in de buurt. Doel is escalatie of verergering van problemen in huis en daardoor uithuisplaatsing van kinderen te voorkomen. Buurtgezinnen.nl begon in april 2015 met drie proeftuinen in Edam-Volendam, Rhenen en Amsterdam-Zuid. Intussen doen tien gemeenten mee. Coördinatoren in elke gemeente doen de huisbezoeken, matchen en zo nodig begeleiden vraag- en steungezin. Het lectoraat Outreachend werken en innoveren van de Hogeschool van Amsterdam onderzoekt in 2017 het effect van buurtgezinnen op het opvoedklimaat en de ontwikkeling van kinderen in vraaggezinnen. Steungezinnen moeten, behalve een Verklaring van goed gedrag, zelf kinderen hebben. Buurtgezinnen.nl ontvangt gedurende maximaal twee jaar een kleine vergoeding van de gemeente voor het bezoeken, matchen en zo nodig begeleiden van vraag- en steungezinnen.