Hoe realiseer je nieuw en volwaardig werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt? [Lees meer…] overCreatief met (beschut) werk
Meedoen met een beperking
Miljoenen voor innovatie sociale ondernemingen en leer/werkbedrijven
SW bedrijven kregen in 2015 extra geld van het rijk voor ‘innovatie en transformatie’. Deze impuls lijkt de kansen op een baan voor mensen met een beperking te vergroten. [Lees meer…] overMiljoenen voor innovatie sociale ondernemingen en leer/werkbedrijven
‘De maatschappij maakt me beperkt’
Werkgevers en overheid nemen onvoldoende mensen met beperking in dienst. ‘Het re-integratiebedrijf vond in een half jaar nog niet één vacature.’
‘Mensen moeten zich veilig voelen’
Hoe gaan leerwerkbedrijven om met vragen en klachten van medewerkers in de sociale werkvoorziening?
Laagbegaafd, kinderen en een baan in sociaal werkbedrijf
Laagbegaafde SW-medewerkers met kinderen krijgen soms te maken met verplichte begeleiding, jeugdzorg of zelfs uithuisplaatsing. Ingrijpende maatregelen die kunnen leiden tot frequent verzuim op het werk.
[Lees meer…] overLaagbegaafd, kinderen en een baan in sociaal werkbedrijf
Annemieke Verpalen in Spiegelbeeld
in SW-Journaal mei 2015
Annemieke Verpalen kan goed onder woorden brengen hoe zij zich als kwetsbare burger door het leven slaat. Ze schreef er een boek over, Spiegelbeeld dat net is verschenen. Zo’n indringend verhaal lees je niet vaak. SW-Journaal was benieuwd naar de vrouw achter Spiegelbeeld en sprak met haar.
Ze voelde zich ‘anders’ als kind, misplaatst en nooit op haar gemak. Ook werd ze veel gepest. ‘Als kind vroeg ik me vaak af wat ik deed op de wereld, ik dacht aan dood.’ Annemieke Verpalen is nu 53 jaar sterk en doet een roerend boekje open over haar leven.
Haar vader noemde ze Grote Boze Wolf. Haar ouders scheidden toen zij twee was, een grote schande in die tijd in het katholieke Zuiden. Haar vader stalkte het gezin met drie opgroeiende dochters en stond soms voor de deur. ‘Als je pech had’, schrijft Annemieke in Spiegelbeeld, ‘dan rinkelden de ramen, werd er gescholden en geslagen’. Ze was doodsbang voor die man en vluchtte naar de buren, waar ze onder de tafel ging zitten. Haar pop met blonde haren was vertrouwenspersoon, daar vertelde ze alles aan. Sinds haar 13de ook aan haar dagboeken, ze schreef schriften vol. Ook droomde ze zich veilig door vaak naar de wolken te kijken en te fantaseren bij de vormen die ze aannemen.
Haar moeder ging full time werken en op haar kon Annemieke rekenen. Zij had er veel voor over om haar kinderen te laten doorleren om een rol in de maatschappij te veroveren. ‘Ze was alles voor ons’, zal Annemieke later schrijven. Maar als puber zat ze slecht in haar vel. Ik was ‘een kind met een dik lijf, een spleet tussen haar tanden en een minderwaardigheidsgevoel’, luidt de meedogenloze omschrijving in Spiegelbeeld. Ze had mavo/havo niveau voor de middelbare school, maar leren lukte niet. Ze bleef een keer zitten en zakte voor haar eindexamen, hoe hard ze ook werkte. Haar eigenwaarde zonk naar een dieptepunt. De wolken boden troost: ‘die lieten zon door’.
Hoewel haar vader haar ‘grootste nachtmerrie’ was, wilde ze toch naar hem toe. Hij was een ‘vijand’ maar kon als afwezige ook uitgroeien tot haar ‘grote ideaal’. In haar fantasie was hij ‘een lieve man’ met ‘een mooie baan’ bij wie ze zich veilig kon voelen. Als vijftienjarige zocht ze hem op, maar hij wilde weinig van haar weten. Annemieke was al onzeker en deze afwijzing maakte het er niet beter op. Dat hij was, ‘Ik verlangde altijd naar een vader, ben daar eigenlijk een groot deel van m’n hele leven naar op zoek geweest’. Ze ontmoette haar vader weer op latere leeftijd en goed met hem afgesloten. Hij kon geen antwoord geven op de vraag waarom hij zo agressief en gewelddadig was geweest. Annemieke verklaarde het zelf uit het feit dat haar vader marinier was.
Op haar achttiende belandde ze in het ziekenhuis. Ze had al bronchitis sinds de geboorte en bleek ook suikerziekte te hebben. ‘Ik kon nog geen theepot meer dragen’. Benauwdheid en traumatische gebeurtenissen in haar jeugd hadden haar ‘angst om groot te worden’ ingeboezemd, dacht de psycholoog met wie ze gesprekken voerde.
Maar het leven had ook moois voor haar in petto. Ze ontmoette Rob, de liefde van haar leven. De wolken had ze niet meer nodig. Rob geloofde in haar en gaf haar zelfvertrouwen. ‘Hij zei vaak “Doorgaan Miek, jij hebt talent! Ze zeggen wel dat je het niet kunt, maar je kunt het wél”.’ Op haar 21ste ging ze samenwonen met de man van haar dromen. Hij werkt als koerier, zij als schoonmaakster. Veel geld hadden ze niet, wel veel geluk. Twee jaar later trouwden ze. ‘Ik zie me daar nog staan in mij allessie bij het Maria-altaar’, schrijft ze. ‘Het lelijke eendje werd Robs vrouw’. Kon het mooier? Ja, want na een jaar kregen ze een dochter. Het leven was bijna een sprookje, Rob ‘een kanjer’ van een vader en echtgenoot. In 1989 vierden ze samen vakantie in de caravan van zijn moeder. Op de terugweg kregen ze een ongeluk, waarbij Rob omkwam. Haar wereld stortte opnieuw in, ze schreeuwde en gilde en was maandenlang ontroostbaar van onverdraaglijk liefdesverdriet om haar soulmate. Maar ze ging door. Ze had een kind te verzorgen en putte kracht uit de liefde van Rob en de eigenwaarde die hij en haar moeder haar gaven. ‘Vergeten doe ik hem nooit maar ik kon zijn dood wel een plaats geven.’
Annemieke kwam zelfs een nieuwe man tegen, die sprekend op Rob leek. Ze waren verliefd en gingen al snel samenwonen. Uit deze relatie werd een zoon geboren. Annemieke kon haar geluk niet op, maar voor een relatie was het veel te vroeg. Uiterlijk leek haar nieuwe man op Rob, als persoon niet. Hij raakte aan lager wal en omdat ze kinderen had, vertrok Annemieke met haar gezin naar een voorziening voor slachtoffers van huiselijk geweld. De structuur, onderlinge solidariteit, regelmaat en veiligheid: het verblijf van een half jaar daar deed hen goed. ‘Doorgaan’, houdt ze de lezers van Spiegelbeeld voor, ‘je bent sterker dan je denkt.’
Ze hervatten hun gewone leventje in een eengezinswoning met een tuintje. Annemieke ging werken als helpende in een ziekenhuis, later in de thuiszorg. De vader van haar zoon kreeg zijn leven ook weer op de rails en hij bleef een belangrijke figuur in haar leven.
De dood van haar moeder, in 2008, stelde Annemieke nog één keer flink op de proef. Haar moeder was haar belangrijkste houvast in het leven. Maar ze doorstond de proef met glans.
Materieel was het lange tijd sappelen. Annemieke verdiende met dertien uur werk onvoldoende om haar huishouden draaiende te houden. Er ontstonden huurachterstand en andere schulden en ze was een tijdlang aangewezen op de Voedselbank. Haar kinderen kregen op hun beurt een tik mee van de gebeurtenissen tijdens hun jeugd, maar zijn beide goed terechtgekomen. Bij een leergang bij organisatie voor zingeving Brood en Rozen deed Annemieke de inspiratie op voor het boek dat ze nu heeft geschreven. ‘Spiritualiteit heeft mij veel gegeven.’
Door de bezuinigingen op de thuiszorg, werd ze er daar ‘uitgegooid’. Ze is sinds een jaar werkloos en helemaal aangewezen op een bijstandsuitkering. De schulden zijn afbetaald. Ze doet nu vrijwilligerswerk, met toestemming van de Sociale dienst. Tot haar grote blijdschap kreeg haar zoon een kind, ‘een groot geschenk’ noemt ze haar kleinkind.
In Spiegelbeeld blikt Annemieke Verpalen terug op wie ze is geworden en hoe dat is gegaan. Het leven leerde haar vooral naar het goede te kijken. ‘Voel je kracht en geloof in jezelf. Degene die jouw leven bepaalt, dat ben je vooral zelf. Ontdek jezelf en vind.’ Als ze nu over haar schouder kijkt en haar spiegelbeeld ziet, denkt ze: ‘Leer, geniet van het leven en haal eruit wat erin zit.’
Spiegelbeeld, verschenen bij Uitgeverij Stichting MONE en gefinancierd door de zoon van schrijfster Annemieke Verpalen. Het boekje is voor € 15,95 (incl. verzendkosten) te bestellen op spiegelbeeld.boek@gmail.com Graag naam en adres vermelden, dan wordt het zo snel mogelijk opgestuurd.