‘Velen schrijven zichzelf af. Dat doen wij niet’
in: SW-Journaal mei 2022
Een aantal gemeenten zoekt de randen van de Participatiewet op. Oude IJsselstreek, Zutphen en Molenlanden stellen ontwikkeling boven uitstroom, en meedoen boven regels. Deze gemeenten experimenteren met maatschappelijke banen. SW-Journaal praat met hen over anders werken en innovatie.
Uitkeringsgerechtigden afschrijven voor de arbeidsmarkt, dat is afgelopen in Oude IJsselstreek, Zutphen en Molenlanden. Ook hanteren ze niet langer labels als ‘arbeidsongeschikt’, ‘NUG’ger’ of ‘verstandelijk beperkt’. De drie genoemde gemeenten ondersteunen inwoners met en zonder uitkering of indicatie. Hun wensen zijn het vertrekpunt, niet de wet- en regelgeving.
Moeilijke persoonlijke omstandigheden
‘We gaan in zee met iedereen die iets wil doen,’ zegt Jan-Peter van Zoelen, beleidsadviseur in Molenlanden. ‘Van schoolverlaters en inwoners met een verstandelijke beperking tot vluchtelingen. Vaak gaat het om mensen zonder veel eigenwaarde die leven in moeilijke persoonlijke omstandigheden, zoals verslaving, ziekte, psychische problemen, schulden of een detentieverleden.’
Van Zoelen is een van de drijvende krachten achter participatietraject ‘Jij bent in Beeld’, dat in 2017 startte als pilot in de Zuid-Hollandse gemeente Molenlanden (op 1 januari 2019 ontstaan uit een fusie van Molenwaard en Giessenlanden; de gemeente telde op 31 januari 2022 44.660 inwoners). Tot eind 2021 doorliepen 171 Molenlanders het traject, dat plaatsvindt in het plaatselijke multifunctioneel gebouw Pand 83. Zorgaanbieder Philadelphia begeleidt de participatietrajecten in opdracht van de gemeente.
‘Jij bent in Beeld’ begint met een gesprek: ‘Wat zijn je talenten, wat wil je leren en wat doe je het liefst?’ Dan volgt de training ‘Sociale- en werknemersvaardigheden, gezondheid en bewegen’. Hierna bekijken de organisaties waar de deelnemers staan en hoe ze het beste verder kunnen gaan, bijvoorbeeld met een vakopleiding, stage, vrijwilligersplek of proefplaatsing. Een participatie- en eventueel vervolgtraject leidt altijd tot een portfolio.
Netwerk
Om de volgende stap te kunnen zetten, vormt ‘Jij bent in Beeld’ een netwerk van professionele en vrijwilligersorganisaties, private en publieke samenwerkingspartners, waaronder Avres, SW-bedrijf en sociale dienst . Jan-Peter van Zoelen vindt het bijzonder dat zoveel mensen in Molenlanden zich inzetten voor de ontwikkelmogelijkheden van inwoners die participatie niet op eigen kracht voor elkaar krijgen. ‘Het hele lokale netwerk doet mee om hen intensieve aandacht, training en begeleiding te bieden. Gemeente, welzijnsorganisaties, middenstanders en werkgevers werken gelijkwaardig samen.’
Op basis van iemands portfolio, wensen en mogelijkheden legt een (externe) ‘ambassadeur Bedrijven’ contact tussen de deelnemer en een van de partners in het netwerk. Behalve bij plaatselijke werkgevers kunnen deelnemers aan ‘Jij bent in Beeld’ waardevol werk verrichten in Pand 83. Hier bevinden zich een kringloopwinkel, arbeidsmatige dagbesteding in een lunchroom, Vluchtelingenwerk en ontmoetingsplek Huis van de Waard .Bovendien is met afvalverwerker Waardlanden onlangs een ‘kringloopplein’ in gebruik genomen waar bewoners artikelen inleveren voor hergebruik of recycling en waar de deelnemers eventueel ook aan de slag kunnen.
Jan-Peter van Zoelen: ‘Iedereen is van waarde en kan bijdragen aan de samenleving. En de werkzaamheden dienen nog duurzaamheidsdoelen ook.’ Als dat nodig is, worden de deelnemers ondersteund door een zorgaanbieder. De gemeente Molenlanden betaalt zowel het participatietraject als de bemiddeling naar werk.
Complete participatieketen Zutphen
Ook in Zutphen geeft een netwerkorganisatie gestalte aan een complete participatieketen: van (arbeidsmatige) dagbesteding en beschutte werkplekken tot werkervarings- en reguliere werkplekken. Het doel is dat inwoners eenvoudig in-, door of uitstromen, zodat iedereen naar vermogen kan meedoen. ‘Mensen aan de onderkant van de Participatiewet zitten dicht aan tegen cliënten uit de dagbesteding,’ zegt wethouder Laura Werger. ‘Tussen Participatie en Wmo hoeft echter geen schot te zijn. Wij hebben regelingen en financieringen samengevoegd en bieden groepen die tot 2015 toegang hadden tot de Wsw een nieuw perspectief. Het gaat om mensen met een ggz-achtergrond of een detentieverleden en om inwoners die vaak van generatie op generatie in de bijstand terechtkomen. Velen schrijven zichzelf af. Dat doen wij niet.’
Zorgaanbieders, scholen, werkgevers en de gemeente Zutphen werken samen om deze doelgroepen ontwikkelkansen te bieden. Matz CarWash (bekend van de wasstraat op tv, red.), de dagbesteding, maatschappelijk ondernemers duurzaamheid, het praktijkonderwijs en anderen tekenden begin 2022 een samenwerkingsovereenkomst voor een nieuw sociaal ontwikkelbedrijf Opmars. Dat heeft een fysieke locatie in de vorm van een gebouw van zorgaanbieder IJsselzorg. ‘Het pand is echter vooral een terugvalplek voor mensen die extra zorg of scholing nodig hebben,’ zegt Laura Werger. ‘In het netwerk van partners daaromheen zetten zij eventuele volgende stappen. Op de ene plek krijgt iemand training, op de andere een stageplek of baan.’
Traploze arbeidsmarkt in Oude IJsselstreek
Ook de gemeente Oude IJsselstreek (Gelderland, 40.000 inwoners) kent geen bak ‘onbemiddelbaar’ meer. Zit een klassieke baan er niet in, dan telt onbetaald werk, een stage, vrijwilligerswerk of ondernemen naar vermogen óók. Participatie is meer dan betaald werken, vindt de gemeente. Het liefst zou Oude IJsselstreek iedereen die op de ene of andere manier werkt zelfs een arbeidsovereenkomst en een salaris geven in plaats van een uitkering. Sinds begin 2021 heeft Oude IJsselstreek één loket voor inkomen, arbeidsre-integratie, loopbaanbegeleiding en schuldhulp: participatiebedrijf STOER. ‘Mensen zijn één geheel, ze zijn niet op te splitsen in delen,’ zegt burgemeester Otwin van Dijk. De gemeente zoekt contact met alle bijstandsgerechtigden. ‘Niet om hen achter de broek te zitten, te controleren of onder druk te zetten, maar om te kijken wat helpt om hen mee te laten doen. We willen een vertrouwensband met inwoners opbouwen. Vanuit vertrouwen in plaats van controle is er meer mogelijk. Om inwoners die vaak langdurig niet hebben geparticipeerd te overtuigen van hun mogelijkheden, is juist dat vertrouwen nodig. Het duurt even voordat iemand zelf gelooft in eigen kunnen: “Wie zit er nog op mij te wachten? Ik kan het toch niet…” Wel dus!’ De loopbaanbegeleiders vermijden het woord ‘plicht’. De gemeente verwacht alleen wederkerigheid van hen.
Oude IJsselstreek brengt werkzoekenden het liefst direct in contact met werkgevers. Eerst een training, een indicatie voor dagbesteding of beginnen in een SW-bedrijf vindt de gemeente ‘een omweg’. Otwin van Dijk: ‘Er zijn best werkgevers die willen werken met inwoners die niet volledig inzetbaar zijn of een gebruiksaanwijzing hebben. Als werkgevers zeggen dat ze hen alleen met loonkostensubsidie in dienst willen nemen, houden wij afstand.’
In 2021 ging al tien procent van de bijstandsgerechtigden betaald aan de slag, in een beschutte omgeving en in eigen tempo. Bij scholen, in het MKB en het ziekenhuis. Naast reguliere banen creëert Oude IJsselstreek maatschappelijke banen. Zo kunnen mensen bijvoorbeeld in de wijk aan de slag als ‘buurtversterker’. Bijstandsgerechtigden die gaan werken kunnen switchen tussen (arbeidsmatige) dagbesteding, beschut, vrijwilligers- of regulier werk én terug als dat nodig is. Een ‘traploze arbeidsmarkt’ noemt de gemeente dat.
Stelselherziening
De Participatiewet hindert gemeenten die met zo min mogelijk hokjes, regels en bureaucratie willen werken. Oude IJsselstreek is er helder over: ‘De huidige Participatiewet deugt niet,’ zegt burgemeester Otwin van Dijk. ‘Alleen al de manier van handhaving en sanctioneren van inwoners in de wet staan haaks op onze visie en werkwijze. Ook het duwen en trekken aan mensen om hun uitkering te beëindigen zoals de wet voorschrijft, werkt averechts.’ Om te voorkomen dat mensen minder te besteden hebben wanneer zij gaan werken (beter bekend onder de naam ‘armoedeval’), is bovendien een stelselherziening nodig, vindt Oude IJsselstreek.
Zutphens wethouder Laura Werger hekelt vooral de ‘aanvliegroute’ die uitvoerders van de Participatiewet moeten nemen. ‘De kostendelersnorm en het aantal weken dat jongeren een baan moeten zoeken voordat ze bijstand mogen aanvragen, gaan te veel uit van wantrouwen.’ Daarnaast knelt de financiering van participatie: ‘Er is meer budget nodig om intensief met (langdurig) werkelozen in gesprek te gaan, uit te vinden wat zij willen en kunnen. Ook is meer ruimte nodig om geldzorgen, opvoedingsproblemen, gezondheidsklachten of verslaving aan te pakken. Als hun zorgen verminderen en problemen worden opgelost, kunnen we hen beter richting arbeidsmarkt begeleiden.’
Ook ontbreekt volgens Laura Werger een landelijke visie op het sociaal domein. ‘De Jeugdwet en de Wmo worden door een ander ministerie aangestuurd dan de Participatiewet. Zij sluiten niet op elkaar aan.’ In plaats van in te zetten op preventie, worden zorgaanbieders gefinancierd op basis van aantallen cliënten. Gemeenten worden afgerekend op basis van het aantal uitkeringsgerechtigden dat uitstroomt. Daardoor blijven de kwetsbaarste mensen aan de kant staan, vindt de gemeente Zutphen. ‘Wij willen integraal beleid uitvoeren en maken een maatschappelijke kosten-batenanalyse,’ aldus Werger. ‘Laat die MKBA leidend zijn voor de financiering van gemeentelijke taken in het sociaal domein. Laat mensen een gevoel van eigenwaarde terugvinden door hen te helpen zodat zij duurzaam kunnen uitstromen naar werk.’
Anders financieren
De gemeente Molenlanden wil het roer om wat de financiering van participatie betreft. ‘Er worden landelijk miljarden en regionaal miljoenen (aan)besteed aan re-integratie via Participatiewet en UWV,’ stelt Jan-Peter van Zoelen. ‘Desondanks zitten heel veel kansarme inwoners zonder waardevol werk thuis op de bank. ‘Zij worden afgeschreven of vragen te veel intensieve aandacht, die organisaties zoals het SW-bedrijf en het UWV niet kunnen geven. De gemeente financiert “Jij bent in Beeld” voornamelijk uit eigen middelen. UWV draagt financieel slechts mondjesmaat bij en ook SW-bedrijf Avres heeft te weinig middelen voor een initiatief als het onze.’
Dat moet anders, vindt Van Zoelen, en dat moet ook dichterbij: ‘Waarom bundelen we de zorg- en re-integratiebudgetten niet in lokale ontwikkelbedrijven? Daar werken inwoners en lokale partners samen en kunnen we onze doelgroep intensief ondersteunen in hun ontwikkeling en bij het doen van waardevol werk. Dat is effectiever dan geld verspillen aan grote, logge organisaties op afstand.’
Een ander punt is dat de baten van arbeidsparticipatie van bijstandsgerechtigden nu meestal niet terechtkomen bij de gemeenten die hier kosten voor maken. Vooral het Rijk, zorgverzekeraars of woningcorporaties profiteren van de inzet van buurtversterkers, kringloopwinkelmedewerkers en anderen die van waarde zijn in de lokale gemeenschap. Komen baten als een betere gezondheid ten goede aan gemeenten, dan worden maatschappelijke banen voor hen goedkoper dan een uitkering. En kunnen ook inwoners voor wie een betaalde baan een brug te ver is een arbeidsovereenkomst en een salaris krijgen.
Geef een reactie