‘Mag ik voor je bidden?’ vraagt een omstander de jonge student in een rolstoel. ‘Zal ik je helpen oversteken,’ zeg/vraagt een voorbijganger een blinde jongeman, hem onderwijl al naar voren duwend terwijl hij helemaal die kant niet op moet. ‘Goedbedoeld, maar lastig. Doe het liever niet,’ zeggen twee activisten met een fysieke beperking. Tijdens een forumdiscussie over onwetendheid met betrekking tot leven met een handicap noemen ze voorbeelden die hinderen. Geleidelijnen die ontbreken op straat of in stations waardoor je als blinde niet zelfstandig je weg kunt vinden. Gebouwen en voorzieningen waar je nog altijd niet in kan met een rolstoel.
Sinds 2016 geldt in Nederland het VN Verdrag Handicap en moeten mensen met een fysieke, verstandelijke of psychische beperking, en dat zijn er in ons land zo’n 2 miljoen, overal kunnen meedoen. Aan werk, cultuur, vervoer, onderwijs en meer. Feitelijk is dat lang niet altijd zo. Activisten als de onlangs overleden Jan Troost strijden al heel lang voor toegankelijkheid. Toch lijkt er iets veranderd. Een oudere man in een rolstoel zegt altijd net als z’n niet-gehandicapte medemens te hebben willen meedoen en zich daarvoor zoveel mogelijk aanpaste aan hen. De jonge activisten in de forumdiscussie zeggen dat als de maatschappij zich nu inricht op en aanpast aan de mensen met de meeste beperkingen die dan voor iederéén toegankelijk is. Voor ouderen, kwetsbaren en gehandicapten. Laat de maatschappij zich aanpassen aan ons in plaats van omgekeerd. Vergeet niet dat je nóg zonder beperking bent, zegt de jongen in rolstoel lachend tegen het publiek zonder zichtbare handicap. Loop je hier voor de deur onder de tram, dan word je net als ik. Van binnenuit voelen zij zich trouwens helemaal niet zo beperkt of gehandicapt, ze worden dat omdat anderen hen zo zien. Zij zijn wie ze zijn en hebben hun dromen en talenten. Zo kan een blinde burgemeester worden en zou een van de panelleden in rolstoel de eerste hoogleraar Gehandicaptenrecht willen zijn. Waarvan akte.