Kleinschalige woonvorm voor dementerende ouderen betrekt familie bij de zorg. ‘Ik kom graag in De Rinnebeek.’
voor site Vilans – maart 2011
De familieleden hielden het niet voor mogelijk. En het was ook nog eens spiegelglad. Maar met kerst genoten de dementerende ouderen van De Rinnebeek een feestelijk diner in een restaurant. Samen met hun dierbaren en begeleiders. Vrijwilligers van het Rode Kruis zorgden voor vervoer in busjes. Stuwende kracht achter activiteiten als deze is de manager zorg Douwe op de Dijk. Het welbevinden van de bewoners, daar gaat het hem om. Instellingsbelangen zijn wat hem betreft ondergeschikt. De gecombineerde inzet van familieleden en professionals in De Rinnebeek is meer dan de som der delen.
De Rinnebeek is een woon/zorgvoorziening voor dementerenden in een modern gebouw. Het staat middenin een woonwijk in De Bilt, verstopt achter een school. De architectuur is opvallend. Toch is het huis helemaal opgegaan in de buurt. Ik kan het niet direct vinden en vraag vier mensen tevergeefs de weg. Uiteindelijk wijst een postbode me waar het is. De Rinnebeek biedt huisvesting en zorg voor 28 dementerende ouderen. De voorziening beschikt over vier woningen, voor zeven bewoners elk. In de verschillend ingerichte woningen is een gemeenschappelijke huiskamer en voor ieder een eigen zit/slaapkamer. Ook is er een groepsruimte in het gebouw waar onlangs een kapsalon, een barretje en een zithoek zijn ingericht. De Rinnebeek is een van de vijf woon/zorglocaties van De Bilthuysen, aanbieder van multidisciplinaire ouderenzorg in regio De Bilt.
Pionieren
Bij De Rinnebeek, dat in 2007 openging, is vanaf het begin aandacht geweest voor het betrekken van familieleden. Uitgangspunt van teammanager zorg Op de Dijk was en is dat het wonen en welzijn van de bewoners een gezamenlijke zorg is, van medewerkers én familie. Bij de komst van een bewoner neemt de Rinnebeek met de familie door wat hij of zij graag wil. Of gewild zou hebben als hij of zij niet dementerend was. Doel is de kwaliteit van leven zo groot mogelijk te houden. De bewoner staat centraal. Medewerkers en familieleden richten samen de kamer in. Als iemand een vogeltje heeft, mag dat mee. Zelfs een hondje is welkom, als de familie het maar uitlaat. Familie, vrienden of buren kunnen de hele dag in en uitlopen, er zijn geen bezoekuren. Douwe op de Dijk: ‘De eerste tijd wennen bewoners, familie en wij aan elkaar. Soms duurt het even tot iemand past in de cultuur die is ontstaan. Maar over het algemeen aarden de bewoners snel. En familieleden voelen zich gehoord.’
Het voordeel van een nieuwe locatie als De Rinnebeek is het kunnen pionieren. Douwe op de Dijk: ‘We konden vanaf het nulpunt startten. In het half jaar dat we de opening voorbereidden, brachten we onze ideeën over samenwerking met familie en mantelzorgers over op de medewerkers. Zij zijn er als het ware mee opgegroeid.’
Proeftuin
De praktijk is leidend bij De Rinnebeek, al doende leert men. Er is geen officieel beleid vastgelegd rond familieparticipatie. Wel is De Rinnebeek sinds oktober 2010 een van de proeftuinen van Vilans voor het verder ontwikkelen van participatie van familieleden in de zorg. Ze zijn onderdeel van een programma (en subsidieregeling) van de provincie Utrecht om de betrokkenheid van mantelzorgers en familie te stimuleren. Behalve De Rinnebeek, doen daar nog drie andere kleinschalige woonvormen in de provincie Utrecht mee.
Vilans-medewerkers kwamen tijdens een informatieavond op De Rinnebeek vertellen op welke wijzen zorgorganisaties familie en vrienden betrekken bij het dagelijks leven van bewoners. De uitwerking kan verschillend zijn, maar familievriendelijke organisaties hebben meestal één ding gemeen. Ze gaan vanaf het begin het gesprek aan met de (toekomstige) bewoner en zijn sociale netwerk. Zorgmanagers en verzorgenden doen dat vanuit de overtuiging dat naasten belangrijk zijn voor bewoners. Door hun houding voelen familie en vrienden zich gehoord en gezien.
Vilans presenteerde op De Rinnebeek hulpmiddelen als een ecogram en een genogram. Daarmee kan men het sociale netwerk en de familiebanden van bewoners in kaart brengen. Zorgmedewerkers krijgen zo inzicht in de kring van familie en vrienden, nu en in het verleden. Aan de hand hiervan kan men familieleden en/of vrienden betrekken bij bewoners. Wat deelden en deden zij samen, wat kan eventueel nu een vervolg krijgen? De omgang moet passen bij de nieuwe situatie. Streven is de mogelijke betrokkenheid zo vorm te geven dat beide partijen er plezier aan beleven; het contact is dan voor beiden van betekenis. Vilans traint de zorgmedewerkers in het werken met een ecogram en genogram.
Koken en was opvouwen
De professionele woonzorgbegeleiders zijn en blijven in De Rinnebeek verantwoordelijk voor de verzorging en veiligheid van de bewoners. Zij vragen familieleden niet om taken van hen over te nemen. Meedoen is niet verplicht. Maar familieleden mogen wel helpen verzorgen in De Rinnebeek. En als ze zin hebben in koffie, kunnen ze doen alsof ze thuis zijn: die zetten ze zelf. De begeleiders bereiden dagelijks een verse maaltijd, in iedere woning apart. De maaltijd is een sociaal gebeuren, aan een met zorg gedekte tafel. Aanwezige familieleden kunnen zowel mee helpen koken als mee-eten. ‘Eén familielid woont in België. Zij kan haar tante hier niet elke week opzoeken. Maar als ze komt, maakt ze eten voor alle zeven bewoners,’ geeft Op de Dijk als voorbeeld. Familieleden die dat kunnen en willen, krijgen een hint dat zij bijvoorbeeld de wasdroger mogen uitruimen. Zij kunnen de was eventueel samen met ‘hun’ bewoner of meerdere bewoners opvouwen. Huishoudelijk werk is ook een welzijnsactiviteit.
Diana van der Haar, dochter van een bewoonster, is het type dat zich zoiets geen twee keer laat zeggen. ‘Ik kom graag in De Rinnebeek. Maar ik ga overal makkelijk op af. Laatst liepen twee nieuwe familieleden onwennig rond. Ik heb hen geïntroduceerd en wegwijs gemaakt. Als een medewerker drie mensen tegelijk eten zit te geven, ga ik helpen. Zo ben ik opgevoed.’ De vrouw die haar heeft opgevoed, is het daar overigens maar matig mee eens. Zij ziet haar dochter liever kalm naast zich zitten. ‘M’n moeder vindt het niet prettig als ik teveel doe, te onrustig’ aldus Van der Haar. Wat haar betreft mag De Rinnebeek overigens best aandringen op helpende familiehanden. ‘Niet: we zien wel wat mensen uit zichzelf aanpakken, maar expliciet uitnodigen iets te doen.’
Meedoen gaat vanzelf
De kleinschaligheid van De Rinnebeek heeft verschillende voordelen. De lijnen naar artsen, begeleiders en manager zijn kort. Er is nauwelijks bureaucratie. ‘Als je hier een paracetamol nodig hebt, is dat zo geregeld,’ zegt Diana van der Haar. ‘In het verzorgingshuis waar m’n moeder eerst zat, was ik daar een halve dag mee bezig.’ Een andere moeder brak vorig jaar haar heup. Dochter Yvonne Jansen: ‘M’n moeder moest revalideren in het ziekenhuis, maar wist niet meer wat links en rechts was. Ze snapte niet wat van haar werd verwacht. Manager Douwe op de Dijk belde het ziekenhuis en haalde haar weer hier naartoe. Op De Rinnebeek oefende een fysiotherapeut met haar. Toen ze een rollator nodig had, stond er zo een voor haar neus. Een nieuwe aanvragen was niet nodig.’
Haar man Rob, schoonzoon van mevrouw: ‘De Rinnebeek is een moderne voorziening. Er is geen hiërarchie, het personeel staat tussen de mensen. De benadering is persoonlijk. Ook voor de medewerkers is dat prettig werken. Er is nauwelijks ziekteverzuim. De conventionele zorg moet die cultuuromslag nog maken.’ Familieparticipatie gaat ‘vanzelf’ in De Rinnebeek, vindt hij. ‘Het wordt niet van bovenaf opgelegd. Dat zal ook niet goed werken, denk ik.’
In reguliere instellingen moeten bewoners en hun familie zich aanpassen aan de organisatie. De gang van zaken in De Rinnebeek ervaart de heer Jansen als andersom. ‘Er wordt in de huiskamer (met keuken, red.) gekookt. Het is gezellig en informeel, je krijgt zin om mee te eten. In een grotere instelling krijgen de bewoners standaard allemaal dezelfde hap.’
Ook Diana van der Haar prijst de wijze waarop De Rinnebeek omgaat met bewoners en hun familie. ‘Er is permanent toezicht, bewoners worden liefdevol opgevangen. En ik kan met alles bij de manager terecht. Ideeën en initiatieven zijn welkom. Ik was eens ontzet toen m’n moeder me sloeg. De leiding stond direct klaar om er met me over te praten. Er is hier grote persoonlijke betrokkenheid.’
Buren
De Rinnebeek heeft een formele structuur, met zorg/leefplannen, familiegesprekken, een wettelijk voorgeschreven cliëntenraad, enz. Daartussendoor lopen vele informele contacten tussen medewerkers en familieleden, in huis, per telefoon en via e-mail. Tegenwoordig is er ook een Nieuwsbrief, die familie informeert over activiteiten. ‘Wanneer we signaleren dat iets niet loopt, gaan we daar het gesprek over aan,’ zegt manager Douwe op de Dijk.
Dat wil niet zeggen dat er nooit iets mis gaat. Yvonne Jansen: ‘In het begin kwam er steeds een vreemde man de kamer van m’n moeder binnen. Hij plaste op haar stoel. Ze had al last van angsten en ze moest ook nog erg wennen. Het was heel akelig. Ik sprak een personeelslid erop aan. Na enig aandringen nam men maatregelen. Daarna ging het beter. Communicatie met de familie van die meneer is er helaas nooit geweest.’ Ook de moeder van Van der Haar zat eens in een lastig parket. ‘M’n zus vond m’n moeder een keer ingesloten in de binnentuin. Iemand had de deur naar de tuin achter haar op slot gedaan.’
Incidenten als deze zijn betreurenswaardig. Maar over het algemeen zijn mensen zeer te spreken over De Rinnebeek. Familieparticipatie en de kwaliteit van zorg zijn nauw met elkaar verweven. Ze lijken elkaar aan te drijven. De verzorging van de ouderen is goed en respectvol. Dat motiveert familieleden af en toe te helpen in het huishouden of extra activiteiten te organiseren. Dankzij deze familieparticipatie neemt de kwaliteit van het verblijf toe. Dat geldt ook voor ouderen die geen bezoek krijgen. Diana van der Haar noemt dat de spin off: ‘Als jij ziet hoe lief iemand voor je moeder is, geef je iets terug. Je omarmt ook andere bewoners. Ik steek daar energie in.’ Af en toe organiseert ze iets leuks, bij voorkeur met muziek. Daar genieten de bewoners van. Binnenkort is er een optreden van Andrew Sisters. ‘Familieleden die zelf iets aandragen om met de ouderen te doen: dat vindt Douwe het mooiste,’ aldus Van der Haar.
De familieparticipatie op De Rinnebeek is nog niet uitontwikkeld. Manager Douwe op de Dijk staat open voor vernieuwing. Daarbij werkt hij nauw samen met Vilans. De Nieuwsbrief was een van de verbeterpunten die uit deze samenwerking voortkwam. De activiteiten met en voor bewoners en familie zijn nu beter zichtbaar. Bij het bespreken en evalueren van het zorg/leefplan worden mogelijkheden om familie (meer) bij de bewoner te betrekken steeds opnieuw bekeken.
Van de ervaringen, processen, tips en trucs uit de vier proeftuinen stelt Vilans een overzichtelijke toolkit voor de praktijk samen.
Op de Dijk wil ook de buurt graag betrekken bij De Rinnebeek. Op de Dijk: ‘Wijkbewoners zouden ons meer als buren moeten gaan zien. De uitdrukking ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’ geldt ook voor ons als instelling.’ Er is al eens een Open dag voor buurtbewoners geweest. Dat heeft enkele vrijwilligers opgeleverd. Zij doen af en toe iets met of voor bewoners, zoals wandelen. Het is zaak daar intern over te blijven communiceren. Yvonne Jansen bekijkt de vrijwillige inzet met gemengde gevoelens. ‘Wat doet een vreemde met míjn moeder?!’ Maar als ze ziet dat mensen leuk met haar omgaan, is ze blij met hun inzet. Informele zorg kan ook afkomstig zijn van anderen dan mantelzorgers. Familieparticipatie’ moet breed worden opgevat.
http://www.vilans.nl/docs/vilans/informatiecentrum/Bewoner%20en%20hun%20familie.pdf