‘Jeugdbescherming gaf mij vanwege m’n psychische kwetsbaarheid nooit de kans te laten zien dat ik zelf voor m’n zoontje kan zorgen.’ [Lees meer…] overEens in de ggz, nooit een goede moeder?
Jeugdzorg
Voorzitter RvB William Schrikker Groep: ‘5% kostenbesparing op onze jeugdhulp’
‘De kwetsbaarheid van jeugdigen met een verstandelijke beperking is niet van voorbijgaande aard. Ga er niet van uit dat het ‘over’ gaat,’ zegt Erik Heijdelberg, voorzitter van de Raad van Bestuur van de William Schrikker Groep. ‘Hen moet je blijven volgen. Om bijvoorbeeld tienerzwangerschap, delicten of zelfdoding te voorkomen.’
VNG Magazine – febr 2014
Voor gemeenten is jeugdzorg een relatief nieuw beleidsterrein, de William Schrikker Groep (WSG) is gepokt en gemazeld, vooral in de gehandicaptenzorg. ErikHeijdelberg: ‘Wij bieden specialistische hulp aan jeugdigen met een beperking. Dat kan een lichamelijke of verstandelijke beperking zijn, een laag IQ, psychiatrische of verslavingsproblematiek of een chronische of progressieve ziekte. Ook kinderen van ouders met een verstandelijke beperking of verslaving en met ouders in een vechtscheiding of multiproblemsituatie, komen bij ons terecht. Deze jeugdigen vormen een kwetsbare groep. Zij groeien vaak op in een onveilige opvoedingssituatie, waar hun ontwikkeling achterblijft of gevaar loopt. De WSG voert voor deze doelgroep 20% van alle door de rechter uitgesproken gedwongen hulpverlening of beschermende maatregelen uit. We begeleiden landelijk 10.000 kinderen op dit moment.’
De WSG is blij dat het hulp- en dienstenaanbod aan jeugdigen vanaf 2015 onder de gemeenten valt. Heijdelberg: ‘Wij willen onze methodieken integreren in buurtgericht werken en de zorgketens binnen de gemeente. Bij de jeugdigen die de 700 voogden van de WSG in het hele land onder hun hoede hebben, ontstaat immers – eerder dan bij leeftijdgenoten – ernstige bijkomende problematiek. Denk aan alcohol- of drugsverslaving, tienerzwangerschappen, delictgedrag en overlast. Zij vormen een makkelijke prooi voor loverboys en jeugddelinquenten, die bijvoorbeeld hun broertje of zusje voor hun karretje spannen en een kind van acht op de uitkijk zetten.’
Eigen kracht en hulpverlening
Anders dan bij gezonde pubers, is de problematiek van jeugdigen met een (verstandelijke) beperking chronisch. ‘Je moet er voor hen zijn. Je hoeft er niet bovenop te blijven zitten, maar hen tijdens cruciale levensfases wel in de gaten houden,’ stelt Erik Heijdelberg.
De William Schrikker Groep beschikt over specifieke deskundigheid over de doelgroep en hulpaanbod op maat. ‘Onze professionals hebben het geduld en spreken de taal die nodig is om deze jeugdigen te ondersteunen en begeleiden. Wij borgen onze kennis in een eigen Expertisecentrum, dit doen we al ruim 70 jaar. En wij houden de ouders erbij. Zo zorgen we voor 30% minder uithuisplaatsingen én verkorten we de duur van de uithuisplaatsing. Eigen kracht, zeker! Maar zelfs redelijk zelfstandige jongeren met een beperking en een zorgzaam netwerk hebben professionele hulp nodig. Dankzij onze hulpverlening kunnen zij vaak in hun omgeving blijven wonen. Gemeenten zullen continue te maken krijgen met de afweging tussen eigen kracht, een zorgzame omgeving en professioneel interveniëren. De WSG kan hen daarbij helpen.’
Goedkoop en duurkoop
Gemeenten willen 20% bezuinigen, maar goedkoop kan duurkoop worden, meent Erik Heijdelberg. ‘Als de ‘losgelaten’ jongeren bijvoorbeeld toch in de criminaliteit terechtkomen of slachtoffer worden van loverboys. Met minder middelen wordt de caseload van onze professionals groter en komt meer op de jeugdigen en hun omgeving zelf neer. De samenleving wil geen risico’s. Gaat er iets mis, dan wordt gevraagd waar wij waren.’
De WSG werkt in alle 41 jeugdzorgregio’s en in alle gemeenten, in stedelijk gebied en op het platteland. Zij doet dat in nauwe samenwerking met de Bureaus Jeugdzorg. Heijdelberg: ‘Een belangrijk verschil met BJZ is dat wij bij de gezinnen aan de keukentafel zitten. Wij gaan naar hén toe, het is geen groep die op kantoor op spreekuren komt. Multigenerationele problematiek kan worden voorkomen; dat bespaart de gemeente veel geld. ‘Wij zijn deel van de oplossing, zowel voor de jeugdigen en hun gezinnen, als voor de samenleving.’
Oprichter Buurtgezinnen: ‘Vrijwilligers hebben vaak meer impact dan professionals.’
De kerntaak van burgerinitiatief Buurtgezinnen is helpen met opvoeden van kinderen. [Lees meer…] overOprichter Buurtgezinnen: ‘Vrijwilligers hebben vaak meer impact dan professionals.’
Sociale stijging pleegkinderen niet automatisch ‘goed’
De rol die milieuverschillen tussen gezin van herkomst en pleeggezin voor pleegkinderen spelen, wordt onderschat. [Lees meer…] overSociale stijging pleegkinderen niet automatisch ‘goed’
Zij geven jeugdzorg iets terug
Streetwise trainingsacteurs, maatschappelijk ondernemers van de straat, een skatekampioen en een kunstenmaker uit de jeugdzorg over hun doelen en drijfveren. [Lees meer…] overZij geven jeugdzorg iets terug
Ontdek de jeugdzorger in jezelf
Begin maart startte de campagne Ontdek de pleegouder in jezelf. Daarmee proberen Pleegzorg Nederland en het ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport meer mensen warm te maken voor het pleegouderschap. Een goede zaak, want er is een groot tekort aan pleeggezinnen. Iedereen, mits van goed gedrag, mag meedoen: papa/mamagezinnen, alleenstaanden, ouderen, homostellen, etc. Wat in de campagne onderbelicht blijft is dat de meeste pleegkinderen en hun pleeggezin na de ‘match’ niet alleen met pleegzorg, als begeleidende instelling, te maken hebben. Ook de Raad voor de Kinderbescherming, de kinderrechter en Bureau Jeugdzorg komen achter de voordeur. Ongeveer tweederde van de pleegkinderen in Nederland is uit huis geplaatst en/of staat onder toezicht. Bureau Jeugdzorg wijst een gezinsvoogd aan die de biologische ouders begeleidt, beslissingen neemt en contact onderhoudt met het pleeggezin. Als de rechter ouders het ouderlijk gezag heeft ontnomen, berust dat meestal ook bij Bureau Jeugdzorg. Best een belangrijke persoon dus, zo’n gezinsvoogd. Wanneer een paspoort nodig is, een middelbare school gekozen moet worden, er onenigheid is over de bezoekregeling met de biologische ouders, etc.
Ik ontdekte een tijd geleden de pleegouder in mezelf en heb al ruim tien jaar het genoegen om, naast m’n eigen kind, voor een pleegkind te zorgen. In die tijd zagen we negen gezinsvoogden voorbij komen. De nieuwste nieuwe, nummer tien, zelfs dát niet. Er is nog geen gelegenheid geweest kennis te maken. Het verloop onder ‘onze’ voogden is groot en dat blijkt niet aan ons te liggen. De een gaat toch liever iets anders doen dan jeugdzorg, de ander wordt langdurig ziek en de derde is van z’n functie ontheven. Verschillende reorganisaties van het Bureau Jeugdzorg waar wij onder vallen zouden tot verbetering (moeten) leiden. Niet dus. Hoe aardig en goedwillend de meeste gezinsvoogden ook zijn, niemand heeft tijd de geschiedenis van een langdurige plaatsing, zoals dat in jargon heet, tot zich te nemen. Elke keer beginnen we weer van voren af aan met vertellen wie we zijn en wat we willen. En, wat erger is, iedere gezinsvoogd heeft zo haar of zijn eigen idee wat goed is en zet eigen lijnen uit. Daar waar pleegouders moeten zorgen voor een ‘stabiele leefomgeving’ (doe de test Ontdek de pleegouder in jezelf op internet), zwabberen gezinsvoogden van Jeugdzorg labiel door ons gezinsleven. Wordt het, naast het werven van nieuwe pleegouders, niet eens tijd voor een test Ontdek de jeugdzorger in jezelf? Ik kan het aspirant medewerkers én managers in de Jeugdzorg aanbevelen.