‘Het woord van de waarheid is onoverwinnelijk, een triomf van de geest,’ aldus schrijver Lidija Tsjoekovskaja in 1974 . Onlangs verscheen een bundel van haar Open brieven tegen de Russische staatsterreur in Nederlandse vertaling. Wie is zij en wat deed ze?
Lidija Tsjoekovskaja (1907-1996) schrijft in de jaren 1965-74 open brieven over staatsterreur en leugens en laster in de media. Vanwege de kracht en literaire kwaliteiten van haar brieven én de parallellen met het huidige Poetinregime verschijnen die nu in Nederlandse vertaling. De vertaling is van Emma de Klerk, de uitgave onder de titel Het open woord half juni 2023 van uitgever A.A. Hoogteiling. Tsjoekovskaja gaf stem aan het lijden van het volk en verdedigde dissidenten als Anna Achmatova, Boris Pasternak en Aleksandr Solzjenitsyn. Maar wie is zij zelf?
Lidija Tsjoekovskaja, geboren in Sint-Petersburg, groeit op in een dorp en studeert, jaren na de Russische Revolutie, weer in Petersburg. Ze krijgt, net als haar vader, kinderboekenschrijver, te maken met repressie door de machthebbers. Voor haar 20ste is Tsjoekovskaja al twee keer gearresteerd en eenmaal naar een ver oord verbannen, schrijft Gerrit Jolink, initiatiefnemer van de bundel in een nawoord. De kiem voor haar schrijverschap en opkomen voor schrijvers en het vrije woord is gelegd. Haar latere man, natuurkundige Matvej Bronstein, met wie ze in 1934 trouwt, wordt in 1938 om onduidelijke redenen gearresteerd en geëxecuteerd door het Stalinregime. Ze zoekt contact met Anna Achmatova, zelf een vervolgd dichter, wier zoon ook gevangen zit. Behalve zich inzetten voor de vrijlating van hun dierbaren, leert Tsjoekovskaja de voorgelezen gedichten van Achmatova uit haar hoofd, zodat die bewaard blijven. Beide vrouwen vluchten niet, ze blijven in Rusland, waar Tsjoekovskaja het opneemt voor vervolgde schrijvers van het regime. Zo reist ze geregeld van Leningrad naar Moskou met manuscripten die gered moeten worden. ‘Honderden schrijvers komen om tijdens de repressie,’ aldus Gerrit Jolink. Als je niet je stem verheft tegen onrecht, ben je medeplichtig, verwoordt hij de opvatting van Tsjoekovskaja. Tijdens WO II evacueren de Russische autoriteiten haar naar het huidige Oezbekistan. Naar huis mag ze voorlopig niet, ook niet in 1944, als het beleg van Leningrad voorbij. In de periode na Stalins dood is er korte tijd meer vrijheid maar nieuwe terreur volgt. Die richt zich onder andere tegen Boris Pasternak, Nobelprijswinnaar in 1958 met z’n Dokter Zjivago en tegen dichter Josip Brodski.
Het vrije woord
Tsjoekovskaja neemt het ook voor hen en andere vrijdenkers op. Ze verheft haar stem tegen lastercampagnes en vervolging: ‘Ideeën moeten worden beantwoord met ideeën, niet met opsluiting en dwangarbeid.’ De brieven in Het open woord zijn gericht aan de staat, de Schrijversbond en de media. Ook spreekt Tsjoekovskaja ‘onwetende’ landgenoten aan, die door het regime en de pers ‘op een dwaalspoor worden gebracht’.
De brieven getuigen van de universele kracht van en Tsjoekovskaja’s geloof in het vrije woord. ‘Waar het woord blijft klinken, is de toekomst gered,’ schrijft zij in 1968 aan Aleksandr Solzjenitsyn voor zijn 50ste verjaardag. Die wordt in 1969 uit de Russische Schrijversbond gezet. Ook neemt ze het op voor fysicus, vredes- en mensenrechtenactivist Andrej Sacharov. Sacharov, uitvinder van de waterstofbom, zet zich in voor ontwapening, vrede en internationale samenwerking en komt op voor vervolgden. Het regime noemt hem een ‘anti-Sovjet misdadiger’ en legt hem het zwijgen op. Sacharov wint in 1975 de Nobelprijs voor de Vrede maar mag het land niet uit om die in ontvangst te nemen. Eind jaren 70 wordt hij gearresteerd en verbannen omdat hij zich uitspreekt tegen de Russische inval in Afghanistan.
Tsjoekovskaja vindt dat de Sovjet-Unie zich rekenschap moet geven van de misdaden in onder andere de Stalintijd om te voorkomen dat de repressie zich herhaalt. Zo juicht ze het verschijnen van De Goelag Archipel (1974) van Solzjenitsyn toe omdat hij daarmee het zwijgen over het verleden doorbreekt.
Uit de Schrijversbond
Als Tsjoekovskaja in 1974 De toorn van het volk schrijft, over de haatcampagnes tegen Pasternak, Solzjenitsyn en Sacharov wordt ook zij uit de Schrijversbond gestoten. Haar werk mag niet meer worden uitgegeven noch mag er naar worden verwezen. In haar verdedigingsrede voor de Schrijversbond zegt Tsjoekovskaja dat de poging van de autoriteiten om haar schrijversbestaan uit te wissen alleen betrekking heeft ‘op het heden, niet op de literatuurgeschiedenis. Later zal een ander vonnis worden uitgesproken.’ Woorden kun je niet beheersen, zegt ze. ‘Het woord is de tempel van de ziel en verandert de wereld.’ Sacharov schrijft als reactie op haar rede trots te zijn op zijn vriendschap met haar. ‘Ik maak een buiging voor haar onbevreesde oprechtheid en groothartige moed.’
Pas in 1988, in de periode van Gorbatsjovs glasnost, wordt haar literaire werk in Rusland gepubliceerd. In 1990 wint zij als eerste de Sacharov-prijs, door het Europees Parlement in het leven geroepen om moedig burgerschap te eren. Tsjoekovskaja schenkt het daaraan verbonden geldbedrag aan Memorial, de nu door Poetin verboden organisatie die politieke onderdrukking in de Sovjet-geschiedenis in kaart brengt en slachtoffers ondersteunt. Ze overlijdt in 1996 en is begraven op een kerkhof bij Moskou.
Moed
Het woord is een daad, laat Tsjoekovskaja ons na. ‘Het woord van de waarheid is onoverwinnelijk, een triomf van de geest.’ Er zijn weinig moedige schrijvers als Tsjoekovskaja in het hedendaagse repressieve Rusland. Zij houden hun mond, zijn gevlucht of zitten gevangen. Het vertalen en uitgeven van Het open woord is een actuele daad. Dank daarvoor.
Een van Tsjoekovskaja’s gedichten luidt:
‘We mogen niets meer ter wereld bespreken nog, naar ik meen. Voortaan is alles ter wereld het zwijgen toedoen vereist. Het waren gelukkige mensen die van ellende voorheen gedronken hebben, in verzen gekreund en van pijn gekrijst.’
vertaling Nina Targan Mouravi
Het boek Het open woord is te koop op www.aahoogteiling.eu
Geef een reactie