Mario (41) verloor z’n baan als verzekerings- en hypotheekadviseur, omdat zijn baas failliet ging. Ook moesten hij en z’n vrouw hun huis verkopen. Zijn vrouw was op dat moment zwanger van een tweeling. Mario, vader van inmiddels vier kinderen, bleef met een schuld zitten en kwam in 2005, via de rechter, in de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP). Hij werkte bij een ander bedrijf door als hypotheekadviseur om de schuld af te betalen. Hij en z’n gezin leefde van de 90% van het minimumloon die hij mocht houden. In 2008 verliet hij de WSNP met een schone lei verklaring. Mario had verschillende korte contracten, maar was in 2009 ook een jaar werkloos. Hij begon, uit nood geboren, voor zichzelf. Mario:‘Ondanks m’n schone lei was ik echter nog steeds geregistreerd bij Bureau Krediet Registratie (BKR). Ik kon als zelfstandige nog geen telefoonaonnement krijgen.’ Met een microkrediet en de Bijstandsregeling zelfstandigen Friesland (BZF), zette hij een eigen adviesbedrijf op, zonder succes. ‘Ik moest stoppen omdat ik niet genoeg verdiende, onder andere om de lening terug te betalen. Nu werk ik parttime en wordt m’n inkomen aangevuld tot bijstandsniveau. Onze auto heb ik weg moeten doen, die werd te duur. Vorig jaar zijn we nog met vakantie geweest, of dat dit jaar lukt, weet ik niet. Ik ga proberen weer een full time baan te zoeken. In 2013 ben ik eindelijk uit de registratie van het BKR.’
Publicaties
‘Als ik geen brood heb, eet ik aardappels.’
Renate (61) ontvangt een uitkering van €880,- per maand, plus eenmaal per jaar een langdurigheidtoeslag. Ze is Duitse van geboorte en goed opgeleid. Vroeger deed ze administratief werk in een im- en exportbedrijf. Sinds 1976 woont ze in Nederland. Hier trouwde ze en kreeg drie kinderen. Rond haar 50ste was het huwelijk voorbij en ging Renate een relatie aan met een Antilliaanse man. ‘Na een paar jaar in Nederland, verhuisden we naar Curaçao om voor zijn zieke vader te zorgen. Hij raakte zwaar aan de cocaïne en begon me te mishandelen. Hij werd schizofreen en sloot me maandenlang op. Toen ik aangifte van mishandeling deed, belde de politie stiekem naar Nederland en zette me het land uit. M’n kinderen betaalden de reis.’
Na terugkomst in Nederland deed Renate korte tijd schoonmaakwerk. ‘Ik was echter zo ondervoed uit Curaçao teruggekomen, dat het werk te zwaar was. Ik protesteerde bovendien tegen de slechte werkomstandigheden – ik moest schoonmaken in de vrieskou, zonder warm water – en verloor m’n baan.’ Vijf maanden leefde ze van alleen haar zorgtoeslag, van €50,- per maand. Zo liep ze huurachterstand op. Ook bouwde ze een betalingsachterstand bij het energiebedrijf op en ze heeft een kleine belastingschuld, ‘voor een brommer die in de schuur staat,’ zegt ze verontwaardigd. ‘Met het CIJB kun je niets regelen.’ Bij elkaar heeft ze nog €2500,- aan schuld openstaan. Die betaalt ze zelf af. ‘Daarvoor houd ik €10,- per week apart. Omdat ik de schuldsanering zelf regel en niet aan de budgettering door de gemeente wil, krijg ik geen voedselpakket van de voedselbank.’
Van haar bijstandsuitkering voor een alleenstaande kan ze haar kapotte schoenen niet laten repareren. Maar ze zorgt wekelijks drie dagen voor een van haar kleinkinderen. Als dank betaalt haar dochter af en toe nieuwe schoenen. Ook betaalt zij de begrafenisverzekering voor Renate.
Renate moest deelnemen aan activering van de Sociale dienst, ‘om op eigen benen te staan’. Maar dat doet ze al, zegt ze. Gelukkig accepteert de gemeente de zorg voor haar kleinzoon als vrijwilligerswerk.
Ze leeft in armoede, zegt ze, maar geeft daar niet aan toe. ‘Ik blijf positief denken. Als ik negatief word, dan ga ik met een kromme rug, naar beneden kijkend over straat. Als ik geen brood heb, eet ik aardappels. En als ik geen koffie meer heb, ga ik een kopje koffie drinken bij de buren. We overleven wel.’
De Gouden Nan
Nanja (54) is alleenstaand, na een leven als huisvrouw en moeder, en heeft €40,- per week uit te geven. Haar vaste lasten en schulden worden betaald door bureau Budgetbeheer. ‘Van die €40,- geef ik de zwerver bij de AH ook nog €1,-.’ Het is sappelen. Nanja heeft last van muizen en moet die op eigen kosten bestrijden. ‘€3,- voor een middel tegen muizen is voor mij echter al te veel. Ik zou moeten stoppen met roken, maar dat doe ik al vanaf m’n 8ste, het is een van m’n weinige pleziertjes. Gelukkig ben ik niet m’n huis uitgezet. Budgetbeheer houdt de deurwaarders van m’n lijf. Ik heb ook nog een oude schuld, bij Wehkamp. Die was €2000,- en is nu €6000,- geworden. Ik denk dat ik tot m’n 65ste van €40,- per week moet rondkomen. Ik ben geboren voor het ongeluk. De situatie waarin ik zit heb ik niet gewild, die is me overkomen.’
Hoe ze in de problemen kwam? ‘Ik opende de post niet altijd en verloor zo m’n uitkering. Ik zorgde beter voor m’n moeder, m’n dochter en haar kindje dan voor mezelf.’ Elf maanden ontving ze geen bijstand, ze leefde van de huursubsidie en zorgtoeslag en bouwde betalingsachterstanden op.
Nu heeft Nanja weer een uitkering. Ze zit, op haar eigen verzoek, in een activeringsgroep van de gemeente. ‘We leren wat we willen in het leven. Doel is ook om niet geïsoleerd thuis te zitten. Ik wil heel graag wat doen, ik ben niet lui. Maar ik slik wel 22 pillen per dag, had een hartaanval, etc. Dus ik moet het rustig aan doen. Als ik werk, word ik ook niet rijk, want de schulden moeten worden afbetaald. Wat ik wil? Het liefst zou ik een starterskapitaal krijgen of in natura een naaimachine en een lockmachine en daarmee m’n brood verdienen. Ik heb vroeger de school voor mode en kleding gedaan (niet afgemaakt). Er staan veel huizen in mijn buurt leeg, ik zou graag in zo’n pandje De gouden Nan beginnen. Door de armoede laten veel mensen hun kleren weer herstellen, ook rijke mensen. Kledingreparatie heeft de toekomst.’
‘Of ik nu dit jaar sterf of volgend jaar, dat maakt me niet uit.’
Sandra (63) zoekt een baan en doet daarom liever anoniem mee aan Qracht 500. Sandra is administrateur en werkte tot 2004 bij een recreatie- en bungalowpark. ‘Dat park ging failliet, het personeel werd de dupe. Ik werkte door totdat het faillissement was afgehandeld, 10-12 uur per dag, het was een zware functie. De directeur zei op een dag: “Wat doe je hier nog?” Ik verloor, na tien jaar dienstverband, m’n baan en kwam in een diep gat terecht. Ik kreeg hartritmestoornissen en werd geopereerd. Voor m’n gevoel verloor ik de controle over mezelf. Ik vond geen werk meer en was erg teleurgesteld, ik had tientallen jaren gewerkt en zat opeens thuis. Vrienden zeiden dat ik ‘te oud’ was voor een baan, dat griefde me. In 2007 kreeg ik via de UWV een tip om te solliciteren. Ik ging aan de slag met een jaarcontract, tegen een veel lager salaris dan ik gewend was. Mijn baas ontving subsidie voor me. Na een jaar vloog ik er weer uit, zat twee jaar in de WW en vervolgens in de bijstand. Dat is sappelen. Vergeleken met mijn salaris van vroeger, leef ik van heel weinig geld. Ik heb €25,- per week te besteden aan eten, drinken en kleding. Omdat ik een eigen huis heb, kwam ik in problemen met het aflossen van m’n hypotheek. Ik heb een dieselauto – gekocht voor woon/werkverkeer – die ik wil verkopen, maar niemand wil hem hebben. Hoewel ik er jarenlang premie voor betaalde, wordt m’n prepensioen afgetrokken van mijn bijstandsuitkering. Ik moet me veel ontzeggen. Geld voor nieuwe apparaten heb ik niet, m’n spaargeld is allang op. Frustrerend is ook dat je met een eigen huis niet in aanmerking komt voor vrijstelling, kwijtschelding of bijzondere bijstand. Ik probeer nieuw werk te vinden, maar heb ook nog steeds gezondheidsklachten. Ik vrees de €350,- eigen risico ziektekosten die is ingevoerd. Dat is een extra belasting voor mensen in de bijstand. Veel mensen gaan dan gewoon níet naar het ziekenhuis. Ik laat me nog wel onderzoeken, maar zit tegen de grens van zelfverwaarlozing aan. Of ik nu dit jaar sterf of volgend jaar, dat maakt me niet uit. De Voedselbank, dat zou in een rijk land als Nederland toch niet nodig moeten zijn. Ik wil daar niet naartoe, dat is m’n eer te na. Ik wil de regering waarschuwen: “Kijk niet naar Griekenland, maar help eerst je eigen mensen!” Er is geen werk voor ons, maar voor vrijwilligerswerk weten ze je altijd te vinden. Zo doe ik mee aan een activeringsproject in Leeuwarden. Ik wil echter vooruit, m’n eigen inkomen verdienen!’
‘Ons vakantiegeld gaat naar de kringloopwinkel.’
Sytske (60) is vrijwilliger van Buur voor Buur, een digitaal ruilsysteem met gesloten beurs voor buurtbewoners in een Leeuwardense wijk. Ook doet ze mee aan het activeringsproject De kunst van het rondkomen voor mensen met een uitkering. Sytske heeft een WAO-uitkering van €600,- per maand. Op de dag dat ze haar diploma zou krijgen van de opleiding SPW 4 viel Sytske uit. Ze bleek huidkanker te hebben. ‘Door de kankeroperatie zijn alle lymfklieren weg en heb ik soms dikke benen. Ook heb ik reuma en artritis. Ik werd voor 100% afgekeurd. Graag zou ik iets doen, maar geen bedrijf neemt me aan: het risico van uitval is te groot.’ Haar man zit in de schuldsanering via de WSNP en ontvangt bijstand. ‘In 2005 startte hij een installatiebedrijf, met starterskapitaal uit de BZF dat je moet terugbetalen. Door de crisis kopen mensen geen nieuwe keukens meer, klanten betaalden hun rekeningen niet meer. Privé hadden we ook schulden, onder andere bij de ziektekostenverzekeraar. Het bedrijf stond op naam van m’n man maar men wilde beslag leggen op mijn inkomsten uit de WAO, ten onrechte bleek later. Ook dreigde er beslag op onze bezittingen.’ Zover kwam het niet omdat het installatiebedrijf failliet ging.
Sytske en haar man leven van €1100,- per maand. ‘De vaste lasten kan ik betalen, maar voor de dagelijkse boodschappen houden we maar €60,- per maand over. Ons vakantiegeld gaat naar de kringloopwinkel. De tandarts stel ik uit, ik ga om de twee jaar. Het ziekenhuis stel ik ook uit, onder andere omdat ik de prikken in het lab zelf moet betalen. Hoewel ik het krap heb, ben ik blij dat we geen deurwaarders meer aan de deur krijgen. Ook durfde ik jarenlang de telefoon met een onbekend nummer niet op te nemen. Dat is achter de rug, ik heb rust. Dat voelt minder arm.’
‘Als je actief bent, ga je fijner in je vel zitten.’
Jan (44) zegt een aantal ‘slechte relaties’ achter de rug te hebben. ‘M’n partners maakten meer op dan er binnenkwam.’ In 2008 werd hij werkloos vanwege een reorganisatie bij het textielbedrijf waar hij werkte. Het bedrijf kreeg minder orders vanwege de crisis. Ik was een van de laatste die binnen was gekomen dus vloog eruit. Ik schreef zes of zeven brieven per maand om een andere baan te krijgen. Ik kreeg meestal niets eens een reactie. Na drie jaar WW kwam ik in de bijstand.’ Maar niet voor lang. Sinds 2012 heeft Jan weer werk via een payroll organisatie, als verkeersregelaar. ‘Een nuluren-contract: geen werk geen geld. In winters en vakanties heb ik geen werk, maar daarbuiten tussen 10-60u per week. De gemeente heeft honderd mensen op deze wijze aan een baan geholpen.’
Om z’n schulden af te lossen loopt Jan bij de Stadsbank in de budgetbeheer-regeling. ‘Ik heb €35,- per week om van te leven. De Stadsbank betaalt m’n vaste lasten. Nog drie of vier jaar, dan begin ik weer met een schone lei.’
Hij en z’n ex-vrouw hebben kinderen en gaan goed met elkaar om. ‘We hebben samen een abonnement op de dierentuin. In Duitsland, die is goedkoper. Via m’n baas spaar ik enkele euro’s per maand voor een leuke dingen met de kinderen.’
Jan doet veel vrijwilligerswerk: bij sportverenigingen (‘Ik volgde een EHBO- en een trainerscursus.’), bij huttenland, waar kinderen onder begeleiding hutten bouwen en bij Almelo Doe(t) Mee. Dat laatste drie dagen per week als z’n werk dat toelaat. Hij zette onder andere een wandelclub op. Nog dromen? ‘Ik hoop door te kunnen gaan als verkeersregelaar. Het liefst zou ik dat werk combineren met beveiligingswerk, bij bedrijven en festivals. Ik overleg met een bedrijf over een opleiding. Ik zat na m’n ontslag in de put en zocht iets om te doen. Nu kijk ik naar de horizon en zie lichtpuntjes. Je kunt wel bij de pakken neerzitten maar daar wordt je depressief van. Als je actief bent, ga je fijner in je vel zitten. Je hebt een steuntje in de rug nodig van een ander. Verder moet je het zelf doen.’