Zoals witte daders van misdrijven geen kleur hebben, hebben jongens en mannen in de media geen geslacht.
[Lees meer…] overTaalapartheid‘De ster gaat nooit meer af’
Mei 1945, Nederland is bevrijd. Philine Polak, die jarenlang zat ondergedoken, en verzetsvrouw Truus Menger staan met een grote bos rode bloemen voor de gevangenispoort aan de Amsterdamse Amstelveenseweg. Maar Hannie Schaft, die eigenlijk Jo heet, komt niet naar buiten. De verzetsstrijdster blijkt een paar weken eerder geëxecuteerd te zijn in de duinen bij Bloemendaal.
Mei 2005, zestig jaar na haar dood spreekt Philine Polak bij de Hannie Schaftherdenking in Haarlem over de vrouw met het rode haar. ‘Ze was trouw aan haar idealen en had de moed tot verzetswerk over te gaan. Ik voel eerbied, dankbaarheid en bewondering.’
Wie is Philine Polak?
[Lees meer…] over‘De ster gaat nooit meer af’Mietje
In de Hollandsche Schouwburg en op het Holocaust Namenmonument in Amsterdam kom ik de naam Mietje Onstenk-Polak tegen. Ze is omgebracht in Sobibor op 21-05-1943, 79 jaar oud. Wie was Mietje en zijn wij als (verre) familie ergens met elkaar verbonden? Ik ga op onderzoek uit.
[Lees meer…] overMietjePlatte Thijs 1970-74
Amsterdam had Provo’s eind jaren 60, Hoorn Platte Thijs: een in 1970 opgerichte progressieve beweging die vond dat het ‘anders’ moest. Verandering wilde de groepering bereiken door buitenparlementaire acties en samenwerking met bewoners en belangengroepen.
Platte Thijs – vernoemd naar de 16de eeuwse Hoornse vagebond Thijs die stal van de rijken om het onder de armen uit te delen, van wie bij arrestatie de neus werd afgehakt – trok jonge wereldverbeteraars aan. Passend in de tijdgeest van antiautoritair, vrouwenemancipatie, jongerencultuur en seksuele revolutie, rebelleerden Platte Thijs’ers tegen de kloof tussen arme en rijke landen en dictaturen, in eigen land tegen het gezag, verkalkte en gesloten politieke structuren en burgerlijke cultuur. Toch is het ‘progressief werkverband’, zoals de lokale krant Platte Thijs noemde, niet opgericht door jongeren. Het initiatief kwam van de wat oudere André Kemmink, Gerrit Vos en Cees van Enkhuizen. Zij nodigden actievelingen en belangstellenden in de stad uit om te praten over een bredere progressieve groepering, links van de PvdA en met het accent op het buitenparlementaire. Daar waren oren naar en op voorstel van één der aanwezigen ging de club Platte Thijs heten.
Vredesboot
Platte Thijs hield in 1970 een schoonmaakactie in Hoorn-Noord, die veel sympathie opleverde. Op 5 mei deden twee marineschepen de Hoornse haven aan. Platte Thijs vond oorlogstuig niet passend op Bevrijdingsdag en voer zelf met een vredesboot de haven in, volgehangen met spandoeken tegen oorlogen in o.a. het Midden-Oosten en tegen de Griekse dictatuur. Ook voerde Platte Thijs actie voor een jongerencentrum en zette zich in voor betere woonomstandigheden en een ontmoetingscentrum voor mensen die toen nog gastarbeiders of buitenlandse werknemers heetten. In 1971 zamelde Platte Thijs dekens in voor Angola en begon een Wereldwinkel. Daar konden mensen, voor een eerlijke prijs, rietsuiker, koffie en thee kopen en boekjes over sociale actie of de Cubaanse revolutie. Bij supermarkten voerde men met succes actie tegen de verkoop van Outspan-sinaasappelen uit Zuid-Afrika (in verband met apartheid).
Er waren ludieke acties, zoals protest bij het beeld van J.P. Coen (tegen verheerlijking van het kolonialisme), het kraken van een villa (gebrek aan jongerenhuisvesting) en frisse zeelucht in glazen potjes doen en die in Hoorn langs de deuren aanbieden (milieu). Maar Platte Thijs pakte ook ‘harde’ politieke onderwerpen aan, zoals herstel in plaats van sloop van de oude binnenstad en de overloop vanuit Amsterdam.
Stadsvernieuwing i.p.v. vernieling
Het gemeentebestuur had rigide plannen voor stadsvernieuwing, waarbij vervallen woningen in de havenbuurt plaats moesten maken voor villa’s en de binnenstad ontsloten zou worden met een rondweg, die dwars door woonbuurten en over monumenten was gepland. Platte Thijs hield daarover huis-aan-huis een enquête en deed onderzoek naar de wensen van oudere bewoners in de havenbuurt. Zo genereerde Platte Thijs buitenparlementair verzet en was b.v. 82% van de ruim 1100 mensen die meededen aan de enquête tegen de rondweg. De parlementaire tak (Platte Thijs deed in 1970 als partij mee aan de gemeenteraadsverkiezingen en won 3 van de 17 zetels) bracht het in de raad. De rondweg is er nooit gekomen en de Havenbuurt is, waar nodig, gesaneerd en gerenoveerd. Er kwamen betaalbare woningen voor bewoners.
Minder succesvol was het bezwaar tegen de bouw van de vele duizenden extra woningen voor Amsterdammers die in het kader van de overloop naar Hoorn zouden komen. Platte Thijs was bang dat er geen of onvoldoende werkgelegenheid meekwam, het openbaar vervoer geen gelijke pas zou houden en het enorme aantal forenzen als gevolg daarvan. Tot op de dag van vandaag is er verkeerscongestie als gevolg van o.a. die overloop.
De jonge radicalen gingen halverwege de jaren 70 een beroepsopleiding volgen, studeren, werken en samenwonen of trouwen, ze vlogen uit. De oudere waren hun wilde haren al kwijt. In 1974 bundelden Platte Thijs, PSP en PPR hun krachten, deden als Progressief Hoorn mee aan de raadsverkiezingen en gingen vanaf die tijd meebesturen, zelf de stad vernieuwen. Andere partijen namen verschillende actiepunten van Platte Thijs in hun eigen programma’s op. Ten minste dát is er terechtgekomen van de idealen van bewustwording, sociale betrokkenheid en open besturen.
Frans van Iersel, Platte Thijs’er van het eerste uur en voormalig wethouder voor Progressief Hoorn, hield onlangs een voordracht over Platte Thijs 1970-74 voor Vereniging Oud Hoorn. Het was een inspirerende terugblik (gepaard aan een verrassend weerzien van sommigen, na ruim 50 jaar). Ik nam als tiener vanaf 1971 deel aan de werkgroep Jeugd van Platte Thijs en zette die jaren m’n eerste politiek geëngageerde stappen. Zoals voor vele Platte Thijs’ers was de club voor mij een bakermat van en voor maatschappelijke inzet.

https://www.oudhoorn.nl/vereniging/activiteiten.php?id=00702

Leerlingen technasia presenteren plannen duurzame woningen Amsterdam-West
Huizen van speels gestapelde, gerecyclede containers en een park op het dak. Zomaar twee ideeën van vierdeklassers van technasia voor de tentoonstelling De Stad van de toekomst in het Van Eesteren Museum. Vijfenveertig leerlingen van de Amsterdamse lycea Caland, Damstede en Metis Montessori onderzoeken in opdracht van dit museum hoe er tienduizenden extra woningen in Slotermeer bij kunnen komen. Ze moeten duurzaam zijn en in een groene, veilige en gezonde omgeving staan. Ook denken de leerlingen na over hoe Amsterdam zich kan aanpassen aan klimaatverandering. Experts van de gemeente, het waterschap en woningcorporaties staan de scholieren bij in het maken van hun eindproduct. Eind januari zijn de plannen klaar.
Damstede
Leerlingen van het technasium Damstede willen Slotermeer verdichten door laagbouw te vervangen door hoogbouw. Planten tegen de gevel (‘die tegen warmte en droogte moeten kunnen’) en een groter park vergroenen de wijk. En door het afsluiten van sommige wegen wordt die veiliger. Ook sociale cohesie vinden de leerlingen belangrijk. ‘Het centrum van de buurt verlevendigen we door de basisschool te verplaatsen,’ zegt Emma, een van hen. ‘Het schoolgebouw toveren we om tot buurtvoorzieningen. In bestaande hofjes komen moestuinen, een speeltuin of een voetbalveld, waar mensen elkaar ontmoeten en samenwerken.’
Van Eesteren
Architect en stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren ontwierp in de jaren 30 van de vorige eeuw het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) voor Amsterdam. Na de Tweede Wereldoorlog werd dat uitgevoerd, met onder andere de aanleg van de Westelijke Tuinsteden. In het AUP voerden licht, lucht en ruimte de boventoon. Sinds 2017 prijkt er een Van Eesteren Museum aan de noordzijde van de Sloterplas. Dat eert het werk van Van Eesteren en geeft rondleidingen in het door hem ontworpen Slotermeer in Amsterdam-West. De gemeente besloot onlangs dat er tienduizenden extra woningen moeten komen, vooral in dit gebied.
Het Van Eesteren Museum vroeg leerlingen van drie Amsterdamse technasia hoe zij die woningen zouden realiseren. ‘Jongeren zijn de toekomstige bewoners van deze wijk,’ zegt initiatiefnemer Marian Konijn, vrijwilliger educatie bij het museum. ‘Laat hen meedenken over de invulling van de stadsuitbreiding van nu: bínnen de stadsgrenzen, duurzaam en passend in het ontwerp van Van Eesteren.’
Metis Montessori
Leerlingen van Metis ontwierpen een enorm complex met twee piramides, verbonden door een glazen wand met appartementen en een parkstrook op het dak. Op de plek waar nu flats staan, komen wat hen betreft twee gelaagd gestapelde piramidevormige gebouwen. Met aan de buitenkant woningen, galerijtuinen met ruimte voor zonnepanelen. Binnenin komen voorzieningen als een buurthuis. ‘We realiseren drie keer zoveel woningen, 800 stuks,’ vertelt vierdeklasser en talentvol tekenaar Moira. ‘Huur en koop, voor ouderen, gezinnen en studenten. Eén gemeenschap bestaande uit verschillende klassen en mensen.’
‘Het plan is grotesk,’ zegt architect Hieke Bakker, die de scholieren als expert bijstaat bij het uitwerken en presenteren van hun ideeën. ‘Het mooie is echter dat ze aan veel details denken, waardoor het bouwwerk minder massief oogt. Qua schaal past hun ontwerp in de buurt.’ Medeleerling Bram vertelt dat ze bijvoorbeeld rekening hebben gehouden met voldoende lichtinval voor de overburen. ‘Hoewel ons wooncomplex 50 meter hoog wordt.’
Een tweede groepje Metis-leerlingen bouwt twee verdiepingen met twintig woningen boven op bestaande woonblokken, ook met een park en zonnepanelen er op. De huizen variëren van klein tot groter. De expert adviseert de jongeren de extra bouwlaag te ondersteunen met een draagconstructie.
Caland
De jeugdige stadsplanners van technasium Caland richten zich op het neerzetten van duizenden extra woningen in een schonere en veiliger wijk. Waar huidige huizen te klein of slecht geïsoleerd zijn, verrijst nieuwbouw na sloop. Andere te bouwen woningen worden toegevoegd aan het bestaande. De binnentuinen van woonblokken zijn alleen voor bewoners. Er komen moestuinen in de wijk en ontmoetingsplekken bij een watertje middenin de buurt.
Leerlingen op technasia, onderdeel van havo of vwo, krijgen veel ruimte voor creativiteit en het werken aan eigen interesses, aldus docent Frans Roukes van Metis. ‘Voor de opdracht van het Van Eesteren Museum konden leerlingen zich vrijwillig inschrijven. Het leuke van dit project is dat het zo breed is, met veel invalshoeken en uitwerkingen. Het ene groepje wil meer woongenot en groen, het andere focust op kwantiteit. Ieder team heeft eigen oplossingen en visualisaties gevonden. Een enkeling is zelfs visionair. Ze blijken in staat om snelle schetsen (oude flats zijn zo gesloopt, red.) om te zetten in digitale tekeningen en strakke maquettes.’
Ze hebben goed nagedacht over wat nodig en wenselijk is, stelt ook Hieke Bakker. ‘Hoe vertel je een consistent verhaal, hoe realiseer je plannen? De ene groep behoudt wat er al staat, de andere denkt groot. Hun ambitie is een nieuw stuk stad maken, net als Van Eesteren.’
De toekomstplannen van de technasia-leerlingen zijn vanaf 1 februari 2024 twee weken lang te zien op de tentoonstelling Young Urban Planners – De Stad van de toekomst in het Van Eesteren Museum.
Openingstijden: donderdag t/m zondag, 12.00-17.00 uur
Locatie: Van Eesteren Museum, Noordzijde 31, 1064 GV Amsterdam
Open brieven van Lidija Tsjoekovskaja (1907-1996)
‘Het woord van de waarheid is onoverwinnelijk, een triomf van de geest,’ aldus schrijver Lidija Tsjoekovskaja in 1974 . Onlangs verscheen een bundel van haar Open brieven tegen de Russische staatsterreur in Nederlandse vertaling. Wie is zij en wat deed ze?
[Lees meer…] overOpen brieven van Lidija Tsjoekovskaja (1907-1996)