• Spring naar de hoofdnavigatie
  • Door naar de hoofd inhoud
  • Spring naar de eerste sidebar
Annemiek Onstenk Journalist

Annemiek Onstenk Journalist

tekst, redactie & research

  • Home
  • Tekst
  • Redactie
  • Research
  • CV
  • Klanten
  • Contact
  • Kanaalpost

Amsterdam Centraal

Mijmeren in Transvaal

27 september 2010 door Annemiek Onstenk

Op zaterdag 25 september werd de samenvoeging van Oost/Watergraafsmeer en Zeeburg in mei van dit jaar cultureel ingezegend met een heuse bruiloft. Een Indische prinses en een zeerover kwamen, vanuit respectievelijk de Indische buurt en de Transvaalbuurt, in een kleurige en swingende jalan jalan optocht naar het Oosterpark, waar het huwelijk tussen de stadsdelen werd voltrokken. Het spektakel was onderdeel van het jaarlijkse kunst en cultuurfestival Rode Loper in Amsterdam Oost. Maar de stoet met de bruidegom vertrok van een ander festival, dat op dezelfde dag plaatsvond: Allemaal in Transvaal. Dit festival was voor de eerste keer georganiseerd en moest uitdrukking geven aan de kracht en potentie van de buurt, met het Krugerplein als centrum. ‘Transvaal bruist’, zo zet stadsdeel Oost het zelfbewuste Transvaal de laatste tijd op de kaart. Ik kan, als een van de vele neergestreken zelfstandigen zonder personeel, bevestigen dat de buurt boeit en bloeit. Er is veel nieuwe kleinschalige bedrijvigheid, een trendy café/restaurant en creatieve initiatieven. Voorbeelden van die laatste zijn een mobiele picknicktafel, Stuifmeel Ideeën en HEIM. HEIM is een kunstproject over Thuis zijn en Thuis voelen. Samen met kunstenaars van Moving Arts Project maken bewoners minivoorstellingen, exposities, etc. in hun huiskamer of op onbekende plekjes in de wijk. Het is een vorm van community art waardoor buurtgenoten zich voor elkaar (moeten) openstellen, om elkaar beter te leren kennen, begrijpen en waarderen.

Ik ben, als betrokken buurtondernemer, zaterdag 25 september naar het Krugerplein getogen. In plaats van ‘Allemaal’ bleken slechts enkele deelnemers afgekomen te zijn op de Balkan jazz, Surinaamse bara’s, Turkse pizza’s, het schminken, een kopje thee aan de mobiele picknicktafel en de informatiestands met het lokale welzijns- en sportaanbod (‘Dynamo beweegt tot meedoen’.) Het aantal mensen dat er beroepsmatig was, overtrof het aantal bezoekers verschillende malen. Is het cynisme over de (on)mogelijkheden van de multiculturele samenleving ook hier neergeslagen, dacht ik. Zitten bittere PVV-stemmers nu achter hun gordijntjes naar deze goede multiculti bedoelingen te gluren en blijven ze uit protest een dagje binnen? Is de creatieve infrastructuur niet topzwaar en het draagvlak voor ‘allemaal meedoen’ niet te gering? Zie je uitgerekend in dit stuk Amsterdam, waar de namen Transvaal en Indische buurt nog verwijzen naar de eeuwenlange multiculti avonturen van Nederlanders in Zuid-Afrika en Indië, het failliet van de multiculturele samenleving, zo stond ik te somberen. Of is de door het hedendaagse anti-islamisme waarneming zo vertroebeld dat je door de problemen de power niet meer ziet?

Toen de jalan jalan voor de wijkse huwelijksceremonie door de straten danste, doken opeens allerlei groepjes kleurigheid op die zich aansloten bij de stoet. Het werd een optocht als op een Venetiaans gekostumeerd en gemaskerd bal. Voorop een jongen met een groot roze en bewegend hoofd van papier-maché. Dan een Antilliaanse steelband, met kleine meisjes en jongetjes op kop, gevolgd door tientallen geschminkte kinderen en volwassenen met grote dierenfiguren op stokken en mensen met een bruidsschat voor de Indische prinses. Het Amsterdams Toeters & Bellen straatorkest sloot de rijen. De overgave op de gezichten van de swingende kinderen en jongeren, hun gestreken kleren, hun ingestudeerde pasjes en trommels, de magische afbeeldingen en weemoedig stemmende muziek: het was roerend. Hun wereld, mijn wereld, hun buurt, mijn buurt. Laat Oost, de stad, het land gvd niet naar de kloten gaan.

We naderden de plek waar Theo van Gogh is vermoord. In het Oosterpark liet ook Mohammed B. zijn sporen na. Als ‘die kinderen’ ook buiten de jalan jalan maar in de pas lopen, dacht ik correct en vermande me.

Categorie: Amsterdam Centraal, Weblog

Bakkum

29 juli 2010 door Annemiek Onstenk

Elke zomer is het weer raak: een artikel of een programma over camping Bakkum aan de Noord-Hollandse kust, in Het Parool, op de Amsterdamse zender AT5, het Noord-Hollandse RTV NH of op een landelijke radio- of tv-zender. De aandacht is meestal nostalgisch van aard en het beeld van ‘Bakkum’ vrijwel altijd geromantiseerd. Praatjes en plaatjes van de Amsterdamse en Zaanse families, die er, generatie op generatie, tijdens de zomer bivakkeren, hun hele leven lang of van moderne yuppen met hun trendy huisjes of caravaninrichting. Journalisten of programmamakers zoomen in op de bekende caravan met tientallen tuinkabouters eromheen, die jaar in jaar uit voor veel bekijks zorgt. Of op de geschiedenis van kamp Bakkum, op tijden waarin vrouwen er nog niet in badpak mochten rondlopen en moeders met kinderen, afkomstig uit benauwde Amsterdamse bovenwoninkjes er maanden achtereen verbleven, waarbij de kinderen zelfs naar een schooltje gingen, terwijl pa dagelijks heen en weer reisde naar z’n werk.

Nu ís Bakkum een begrip, en een geliefde plek voor kampeerders. Het was en is er heerlijk toeven, met ruime kampeerplekken, in een omgeving van bos, duinen en strand. Wie één goed seizoen op Bakkum achter de rug heeft, loopt de kans verslingerd te raken en op zoek te gaan naar een eigen huisje of caravan. Ik kan het weten, ben zelf ‘verslaafd’ en kom er al vijftien jaar.

Toch heeft de camping ook keerzijden, die zelden tot nooit worden belicht. Op Bakkum is bijvoorbeeld een trouwe maar kritische kampeerder de toegang geweigerd omdat ze bleef strijden over afspraken die de beheerder/leiding en ‘haar’ kampeerdersvereniging lang geleden maakten over de reorganisatie ervan. De camping voert voortdurend campagne ter fatsoenering van het geheel. Wat de ene keer inhoudt dat kampeerders geen windschermen mogen neerzetten en de andere keer dat er geen ‘gekleurd Blokker speelgoed’ rond huisjes, tenten of caravans zichtbaar mag zijn. Een buurman die z’n huisje niet netjes hield en latjes in de boom spijkerde om z’n kleine kinderen naar hun boomhut te laten klimmen, werd zodanig achter de vodden gezeten dat hij het kamperen voor gezien hield. Het wordt kinderen verboden kikkervisjes te vangen of oud hout te sprokkelen. Allemaal vanwege ‘handen af van de natuur’. De camping zelf kapte echter een groot stuk bos om uit te breiden en een villadorp van o.a. luxe lodges aan te leggen. Ook is een deel van de camping gereserveerd voor het kamperen met auto.

Een andere keerzijde is de beperkte acceptatie en integratie van ‘nieuwkomers’. Autochtone Amsterdamse en Zaanse arbeidersgezinnen en middengroepen kregen vanaf vijftien/twintig jaar geleden gezelschap van telkens ander kampeervolk, waaronder kunstenaars, hbo’ers en academici, noem ze witte nieuwkomers (op Bakkum zijn nauwelijks allochtone kampeerders). Zij worden gedoogd en hun kinderen krijgen, net als die van de oorspronkelijke kampeerders, een pleister als ze vallen voor een autochtone deur. Maar er zijn ook scheve ogen, er is landjepik en geroddel over de ‘intellectuelen’, zoals autochtonen de nieuwkomers schamper onder elkaar noemen. Zij beschouwen Bakkum als hún kamp en de nieuwkomers als vreemdelingen. Het heeft veel weg van de reactie van veel autochtone bewoners in zogenoemde oude stadswijken op de verkleuring en multiculturele samenstelling van wat zij beschouwen als ‘hun’ wijk.

Er is op camping Bakkum bovendien oplichterij. Dienstverleners als de gasman, de accuman en de enkele boeren uit de omgeving die zorgen voor de winterstalling van de caravans, allen monopolisten, maken soms misbruik van het gebrek aan gehaaidheid van nieuwe stedelingen in het groen en draaien hen gerust een poot uit. Nieuwkomers moeten kennelijk hun plaats weten, zelfs als ze er alweer een generatie komen.

De rituele bewieroking van camping Bakkum in de media is terecht, maar ook erg gemakzuchtig en onkritisch.

Categorie: Amsterdam Centraal

Het geheim van tante

1 juli 2010 door Annemiek Onstenk

Overal in de stad zijn de afgelopen jaren Denktanks sociale cohesie aan het werk geweest. Een denktank bestaat uit een groep meer of minder succesvolle wijkbewoners van diverse pluimage en is zelf een voorbeeld van actieve burgerparticipatie dat sociaal weeft. De deelnemers buigen zich op verzoek van hun stadsdeel over vragen als: hoe komen verschillende bevolkingsgroepen met elkaar in contact, hoe worden ze betrokken bij hun wijk en hoe kan radicalisering worden tegengegaan?

In juni 2010 presenteerde de Denktank sociale cohesie Zeeburg haar aanbevelingen. Plaats van handeling: een politieke markt in stadsdeelkantoor Oost, waar buurtbewoners, maatschappelijke organisaties en nieuwgekozen deelraadsleden kennis maakten en ‘handel’ dreven. De Denktank Zeeburg werd geleid door kinder/jeugdpsychiater Glenn Helberg, tevens voorzitter Overlegorgaan Caribische Nederlanders.

Om uitsluiting van mensen tegen te gaan en sociale samenhang te bevorderen keek de Zeeburger denktank vooral naar onderwijs, ondernemerschap/werkgelegenheid en eigen initiatieven van bewoners. Hiervan verwacht men meer bindende kracht dan van eenmalige projecten van buurtcentra of jaarlijkse barbecues. In overleg met wijkbewoners wees de denktank bijvoorbeeld scholen aan als plaatsen waar mensen al vanzelf samenkomen. Deze ontmoetingsfunctie kan worden uitgebreid (en hier en daar gebeurt dat al) door andere activiteiten in en om schoolgebouwen te organiseren dan het onderwijs waar een school voor is bedoeld, zoals buurtfeesten, toernooien en kindertheater. Migrantenouderen in schoolklassen hun levensverhaal laten vertellen en geïsoleerde allochtone vrouwen op de basisschool van hun kinderen koppelen aan autochtone taalmaatjes zijn andere voorbeelden die (kunnen) bijdragen aan wederzijds begrip en contact tussen verschillende groepen buurtbewoners.

Veel verwacht de denktank ook van het groeiend aantal maatschappelijk betrokken ondernemers, zzp’ers en kunstenaars in de wijk. De leefbaarheid, het zich thuis en veilig voelen van wijkbewoners komt mede onder druk te staan als er veel werk- en schoolloze jongeren op straat zijn. Ondernemers kunnen een rol vervullen als rolmodel, door het bieden van korte trainingen, stage- of leer/werkplekken en werk, etc.  In Zeeburg doen creatieve ondernemers van het Timorpleincomplex (StayOkay, Studio K) en Het geheim van tante Gerritje (buurtatelier voor kinderen) dat ook al.

Opvallend is dat de Zeeburger denktank bij het bevorderen van sociale samenhang geen taak lijkt te zien voor welzijnsorganisaties. Terwijl o.a. zij – in opdracht van gemeente of stadsdeel – de leefbaarheid en sociale cohesie in wijken moeten bevorderen (taak 1 in de Wet maatschappelijke ondersteuning, Wmo). Integendeel zelfs. ‘Productiehuizen’, zoals buurthuizen tegenwoordig heten, ‘realiseren overwegend incidentele projecten met een focus voor de korte termijn’, staat in het eindverslag van de denktank sociale cohesie Zeeburg. Diepte-investeringen in netwerken en terugkerende samenwerking tussen uiteenlopende mensen, vindt de denktank zinvoller omdat de resultaten daarvan meer beklijven.

Op het landelijke Wmo-congres over Welzijn nieuwe stijl, in mei 2010, pleitten verschillende lokale bestuurders ook voor koppeling van welzijn aan wonen, werk en onderwijs. ‘De Wmo moet breed worden ingevuld’, luidde het daar.

Nu is er niets mis met initiatieven op dit vlak van scholen en ondernemers zelf. Als een basisschool ouderen uit de buurt vraagt te komen voorlezen in de klas en daarmee mogelijk tegelijk iets doet aan hun eenzaamheid en isolement: uitstekend. Maatschappelijk bevlogen ondernemers die stage- en leer/werkplekken aanbieden of hun werknemers een dag in het jaar als vrijwilligers een kinderboerderij of speeltuin laten opknappen: prima. De buurt wordt er beter van, het sociaal weefsel hechter.

Maar onderwijs en bedrijfsleven vanuit de lokale overheid een extra maatschappelijke (en wettelijke Wmo-)taak geven, lijkt me niet de bedoeling. Over de kwaliteit van het basis-, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is veel te doen. Leerlingen in het voortgezet onderwijs blijken lang niet allemaal te beschikken over de kennis en vaardigheden waarmee ze de basisschool hadden moeten afsluiten. Scholen nemen bovendien al belangrijke extra taken voor hun rekening: opvoeding en zorg. Die moeten we niet nog meer belasten, behalve als zij er zelf voordeel van hebben, zoals bij (groot)ouderparticipatie in de klas.

Wijkgebonden bedrijven als winkels, garages, kantoren, kunstenaars en zzp’ers kunnen vanuit hun eigen core business en expertise bijdragen aan het bevorderen van sociale samenhang. Door mee te doen aan festiviteiten, kennis en vaardigheden te delen en over te dragen op jongeren, sponsoren en investeren in buurtvoorzieningen. Meer moeten we niet willen.

Maatschappelijke bemoeizorg uit andere dan daarvoor gekwalificeerde branches bevordert namelijk niet alleen sociale samenhang maar ook de deprofessionalisering van sociaal werk en competentiestrijd met professionals uit de sociale sector. Met die laatsten heeft de Zeeburger denktank kennelijk weinig op, maar kunnen zíj niet beter hun blikveld verbreden en uit hun productiehuizen komen dan meesters, juffen en ondernemers uit hún ‘productiehuizen’?

Categorie: Amsterdam Centraal, Weblog Tags: maatschappelijk betrokken ondernemer, productiehuis

Maatschappelijk vastgoed

3 juni 2010 door Annemiek Onstenk

Op 16 februari, twee weken voor de fusie met stadsdeel Oost/Watergraafsmeer, besloot  Amsterdams stadsdeel Zeeburg een groot deel van haar zogeheten ‘maatschappelijk vastgoed’ in de Indische Buurt te verkopen. Bij maatschappelijk vastgoed gaat het om gebouwen met een sociale functie, zoals verslavingszorg, buurt- en jongerencentra. Van de 27 panden in de Indische Buurt die Zeeburg de deur uit heeft gedaan, zijn er 26 voor elf miljoen euro naar verschillende woningcorporaties gegaan. Omdat de panden worden verkocht mét sociale huurders en verplichtingen, is dat (ver) onder de marktprijs. Het 27ste pand, een broedplaats voor kunstenaars, stichtingen en maatschappelijke organisaties, wordt verkocht aan de gebruikers. Scholen blijven in bezit van het stadsdeel.

Verschillende partijen waren (en zijn) sterk gekant tegen de verkoop: D66 en SP ín de stadsdeelraad en enkele welzijnsinstellingen en groepen gebruikers van buurthuizen daarbuiten. Zij vrezen dat straks de functie van de panden verandert en de huren omhoog gaan. Oost/Watergraafsmeer, waarmee Zeeburg sinds 1 maart stadsdeel Amsterdam Oost vormt, was evenmin te spreken over de verkoop, vooral omdat handhaving van de sociale functie niet is gegarandeerd.

Dat laatste werd, op de bewuste Zeeburger deelraadsvergadering van 16 februari, weersproken door verantwoordelijk wijkwethouder Jan Hoek van GroenLinks. “De huidige functie en lage huren van o.a. welzijnsorganisaties zijn contractueel vastgelegd in borgingsafspraken”. De reden voor de verkoop, waar jaren voorbereiding aan vooraf zijn gegaan, is dat het beheer en onderhoud van gebouwen als buurtcentra “geen kerntaak van het stadsdeel is. Woningcorporaties kunnen dat veel beter en efficiënter”. Het stadsdeel houdt invloed op het gebruik, de huurprijzen en de ontwikkeling van de panden via een programmaraad.

Hoe worden gebouwen met een maatschappelijke functie elders in de stad beheerd, vernieuwd en onderhouden? Een belronde langs een aantal andere stadsdelen leert dat daar op dit moment geen plannen zijn om al het bestaande maatschappelijk vastgoed (behalve scholen) van de hand te doen. Wel zijn er, in heel Amsterdam, voorbeelden te vinden van (oude) gemeentelijke gebouwen die woningcorporaties voor een zacht prijsje opkopen en ombouwen tot multifunctionele accommodaties en van zorg- en welzijnsvoorzieningen die zij realiseren in nieuwe wijken. Corporaties bouwen en verhuren kerkruimtes, huisartsen onder één dak en gezondheidscentra, kinderopvang, atelierwoningen, zorghotels, een jongerenhotel en een enkele brede school. Far West en Ymere ontwikkelden in West onderwijs/cultureel/maatschappelijke bedrijfsverzamelgebouwen als Vliegbasis de Huygens en Het Sieraad.

Daarnaast nemen woningcorporaties steeds meer maatschappelijke verantwoordelijkheid voor wijken en bewoners door buurtconciërges aan te stellen, mee te doen aan achter de voordeurprojecten en aan gebiedsgericht werken, jargon voor samenwerking.

Voor de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties is investeren in maatschappelijk vastgoed een van de speerpunten op de Woonagenda 2010-2014 en onderdeel van werken aan een vitale stad’. De Federatie vraagt Amsterdam en de stadsdelen wel om ‘voldoende verdienmogelijkheden met commercieel te exploiteren bedrijfsruimte’, in ruil voor de lage huurprijzen voor zorg-, onderwijs- en welzijnsvoorzieningen.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen door woningcorporaties is mooi, heel mooi zelfs, maar het beheren van (onrendabele) welzijns- en andere gemeenschapsvoorzieningen is niet hún kerntaak. Meer dan eens zijn woningcorporaties negatief in het nieuws geweest omdat zij zich vertillen aan zaken die te ver van die kerntaak (volkshuisvesting, leefbaarheid wijk en buurt) afstaan en gemeenschapsgeld besteden aan prestigeprojecten, dure auto’s en torenhoge salarissen van hun bestuurders. Publiek/private samenwerking, waarbij gemeenten en corporaties partners zijn, ieder op hun eigen terrein, kan ook zonder verandering van de eigendomsverhouding. Het welzijnswerk wordt sinds een paar jaar ‘op de markt’ aanbesteed. Dat kan ook met het beheer en onderhoud van maatschappelijk vastgoed. Oude buurtcentra verkopen en vervolgens nieuwe instituties in het leven roepen om toezicht te houden op de nieuwe eigenaar en in te kunnen grijpen als het bedrijfs- toch boven het gemeenschappelijke belang gaat, is het paard achter de wagen spannen.

Categorie: Amsterdam Centraal, Lokaal sociaal beleid Tags: maatschappelijk verantwoord ondernemen, woningcorporaties

Welzijn of niet zijn in Oost

17 mei 2010 door Annemiek Onstenk

Het welzijnswerk heeft zijn langste tijd allang gehad. Het vak van buurtwerker, jongerenwerker, ouderenwerker, sociaal-cultureel werker, opbouwwerker, etc. verandert. Hij/zij biedt minder activiteiten aan, maar helpt vragende burgers hun eigen plannen uit te voeren. Dat moet op een concurrerende en zo goedkoop mogelijke manier, want welzijnswerk wordt op de markt aanbesteed, zoals dat heet. Buurthuizen zijn nu productiehuizen, opbouwwerkers vrijwilligersmakelaars en menig welzijnsdenker vindt dat er ook een andere naam voor de hele sector nodig is.

Wettelijk bestaat de werksoort trouwens al niet meer, sinds het verdwijnen van de welzijnswet in 2007. Als woord zal ‘welzijnswerk’ echter voorlopig wel blijven, net als de ingeburgerde ‘woningbouwvereniging’, die officieel al lang geleden woningcorporatie werd, marktwerking of niet. Er zijn nog welzijnsstichtingen en ook in de politiek wordt nog gewoon van welzijn gesproken, al komt er tegenwoordig meestal wonen en zorg achteraan.

In stadsdeel Oost (een samenvoeging van Oost/Watergraafsmeer en Zeeburg) is onlangs een nieuw stadsdeelbestuur aangetreden, van PvdA, GroenLinks en D66. Zij sloten een programma akkoord op hoofdlijnen. De hoofdlijn rond welzijn en zorg is dat zorgend sociaal beleid emanciperend sociaal beleid wordt. Niet passief genieten van welzijnsvoorzieningen, maar actief burgerschap. Van mensen met wie het goed gaat verwacht het stadsdeel dat ze huis- of buurt- en wijkgenoten die het minder hebben getroffen (mantel)zorgend terzijde staan. En burgers die iets willen doen of leren, of dat nu sport en ontspanning is of nuttige vaardigheden als budgetteren en EHBO, stappen af op een organisatie als Civic, Oost’s partner in het sociale domein, zoals dat heet. Maar juist de burgers die dat níet doen, omdat ze niet willen of niet kunnen, vormden decennialang het werkterrein van (onder andere) welzijnswerkers.

Nu is er natuurlijk niemand tegen dat een stadsdeelbestuur bewoners stimuleert op eigen kracht te vertrouwen, in beweging te komen en te emanciperen. In de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die in de plaats is gekomen van de welzijnswet, staat dat mensen zoveel mogelijk zelfredzaam moeten zijn. Maar in die wet staat ook dat gemeenten de beperkingen waar burgers mee kampen zoveel mogelijk moeten compenseren. Dat wil zeggen dat eenzame ouderen en kwetsbare mensen met psychische problemen, die zelf geen vriendschappen aangaan of onderhouden, gesteund worden bij het organiseren van sociale contacten. En dat bewoners met een lichamelijke handicap beschikken over voorzieningen om zichzelf te kunnen redden, te reizen, etc.

U en ik weten dat er landelijk en in de centrale stad (gemeente Amsterdam) bezuinigd gaat worden, veel bezuinigd. Vergoedingen uit de AWBZ worden al enige jaren afgebouwd, omdat het beroep op die wet te groot was geworden. Ouderen, gehandicapten, psychiatrische cliënten, daklozen en verslaafden met ‘lichte problematiek’ kunnen geen aanspraak meer maken op activerende of ondersteunende begeleiding naar activiteiten in de wijk, dagbesteding wordt niet meer vergoed. In sommige gevallen springen mantelzorgers of vrijwilligers in de bres, maar in veel situaties ook niet. En dan moeten de bezuinigingen vanwege de financiële en bankencrisis nog beginnen.

Tegenover bewoners die praktische hulp nodig hebben of een beperking hebben zal het stadsdeel zich ‘faciliterend’ opstellen, staat in het akkoord op hoofdlijnen van Oost. Voor werklozen, uitkeringsgerechtigden met een arbeidsplicht en mensen met schulden, die vanzelf boven komen drijven omdat ze zich moeten melden of hun huur en rekeningen niet betalen, spant het stadsdeel een ‘sociaal vangnet’. Maar de niet-melders, de eenzamen, chronisch zieken en depressieven zonder arbeidsplicht, die tot voor kort naar de dagbesteding of soos gingen, wie ziet hen nog of wie zien zij? De vrijwilligersmakelaar kan lang op hen wachten, in het productiehuis voelen ze zich waarschijnlijk niet thuis en bemoeizorg is geen hoofdlijn. Wachten we tot de wal het schip keert en ook zij ‘vanzelf’ te voorschijn komen, nu met zware problematiek, of maken we een Deltaplan?

Categorie: Amsterdam Centraal, Zorg & welzijn

Not in their front garden

31 maart 2010 door Annemiek Onstenk

Toegegeven. Het lijkt sterk op het NIMBY-syndroom. Honderden verontwaardigde bewoners die zich, in meerderheid, komen uitspreken tegen een ongewenste voorziening in hun buurt. Maar toch ook weer niet. Het gaat niet om een inloophuis voor een groep waarvan men overlast vreest, maar om op zichzelf mooie kunst van een gerenommeerde Franse kunstenaar, die grote werken heeft gemaakt voor o.a. Tokyo, Parijs, Brussel en Bilbao. Een prachtig cadeau voor de buurt eigenlijk. De kunstenaar, Daniel Buren, heeft in opdracht van het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg (weer) een kunstwerk met allure ontworpen, dat tot ver in het buitenland de aandacht zal trekken. Het bestaat uit zestig masten met kleurige windvanen in de top, die – geluidloos, zo wordt beloofd – zullen bollen, deinen en draaien in de wind. Locatie: het Java-eiland, een voormalig verlaten en winderig industrie- en haventerrein, dat in de jaren negentig mondain is bebouwd, volgens een prachtig stedenbouwkundig plan en met architectuur van Sjoerd Soeters. Een komt het zien eiland, een aanwinst voor Amsterdam. Vanaf het begin was er een kunstenplan voor het Java-eiland. De masten van Buren, een monumentale ode aan de elementen, zijn de finishing touch van dit plan.

De buurt komt echter in opstand tegen het kunstwerk. Er zijn voorstanders, maar de meeste mensen die op de door Zeeburg belegde informatieavond afkomen, zijn tegen. Luidkeels. De anarchie van de jaren zeventig en tachtig herleeft op dit destijds door stadsnomaden, ‘fools’ van het Azart ship en krakers van Het einde van de wereld bevolkte Java/KNSM schiereiland. Men vindt het kunstwerk over het algemeen mooi. Maar niet op de plek waar het gepland is: in een parkstrook. En niet in die omvang. De witte masten van 13,5 m hoog, met windvanen van 4,5 m lang nemen het park van de gebruikers af en zullen een dominante blikvanger zijn in een gebied dat toch al zo in de prijzen valt en veel bezoekers trekt. Het park is populair. Op de eerste warme dag liggen er direct tientallen handdoekjes en worden picknickmanden uitgepakt, van mensen uit de wijde omtrek. Kinderen spelen en voetballen er, of drogen er op na een frisse duik in het Binnen-IJ. Het kunstwerk is megalomaan, te veel en te druk in dit dichtbebouwde stuk met duizenden bewoners en veel passanten. Het ontneemt het zicht op de afwisselende en bonte architectuur van de huizenblokken. Het kunstwerk To see which way the wind blows past beter op een nog onbebouwd punt als de Kop van het Java-eiland of als markering van een van de oevers van IJ-burg. Not in the front garden op de al zo rijkelijk met schoon bedeelde eilanders.

Categorie: Amsterdam Centraal, Weblog Tags: Bogortuin, kunstwerk Daniel Buren

  • « Ga naar Vorige pagina
  • Ga naar pagina 1
  • Ga naar pagina 2
  • Ga naar pagina 3
  • Ga naar pagina 4

Primaire Sidebar

Amsterdam Centraal
  • Rooien in Amsterdam
    Er zijn dagen dat het niet uitmaakt dat ik van muziek van Monteverdi, boeken van Adriaan van Dis en ...
  • ‘Ik wens licht.’
    Op 10 november was het weer de Dag van de Mantelzorg. Mantelzorgers zijn mensen die langdurig en onbetaald zorgen ...
  • MuzyQ financiële én politieke strop
    Vannacht heeft de PvdA deelraadsfractie in Amsterdam Oost haar twee dagelijks bestuurders teruggetrokken, waaronder de populaire stadsdeelvoorzitter Fatima Elatik. GroenLinks ...
  • <<
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • 5
  • 6
  • 7
  • 8
  • >>

Artikelen

Selecteer subcategorie
category
62928873a47ff
1
1
27
Loading....

Tweets…

Eens nos.nl/ttapp pic.twitter.com/SLgG3TiyPr

Gisteren op Onstenk's Twitter

Anders kijken naar werk zodat ook mensen die graag willen werken kunnen meedoen! movisie.nl/publicatie/waa…

Ongeveer 3 dagen geleden op Onstenk's Twitter

En daarom krijgen vliegtuigen @Schiphol voorrang boven (studenten)woningen, dat is logisch. Toch? nos.nl/ttapp pic.twitter.com/JLryNqWctR

Vorige week op Onstenk's Twitter

'Als deeltijdprinsessen meer uren moeten werken, zullen voltijdprinsjes meeroeten doen in het huishouden', schrijft @volkskrant #personeelstekorten

Vorige week op Onstenk's Twitter

Met intensieve begeleiding kunnen ook kwetsbare mensen meedoen op de arbeidsmarkt #waardevolwerken @Movisie annemiekonstenk.nl/2022/05/16…

Ongeveer 2 weken geleden op Onstenk's Twitter

@annemiekonstenk volgen

Volg mij op

  • LinkedIn
  • Twitter

© 2022 Annemiek Onstenk, journalist | Tekst, redactie & research | Techniek WordPress | Realisatie Zin in Webdesign