Het is voor woningcorporaties gemakkelijker geworden huurwoningen te verkopen en de economie trekt weer een beetje aan. Dus lezen we in de krant dat ‘de woningmarkt in de lift zit’. Dat heeft een opgewekte en positieve klank. Voor (aspirant) huurders met een laag of middeninkomen die niet willen of kunnen kopen, gaat de lift echter vooral naar beneden. Starters in bijvoorbeeld Amsterdam moeten onredelijk lang wachten op een sociale huurwoning, als ze er al voor in aanmerking komen. Doorschuiven naar een grotere, betaalbare huurwoning door gezinnen is vrijwel onmogelijk. Begane grondwoningen die bestemd zijn voor huurders met een beperking/medische indicatie, worden onttrokken aan het sociale bestand. Bij mij in de buurt kochten mensen een gelijkvloerse driekamerwoning op de begane grond voor hun studerende kind van 19 jaar. De woning werd eerst bewoond door een ouder echtpaar, waarvan één van de twee met een handicap. Ander voorbeeld. De Amsterdamse Czaar Peterstraat, waar in de jaren 80 nog de film Ciske de rat werd opgenomen, is zo’n straat in de lift. Maar liefst 500 huurwoningen zijn of worden gerenoveerd en verkocht. In de straat zijn tal van zogenoemde arbeiderswoningen van weleer te koop (zie foto). De winkels richten zich op mensen met de beter gevulde portemonnee. Excentrieke winkeltjes verkopen, in sjieke setting, kaas, juwelen, designkleding, vleesch, de betere koffie en kinderschoen, etc.
Niet dat ik terug wil naar de armoe van weleer en de ellende van te kleine woninkjes in de Czaar Peterstraat. Maar waarom niet meer goede, betaalbare huurwoningen? Laat huurders ‘meeliften’ op de woningmarkt, zorg voor voldoende huurwoningen en geef hen de keuze tussen betaalbaar huren of kopen.