Vluchtelingen die naar Nederland kwamen, verbonden Sarah opnieuw met de grote wereld. De vluchtelingen zijn uitgevlogen en wonen nu verspreid over het land. Maar Sarah is weer thuis.
In verkorte vorm gepubliceerd in Margriet 25, augustus 2016
Sarah Vermoolen is geboren en opgegroeid in Abcoude en woonde als student Communicatiewetenschap in Amsterdam. Na haar afstuderen kon zij een penthouse in de Jordaan betrekken. ‘Als ik terugkijk, was ik een zelfstandige en sterke vrouw. Wat anderen van me vonden, interesseerde me weinig. Ik ben van de punkgeneratie, ondernam van alles en nam veel risico’s. Altijd zocht ik grenzen op. Op m’n eentje reisde ik de wereld over. Ik schreef reisboeken voor de ANWB en Gottmer, onder andere over Australië, Griekenland, Turkije, Nieuw-Zeeland en de Nederlandse Antillen. Het was niet allemaal rozengeur en maneschijn. Ik verdiende weinig, voelde me soms eenzaam op reis en kende net naast veel ups ook downs. Ik was vaak verliefd, maar ik had ook regelmatig liefdesverdriet.’
Vrije vrouw
‘Door de vriend met wie ik nu nog altijd samen ben, kwam ik achttien jaar geleden in de Zaanstreek terecht. We kwamen elkaar tegen als getuigen bij een bruiloft van vrienden, de vlam sloeg in de pan. We waren allebei 34 en ook hij reisde graag. Dolverliefd gingen we samen op pad, naar Australië, Marokko en Frankrijk. Na anderhalf jaar kochten we een huis in Koog aan de Zaan, veel huis voor weinig geld. Een week nadat we de sleutel kregen, raakte ik zwanger van onze tweeling. Hoewel ik altijd ben blijven werken, kwam mijn leven van vrije vrouw min of meer tot stilstand, alles veranderde. Van een penthouse in de grote stad zat ik opeens in een dorp met twee kleine kinderen en heel veel problemen. De tweeling was te vroeg geboren en vanaf het begin, was er van alles aan de hand. Zij waren zwak en huilden veel. Het eerste half jaar moesten de kinderen om de drie uur worden gevoed. Borstvoeding lukte niet. Een van de twee had iets aan z’n voetje. We zagen in die tijd veel dokters. Pas na vijf jaar sliepen ze ’s nachts door.
Vroeger had ik m’n leven in de hand, met de kinderen veranderde dat totaal. Ik probeerde het wel, zat stukjes te tikken met de kindjes naast me, maar de combinatie werkte niet echt. Na drie maanden werd ik bovendien zwanger van nummer drie. Hij was m’n redding op dat moment. Ik was gefrustreerd, omdat het met de tweeling niet zo goed ging en ik dat aan mezelf weet. Nummer drie was goed op gewicht en daardoor levendig en vrolijk. Zo leuk kon een kind zijn! Hij was een geschenk uit de hemel, vond ik. Hij mankeerde nooit wat… totdat hij als baby van elf maanden twee keer een herseninfarct kreeg, door de waterpokken. Een heel zeldzame complicatie, het was puur pech. Waarschijnlijk hierdoor werd hij een ‘ander’ kind, die z’n emoties niet goed kan reguleren. Door de vele startproblemen, waren wij als gezin erg op elkaar aangewezen. We waren heel close samen en konden het allemaal nét aan, maar ons wereldje was heel klein geworden.’
Boeken
In 2011 nam Sarah Vermoolen het initiatief voor een multimediaal project over de Zaanstreek. ‘Ik was de hele wereld rondgereisd, maar mijn eigen omgeving kende ik nauwelijks. De Zaanstreek is beroemd om het verleden, er zijn veel historische boeken over geschreven. Maar wie of wat is nú speciaal, wie steekt de kop boven het maaiveld uit en geeft de stad en streek tegenwoordig kleur? Ik interviewde inwoners uit Zaanstad, Wormerland en Oostzaan. In 2012 verscheen mijn boek Kijk Zaans, dat in no time was uitverkocht. Op verzoek maakte ik, samen met andere Zaankanters, een vervolg, Zaanse parels. Het tweede boek verscheen in 2014 en bevat iconen van het rijke Zaanse leven. Uit het maken van twee boeken, bleek dat ik iets kon. Toch overtuigde ik vooral anderen ermee, mezelf niet. Als iemand me een compliment maakte, geloofde ik dat niet. Ik sprak en dacht negatief over mezelf, had weinig zelfvertrouwen. Dat kwam ook omdat ik me jaren had volgestopt met troostfood; ik was veel te zwaar. Het lukte me niet mezelf leuk te vinden.’
Vluchtelingen
In oktober 2015 kwamen honderden vluchtelingen naar Zaanstad. Sarah was vanaf het begin actief vrijwilliger. ‘Ik gaf Nederlandse les aan Eritrese mannen. Vier keer per week ging ik naar de kerk waar activiteiten werden georganiseerd. Toen lukte het opeens wél de knop om te zetten en mezelf ‘goed’ te vinden, ook gevoelsmatig. Ik was belangrijk voor hen. Zij zagen mij niet als lelijke dikke vrouw, zoals ik mezelf zag, maar vonden me goed zoals ik was, met een mooie ziel. Dat deed me veel. Ik was onzeker over m’n Engels, maar gaf gewoon les, maakte grappen en …. leek weer de oude Sarah! De vluchtelingen werden ook belangrijk voor mij. Ze waren als broers voor me, ik zag niet eens meer dat ze donker waren.
Behalve Eritreeërs, ontmoette ik ook gevluchte Syrische kunstenaars. De mannen spraken beter Engels dan de Eritreeërs en daardoor kon ik met hen meer delen. We gingen samen op pad, ik bracht hen in contact met bedrijven en organisaties, waar zij konden exposeren en mee samenwerken. Via hen kwam ik ook weer bij m’n creatieve binnenste. Ik ging weer foto’s maken, liet hen Amsterdam zien en organiseerde onder andere het evenement 1001 dromen in het Zaantheater, om Nederlanders en vluchtelingen bij elkaar te brengen.’
Terug
‘Het was alsof ik wakker werd uit een winterslaap. Het voelde als vroeger, mijn wereld werd weer groter. M’n vriend vindt het geweldig dat ik zo ben opgebloeid. We sporten veel samen, daardoor ben ik afgevallen. Belangrijker is dat ik me van binnenuit goed voel. Ik maak selfies en ben weer blij met mezelf. Ik heb mezelf teruggevonden. Achteraf gezien had ik zeventien jaar geleden misschien een postnatale depressie, waardoor het met mij misging. Maar ik ben terug!’
De vluchtelingen die naar Nederland kwamen, verbonden Sarah weer met de geliefde grote wereld. De ‘Zaanse’ vluchtelingen zijn uitgevlogen en wonen nu verspreid over het land. Maar Sarah is weer thuis.