Sandra (63) zoekt een baan en doet daarom liever anoniem mee aan Qracht 500. Sandra is administrateur en werkte tot 2004 bij een recreatie- en bungalowpark. ‘Dat park ging failliet, het personeel werd de dupe. Ik werkte door totdat het faillissement was afgehandeld, 10-12 uur per dag, het was een zware functie. De directeur zei op een dag: “Wat doe je hier nog?” Ik verloor, na tien jaar dienstverband, m’n baan en kwam in een diep gat terecht. Ik kreeg hartritmestoornissen en werd geopereerd. Voor m’n gevoel verloor ik de controle over mezelf. Ik vond geen werk meer en was erg teleurgesteld, ik had tientallen jaren gewerkt en zat opeens thuis. Vrienden zeiden dat ik ‘te oud’ was voor een baan, dat griefde me. In 2007 kreeg ik via de UWV een tip om te solliciteren. Ik ging aan de slag met een jaarcontract, tegen een veel lager salaris dan ik gewend was. Mijn baas ontving subsidie voor me. Na een jaar vloog ik er weer uit, zat twee jaar in de WW en vervolgens in de bijstand. Dat is sappelen. Vergeleken met mijn salaris van vroeger, leef ik van heel weinig geld. Ik heb €25,- per week te besteden aan eten, drinken en kleding. Omdat ik een eigen huis heb, kwam ik in problemen met het aflossen van m’n hypotheek. Ik heb een dieselauto – gekocht voor woon/werkverkeer – die ik wil verkopen, maar niemand wil hem hebben. Hoewel ik er jarenlang premie voor betaalde, wordt m’n prepensioen afgetrokken van mijn bijstandsuitkering. Ik moet me veel ontzeggen. Geld voor nieuwe apparaten heb ik niet, m’n spaargeld is allang op. Frustrerend is ook dat je met een eigen huis niet in aanmerking komt voor vrijstelling, kwijtschelding of bijzondere bijstand. Ik probeer nieuw werk te vinden, maar heb ook nog steeds gezondheidsklachten. Ik vrees de €350,- eigen risico ziektekosten die is ingevoerd. Dat is een extra belasting voor mensen in de bijstand. Veel mensen gaan dan gewoon níet naar het ziekenhuis. Ik laat me nog wel onderzoeken, maar zit tegen de grens van zelfverwaarlozing aan. Of ik nu dit jaar sterf of volgend jaar, dat maakt me niet uit. De Voedselbank, dat zou in een rijk land als Nederland toch niet nodig moeten zijn. Ik wil daar niet naartoe, dat is m’n eer te na. Ik wil de regering waarschuwen: “Kijk niet naar Griekenland, maar help eerst je eigen mensen!” Er is geen werk voor ons, maar voor vrijwilligerswerk weten ze je altijd te vinden. Zo doe ik mee aan een activeringsproject in Leeuwarden. Ik wil echter vooruit, m’n eigen inkomen verdienen!’
‘Ons vakantiegeld gaat naar de kringloopwinkel.’
Sytske (60) is vrijwilliger van Buur voor Buur, een digitaal ruilsysteem met gesloten beurs voor buurtbewoners in een Leeuwardense wijk. Ook doet ze mee aan het activeringsproject De kunst van het rondkomen voor mensen met een uitkering. Sytske heeft een WAO-uitkering van €600,- per maand. Op de dag dat ze haar diploma zou krijgen van de opleiding SPW 4 viel Sytske uit. Ze bleek huidkanker te hebben. ‘Door de kankeroperatie zijn alle lymfklieren weg en heb ik soms dikke benen. Ook heb ik reuma en artritis. Ik werd voor 100% afgekeurd. Graag zou ik iets doen, maar geen bedrijf neemt me aan: het risico van uitval is te groot.’ Haar man zit in de schuldsanering via de WSNP en ontvangt bijstand. ‘In 2005 startte hij een installatiebedrijf, met starterskapitaal uit de BZF dat je moet terugbetalen. Door de crisis kopen mensen geen nieuwe keukens meer, klanten betaalden hun rekeningen niet meer. Privé hadden we ook schulden, onder andere bij de ziektekostenverzekeraar. Het bedrijf stond op naam van m’n man maar men wilde beslag leggen op mijn inkomsten uit de WAO, ten onrechte bleek later. Ook dreigde er beslag op onze bezittingen.’ Zover kwam het niet omdat het installatiebedrijf failliet ging.
Sytske en haar man leven van €1100,- per maand. ‘De vaste lasten kan ik betalen, maar voor de dagelijkse boodschappen houden we maar €60,- per maand over. Ons vakantiegeld gaat naar de kringloopwinkel. De tandarts stel ik uit, ik ga om de twee jaar. Het ziekenhuis stel ik ook uit, onder andere omdat ik de prikken in het lab zelf moet betalen. Hoewel ik het krap heb, ben ik blij dat we geen deurwaarders meer aan de deur krijgen. Ook durfde ik jarenlang de telefoon met een onbekend nummer niet op te nemen. Dat is achter de rug, ik heb rust. Dat voelt minder arm.’
‘Als je actief bent, ga je fijner in je vel zitten.’
Jan (44) zegt een aantal ‘slechte relaties’ achter de rug te hebben. ‘M’n partners maakten meer op dan er binnenkwam.’ In 2008 werd hij werkloos vanwege een reorganisatie bij het textielbedrijf waar hij werkte. Het bedrijf kreeg minder orders vanwege de crisis. Ik was een van de laatste die binnen was gekomen dus vloog eruit. Ik schreef zes of zeven brieven per maand om een andere baan te krijgen. Ik kreeg meestal niets eens een reactie. Na drie jaar WW kwam ik in de bijstand.’ Maar niet voor lang. Sinds 2012 heeft Jan weer werk via een payroll organisatie, als verkeersregelaar. ‘Een nuluren-contract: geen werk geen geld. In winters en vakanties heb ik geen werk, maar daarbuiten tussen 10-60u per week. De gemeente heeft honderd mensen op deze wijze aan een baan geholpen.’
Om z’n schulden af te lossen loopt Jan bij de Stadsbank in de budgetbeheer-regeling. ‘Ik heb €35,- per week om van te leven. De Stadsbank betaalt m’n vaste lasten. Nog drie of vier jaar, dan begin ik weer met een schone lei.’
Hij en z’n ex-vrouw hebben kinderen en gaan goed met elkaar om. ‘We hebben samen een abonnement op de dierentuin. In Duitsland, die is goedkoper. Via m’n baas spaar ik enkele euro’s per maand voor een leuke dingen met de kinderen.’
Jan doet veel vrijwilligerswerk: bij sportverenigingen (‘Ik volgde een EHBO- en een trainerscursus.’), bij huttenland, waar kinderen onder begeleiding hutten bouwen en bij Almelo Doe(t) Mee. Dat laatste drie dagen per week als z’n werk dat toelaat. Hij zette onder andere een wandelclub op. Nog dromen? ‘Ik hoop door te kunnen gaan als verkeersregelaar. Het liefst zou ik dat werk combineren met beveiligingswerk, bij bedrijven en festivals. Ik overleg met een bedrijf over een opleiding. Ik zat na m’n ontslag in de put en zocht iets om te doen. Nu kijk ik naar de horizon en zie lichtpuntjes. Je kunt wel bij de pakken neerzitten maar daar wordt je depressief van. Als je actief bent, ga je fijner in je vel zitten. Je hebt een steuntje in de rug nodig van een ander. Verder moet je het zelf doen.’
‘Mark Rutte, die zo’n plezier heeft in alles, weet niet wat armoede is. Hij moet maar eens bij mij komen om te zien hoe ik leef.’
Mostafa Aboustif (66) uit Amsterdam leeft van een AOW-uitkering voor een alleenstaande, €968,- per maand. ‘M’n twee volwassen kinderen wonen nog bij me in. Ik betaal bijna €600,- huur. Na het betalen van gas en elektra en dergelijke heb ik nog ongeveer €7,- per dag over om aan eten te besteden, voor ons drieën. En de boodschappen worden steeds duurder. M’n dochter krijgt een studiebeurs, maar omdat ze mode doet en vaak schoenen en kleren koopt, is dat geld snel op. De premies voor de zorgverzekering kan ik niet betalen. Ik heb ongeveer €4000,- schuld. De wasmachine is kapot, die kan ik niet laten repareren. We wassen onze kleren op de hand. En onze douche is zwart uitgeslagen. Dat opknappen valt niet onder de servicekosten. Als de kinderen er niet zo tegen waren, zou ik m’n tv-aansluiting opzeggen. Mark Rutte, die zo’n plezier heeft in alles, weet niet wat armoede is. Hij moet maar eens bij mij komen om te zien hoe ik leef.’
Mostafa, afkomstig uit Marokko, woont 34 jaar in Nederland. Hij werkte aanvankelijk als regisseur en was actief in de Marokkaanse arbeidersbeweging in Nederland. Een zware depressie zette hem langdurig op non-actief.
‘Dakloos zijn is m’n levenswijze geworden, maar ik kies er niet voor.’
Gerardus (47) is vijftien jaar dakloos en zwerft door heel Europa. Daar begon hij mee nadat de vriendin met wie hij samenwoonde het uitmaakte. ‘Dat was in Den Haag. Ik zag het niet zitten, alleen in dat huis. Ik ben naar Frankrijk gefietst, met tent en slaapzak, weg van m’n emoties en onzekerheden. Het werden een paar jaar. Na terugkomst in Nederland vond ik geen huis meer. Ik sliep achter station Hollands Spoor in Den Haag, bij de crisisopvang in Utrecht en op vele plekken meer. Omdat ik geen vast adres had, ontving ik lange tijd geen uitkering. Dat is nu geregeld, ik heb sinds drie maanden bijstand. Maar ik houd er niets van over omdat m’n schulden ervan worden afbetaald, vooral de ziektekostenverzekering. Onderdak heb ik nog niet. Vorige week kreeg ik een aanbieding om te wonen in een huis met een wietplantage, maar dat ga ik niet doen. Als het koud wordt, ga ik misschien weer naar Spanje. Dakloos zijn is m’n levenswijze geworden, maar ik kies er niet echt voor. Het is een ontzettend zwaar leven. Het is leuker om je eigen huisje te hebben. Ik ben al bij instanties geweest. De wachttijd voor een huis is acht jaar in Utrecht. Dus dat is geduld hebben. Ook zou ik graag weer als taxichauffeur gaan werken, m’n oude vak. Maar dan moet ik er eerst verzorgder uitzien.’
‘Ze blazen mij niet meer omver.’
Mirelly Isenia (36) is alleenstaand ouder van twee jongens, dertien en acht jaar oud. Zelf kwam ze als elfjarig kind uit Curaçao naar Nederland, in 1989. ‘Mijn moeder hoopte op een beter leven.’ Dat is nog niet gelukt. Mirelly zegt ‘geen makkelijk leven’ te hebben, maar haar instelling is ‘dóórgaan’. ‘Ik heb jarenlang gewerkt, onder andere in de catering en in de kinderopvang. Daarvoor volgde ik een opleiding pedagogisch werker 3.’ Na de dood van haar moeder ging het verleden opspelen. Gezondheidsproblemen dwongen haar pas op de plaats te maken. ‘Ik bleek diabetespatiënt te zijn. Ik moest met de opleiding stoppen. Ik kon niets meer, alleen de kinderen naar school brengen en verder sliep ik de hele dag. Ik had de kracht niet om op te staan, m’n kinderen begrepen er niets van. Ik ben naar de psychiater geweest. Hij zei dat ik mensen altijd wil pleasen en mezelf voorbij ben gelopen. Ik heb een paar verkeerde keuzes gemaakt in m’n leven. Ik kom uit een arme familie, waar de koelkast soms leeg was. Ik wil mijn kinderen een beter leven geven. Ik voed hen alleen op, ze zijn m’n alles en ik ben trots op ze. Ik probeer hen dingen te geven die ik heb gemist in m’n jeugd. Ik moet iedere dag vechten om rond te komen, maar m’n kinderen gaan nooit met een lege maag slapen. Mijn kinderen hebben alle twee adhd, de oudste heeft ook een verstandelijke beperking.’
De relatie met de vader van haar kinderen beëindigde Mirelly. ‘Hij was er nooit voor hen. Ik ben zelf ook opgegroeid zonder vader, maar ik kijk niet terug, alleen vooruit. Je moet je leven in eigen hand nemen, je leven moet niet jóu leiden.’
Mirelly heeft een uitkering voor alleenstaande ouders en werd begeleid in budgetbeheer. Ze had schulden bij onder andere UPC en de ziektekostenverzekeraar. ‘Vanwege m’n gezondheid kwam ik op een gegeven moment onder beschermend bewind. Er was altijd gedoe over m’n leefgeld, dus wilde ik daar van af. Nu krijg ik schuldhulpverlening. Ik probeer een huishoudboekje bij te houden.’
Als de vaste lasten zijn betaald, moet ze rondkomen van €300,- per maand. Mirelly voelt zich nog niet erg stabiel, maar wel strijdbaar. ‘Ik heb geen controle over m’n emoties, misschien door die suiker? Ik ga een paar keer per week naar de Buurtkamer Holendrecht en laat m’n problemen thuis. Ik geef computerles en doe mee aan de nieuwe armoedeaanpak van Radar. We spreken andere mensen in armoede aan om te kijken wat ze zelf aan de problemen kunnen doen. Dat is m’n roeping nu: m’n verhaal aan anderen vertellen. Ik wil helpen voorkomen dat het bij anderen net zo ver komt als bij mij. Ik zet me 100% in. Ik wil sterk zijn om voorbereid te zijn op de verrassingen die het leven nog voor mij in petto heeft. Ze blazen mij niet meer omver.’