Miskramen zijn aan de orde van de dag: ongeveer één op de tien zwangerschappen eindigt binnen drie maanden in een miskraam. Daarbij kunnen heftige bloedingen en pijn optreden, maar het kan ook zijn dat het dode vruchtje rustig enkele dagen of zelfs weken blijft zitten voordat het loskomt. Vrouwen wenden zich in geval van een (dreigende) miskraam tot hun huisarts, verloskundige of, als zij daar onder behandeling zijn, hun gynaecoloog. Die zullen ‘afwachten’ of curettage in een ziekenhuis adviseren, afhankelijk van bloedverlies, pijnklachten en het gemoed van de vrouw. Als er geen bijzonderheden zijn kunnen vrouwen de miskraam gewoon thuis krijgen, net zoals veel vrouwen thuis hun uitgedragen kind op de wereld zetten. Rond de 30% van de bevallingen in Nederland vindt thuis plaats.
Een miskraam zal voor verreweg de meeste vrouwen die het overkomt een verdrietige en ongewenste zwangerschapsafbreking zijn. Een overtijdbehandeling is juist een gewenste zwangerschapsafbreking en wordt gedaan tussen de 12 en 16 dagen na het uitblijven van de menstruatie. Kiest de vrouw voor curettage, dan is de overtijdbehandeling, net als curettage bij een niet-spontane of onvolledige miskraam, in een ziekenhuis of kliniek.
Een medicamenteuze overtijdbehandeling is een met een pil opgewekte vroege miskraam. Daarbij kunnen hevige bloedingen en pijn optreden, waarna het vruchtje wordt afgestoten. Als zich geen complicaties voordoen, zoals aanhoudende bloedingen, zou een medicamenteuze overtijdbehandeling, net als een miskraam en een bevalling, met hulp en nazorg van de huisarts en/of vroedvrouw thuis kunnen gebeuren. Maar dat mag niet. Hoewel de Hoge Raad en de Raad van State hebben verklaard dat de overtijdbehandeling geen abortus is in de zin van de wet, heeft het huidige kabinet deze ingreep eerder dit jaar toch onder de Wet afbreking zwangerschap gebracht. Het kabinet stelt dat die behandeling, voor welke methode men ook kiest, alleen én na bedenktijd mag plaatsvinden in een ziekenhuis of kliniek, net als een abortus. Huisartsen mogen in Nederland geen medicamenteuze overtijdbehandeling doen en geen abortuspil voorschrijven.
Vrouwenorganisaties als Women on Waves en Wij Vrouwen Eisen reageerden furieus op dit onder de strafwet brengen van ook de overtijdbehandeling. Het gaat hier in hun ogen om criminalisering van een nieuwe groep vrouwen, die hun ongewenste zwangerschap in een zo vroeg mogelijk stadium willen beëindigen. Ook verschillende Tweede Kamerleden en kranten reageerden zeer kritisch op het kabinetsbesluit.
In de consternatie over de overtijdbehandeling stelt verantwoordelijk staatssecretaris Jet Bussemaker dat het besluit de overtijdbehandeling op te nemen in de abortuswet niets verandert aan de bestaande abortuspraktijk. ‘Kwaliteit en goede medische zorg blijven centraal staan,’ zo schrijft zij in NRC Handelsblad (6 aug. 2009).
Kennelijk kunnen vrouwen met een miskraam en vrouwen die thuis bevallen toe met ‘minder’ medische zorg. Zij ‘doen’ de miskraam of bevalling in principe zelf, thuis, of krijgen hulp van huisarts en/of vroedvrouw. Het verder medicaliseren van de overtijdbehandeling staat haaks op het overheidsbeleid het beroep op specialistische zorg en daarmee de medische kosten terug te dringen. Zouden de morning-afterpil en het spiraal de volgende middelen zijn die het in meerderheid christelijke kabinet onder de Wet afbreking zwangerschap brengt?
In Nederland zijn mensen allereerst zelf verantwoordelijk voor hun leven en gezondheid. Dat is onder andere vastgelegd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zonder medische noodzaak is een beroep op ziekenhuiszorg dus overbodig en ongewenst.