Veel van de verzorgingsstaat die onze ouders na de Tweede Wereldoorlog opbouwden is verdwenen. We leven nu in een participatie- en doehetzelfsamenleving. Hoewel de behandel- en medicijnkosten jaarlijks stijgen is de toegang tot zorg beperkt door poortwachters en indicatiestellingen. Al dan niet demente ouderen, kinderen met een verstandelijke beperking, mensen die ernstig psychisch lijden, een beperking hebben of chronisch ziek zijn, worden geacht zolang mogelijk thuis te blijven wonen. Zelfredzaamheid is echter ook het resultaat van emancipatie van verschillende groepen burgers. De wens om zelf de regie over het eigen leven te hebben en zolang mogelijk te houden, leeft breed. Met ronde tafel conferenties organiseren we de zorg rondom een kind of multiproblem gezin zelf, samen met professionals. Ook hospices, vooral gerund door vrijwilligers, zijn een mooi voorbeeld van zelf doen.
In die zin is de overgang van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving een goed antwoord van overheidswege op bewegingen van onderop. Ook ontwikkelingen als vraaggerichte zorg, waarbij niet het zorgaanbod maar wensen en behoeften van de cliënt leidend zijn en uitgaan van het gezonde in plaats van alleen het zieke deel, zijn in dit licht positief. Kijken naar wat iemand (nog) zelf kan is maatschappelijk wenselijker dan mensen onnodig medicaliseren en hospitaliseren.
Het voornaamste probleem met het adagium zelfredzaamheid is dat die van wens plicht is geworden. Je móet het zelf uitzoeken als je hulp nodig hebt, of je het nu wilt en kunt of niet. Heel veel mensen redden zich momenteel onvoldoende in de participatiesamenleving, door een verstandelijke beperking, armoede, psychische problematiek of ouderdom. Niet iedereen is een zelfredzame, mondige burger. De nieuwe norm van sterk, zelfbewust en zelfredzaam zijn maakt mensen onzichtbaar die dat minder of níet zijn. Daar loert verwaarlozing of veronachtzaming van hun noden en behoeften. Zorgmijders hoef je niet te dwingen hulp te aanvaarden om, in overleg met hen, toch naar hen om te kijken.
Buurzaamheid
In het woon/werkgebouw waar ik zelf woon, buigt een groepje bewoners zich over burenhulp. Hoe willen en kunnen we thuis oud worden als de kinderwagens plaatsmaken voor scootmobiels en we van druk, druk, druk overgaan naar rustig aan doen vanwege ziekte of pensioen. Ons woongebouw ís al een community waar buren elkaar bijstaan als zij dat willen en dat nodig is. Maar hoever gaan we daarin en wat kunnen we allemaal doen en organiseren zodat we zolang mogelijk prettig in eigen huis kunnen blijven wonen?
Uit een behoeftepeiling bleek dat de wens zelf- en samenredzaam te zijn wordt gedeeld. Daarom willen we burenhulp uitbouwen tot een sociaal netwerk, waarbij we zichtbaar maken hoe we elkaar van dienst kunnen zijn en weten wie wat voor anderen wil en kan doen met als uitgangspunt: niets hoeft maar vragen en aanbieden staat vrij. Welke buren willen eens koken, brengen/halen of meegaan bij ziekenhuisbezoek, helpen bij hulpmiddel aanvragen, een brief schrijven, etc. tegen betaling van onkosten? En hoe verplichtend/vrijblijvend is de ‘match’? Kun je, als je aanbiedt te koken, daar om persoonlijke reden de volgende dag vanaf zien?
Voor mensen die stoppen met werken, ziek zijn of geïsoleerd, kan eenzaamheid op de loer liggen. Burenhulp kan hier een rol spelen, door een klein gebaar of er te zijn als buren daarom zouden vragen. Gewoon, omdat het iedereen kan overkomen. In dergelijke buurzaamheid zit een element van wederkerigheid. Iets geven is vaak ook iets ontvangen.
Burenhulp zou zich in de toekomst kunnen ontwikkelen tot iets tussen informele en formele zorg in. Buren met een zorgvraag/aanbod kunnen van zorgconsument zorgproducent worden en daar erkenning voor krijgen. B.v. de erkenning dat actieve buren/mantelzorgers die ook nog arbeidsplicht hebben, worden vrijgesteld van sollicitatieplicht als zij een uitkering hebben. Als we met burenhulp zorgkosten uitsparen omdat mensen langer thuis kunnen blijven wonen, kunnen we gemeente en/of zorgverzekeraars een bijdrage vragen voor de aanschaf van voorzieningen als een defibrillator of onze burenhulp in aanmerking te laten komen voor pgb-financiering.