Door Pak je Kans! kunnen zij weer meedoen in de samenleving.
[Lees meer…] over‘Door Pak je Kans! neemt hun zelfvertrouwen weer toe’Geen categorie
Buurtbaan Amsterdam
Maatschappelijke participatie en arbeidsparticipatie gaan in Amsterdam West hand in hand.
Veel mensen verrichten waardevol werk in Amsterdam West. Vaak zijn dat sleutelfiguren die het vertrouwen van buurtbewoners krijgen. De arbeidsmarkt blijft voor hen echter slecht toegankelijk. En beloning voor hun inzet ontbreekt. Ze blijven afhankelijk van een uitkering. Met een Buurtbaan is een opstap naar regulier werk gecreëerd. Verkleint de Buurtbaan de afstand tussen arbeidspotentieel in de wijk en de systeemwereld? Hoe slaan we een brug tussen informele en formele partijen?
Buurtopbouw van binnenuit
Eartha deed ervaring op als participatie- en empowermentcoach. Ze was buurtkok en actief rond het voorkomen van eenzaamheid in de wijk. Tijdens corona kookte ze buurtmaaltijden. Nu verdient ze de kost als zzp’er. Awatif was hulpmoeder op de school van haar kinderen en lid van de MR. Ze haalde haar startkwalificatie.
Actievelingen en arbeidspotentieel genoeg in Amsterdam West. Toch komen ze niet of moeilijk aan een baan. Ook zijn er veel buurtinitiatieven. Zo timmeren ondersteuningsorganisatie Wikistad en samenwerkingsverband Samen Meedoen al jaren aan de weg in het stadsdeel. ‘Buurtopbouw moet je van binnenuit vorm geven,’ zegt Piet van Diepen, oprichter van Wikistad. ‘Formele organisaties moeten daarop aansluiten. We willen waardering voor en erkenning van ervaringskennis op buurtniveau.’
Bewoners willen werk
De stem van bewoners in een kwetsbare maatschappelijke positie wordt vaak niet gehoord. Terwijl zij afhankelijk zijn van voorzieningen van de overheid. Die zijn bedoeld als vangnet. Veel bewoners ervaren die echter meer als een net dat hen gevangen houdt.
‘Je wordt gestraft als je een poging doet om te werken,’ zegt Eartha, een van de actieve bewoners in West. ‘Ik zat in de schuldsanering. Ik kreeg het advies niet te gaan werken, omdat al mijn geld dan naar de eisers zou gaan. Maar waar de gemeente niet bij stilstaat, is dat ik stilsta als ik niet werk. Dan ontstaat een gigantisch gat in mijn cv. Ik wilde wél werken.’
‘Als je geen werkervaring hebt, kan je die zonder baan niet opbouwen,’ zegt ook Awatif. ‘Men ondersteunt en ziet de ontwikkelbehoefte van mensen niet. Zo blijven ze cliënt. Of ze blijven in vrijwilligerswerk hangen, terwijl ze potentieel voor de arbeidsmarkt hebben.’
Yamina kwam al jaren bij welzijnsorganisaties. ‘Ze bleven me als cliënt zien. Men had geen oog voor mijn ontwikkeling. Buurtwerkers zagen me niet als samenwerkingspartner, laat staan een gelijkwaardige. Toen ben ik bij Wikistad terechtgekomen’.
Dromen
Wikistad wil actieve bewoners als deze vrouwen helpen hun dromen te realiseren én zelf aan het stuur te blijven. In de praktijk is dat lastig. In 2012 richten twee buurtbewoners bijvoorbeeld een Sociaal Spreekuur op in West. Zij hebben een netwerk in de wijk en genieten het vertrouwen van bewoners. Die weten hen te vinden, maar welzijnsorganisaties en beleidsmakers niet. Die hebben hun eigen aanbod en visie. Dat wringt. ‘Wij worden niet gezien noch erkend,’ zegt Yamina. ‘We kunnen ons niet verder ontwikkelen en hebben geen verdiencapaciteit.’
Buurtbanen
Dat moet anders. Bewoners willen meer. Zelforganisaties en professionals hebben elkaar bovendien nodig.
De introductie van een Buurtbaan zorgt in 2017 voor een doorbraak. Partijen vinden elkaar rond dit initiatief van Wikistad. Sleutelfiguur Yamina is de eerste die een 32-urige Buurtbaan krijgt. Daarvan is 8 uur voor scholing en coaching gericht op het verwerven van een baan na de Buurtbaan. Yamina komt in dienst bij Combiwel, dat buurtwerk en maatschappelijke dienstverlening verzorgt. Het stadsdeel financiert. De Buurtbaan is voor maximaal twee jaar.
De eerste Buurtbaners zijn inmiddels doorgestroomd naar een reguliere baan. Dan komt de Buurtbaan weer beschikbaar voor een andere actieve buurtbewoner. Om toe te groeien naar zo’n baan coachen de eerste Buurtbaners de nieuwe peer to peer in de Werkplaats Informeel Leren.
De ervaringen in Amsterdam West worden nu stap voor stap gedeeld met andere stadsdelen. Sinds september 2021 is de regeling Buurtbanen voor heel Amsterdam van kracht. Voorlopig kunnen er 25 Buurtbaners aan de slag in een betaalde baan. Zij zijn rolmodellen voor anderen.
Brug
Buurtbaners vervullen een brugfunctie tussen bewonersnetwerken aan de ene en publiek gefinancierde maatschappelijke organisaties aan de andere kant. De wisselwerking tussen hen is cruciaal. Piet van Diepen: ‘Beleidsmakers en instellingen zien Buurtbaners nog wel eens als betaalde vrijwilligersassistenten. Zij moeten leren meebewegen met de buurt. Instellingen, Buurtbaners en sleutelfiguren in de wijk zijn wat ons betreft gelijkwaardig. Laat ook bewoners in kwetsbare positie volwaardig democratisch partner zijn en zich ontwikkelen. Versterking van de buurt en perspectief voor mensen die waardevol werk (kunnen) doen, gaan hand in hand.’
Met Buurtbanen en later een reguliere baan of als zzp’er krijgen actieve bewoners werk dat aansluit bij hun talenten en ambities. De Buurtbaan is een breekijzer gebleken, vindt Piet van Diepen. Zowel voor mensen die nu wél aan betaald werk komen als voor de buurt. ‘De afgelopen jaren krijgen we steeds meer waardering. De uitdaging is nu om te zorgen dat informeel en formeel elkaar bij nieuwe buurtactiviteiten optimaal benutten. De visie dat buurtopbouw van binnenuit gestalte moet krijgen, blijft daarbij leidend.’
https://www.movisie.nl/artikel/maatschappelijke-participatie-arbeidsparticipatie-gaan-hand-hand
‘Natuurzorg betekent voor mij ergens bij horen’
Natuurzorg Veluwe-Vallei biedt mensen met een psychische kwetsbaarheid een werkplek in de natuur.
[Lees meer…] over‘Natuurzorg betekent voor mij ergens bij horen’Laat doven en slechthorenden tweetalig opgroeien
De meeste doof geboren kinderen krijgen tegenwoordig een cochleair implantaat (CI), slechthorende kinderen krijgen hoortoestellen. Hiermee kunnen zij naar het regulier onderwijs. Het leren van gebarentaal wordt niet aangemoedigd omdat het de gesproken taalontwikkeling zou vertragen of belemmeren. Het passend regulier onderwijs blijkt echter minder te passen dan zou moeten. Het College voor de Rechten van de Mens stelde onlangs na onderzoek vast dat dove en slechthorende kinderen niet overal worden toegelaten in het regulier onderwijs, zij onder hun niveau worden geplaatst en te weinig ondersteuning krijgen (zie Volkskrant, 29 sept 2022). Dat schaadt hun ontwikkeling. De aansluiting bij de doven en slechthorendengemeenschap wordt beperkt door de focus op meedoen in de horende wereld. Dove en slechthorende kinderen kunnen tussen wal en schip vallen. Ze horen noch volledig bij de horende noch bij de dovengemeenschap. Standaard tweetalig opgroeien, met hoortechnologie én Nederlandse gebarentaal, verhoogt hun welzijn en ontwikkeling.
Generaties lang was het doven en slechthorenden verboden gebarentaal te leren of te gebruiken. Eind 19de eeuw stelden deskundigen, internationaal bijeen op een congres in Milaan, dat zij beter zouden integreren als ze uitsluitend mondeling leerden communiceren. De bijeenkomst leidde wereldwijd tot een verbod op onderwijs in gebarentaal. Nederland besloot in 1910 dat dove en slechthorende kinderen op school alleen gesproken taal mochten leren. Horende docenten – de dove leerkrachten werden allemaal ontslagen – zagen erop toe dat kinderen geen gebarentaal gebruikten, ook niet onder elkaar.
Dat is veranderd. In 1980 werd het gebarentaalverbod in Nederland opgeheven. Op speciale scholen kunnen dove kinderen Nederlandse gebarentaal of Nederlands met gebaren leren. Op een aantal dovenscholen is gebarentaal tegenwoordig zelfs de voertaal. Daar communiceren ook leerkrachten onderling met gebaren.
Toch heeft de medische route met hoortechnologie en vroegbegeleiding en later deelname aan regulier onderwijs nog altijd de voorkeur. Ouders en hulpverleners willen dat het kind zo gewoon mogelijk opgroeit. Kinderen hebben natuurlijk baat bij horen met hulpmiddelen, maar niet zonder een haast bovenmenselijke inspanning om de wereld om hen heen te kunnen volgen. Ontspannen communicatie is er voor hen niet bij. Ook ‘incidenteel leren’ – emoties meekrijgen, oorzaak-gevolg momenten, uitgesproken gedachten en manieren van contact leggen van horende kinderen – is moeilijk.
95% van de doof en slechthorende kinderen heeft horende ouders. Die kunnen op cursus om Nederlands met gebaren te leren, zodat zij ook een extra manier hebben om met hun kinderen te communiceren. Het cursusaanbod is echter beperkt en de opleiding gebarentaal kostbaar, omdat die slechts gedeeltelijk wordt vergoed. Bovendien is Nederlands met gebaren niet hetzelfde als Nederlandse gebarentaal. Het is gesproken taal, ondersteund met gebaren. Niet alle woorden hebben een gebaar. Terwijl Nederlandse gebarentaal een volwaardige taal is.
In de dovengemeenschap wordt geijverd voor een positievere waardering van Nederlandse gebarentaal. Omdat doven en slechthorenden daarmee onderling kunnen communiceren, zichzelf kunnen zijn, een community kunnen vormen, erkend en begrepen worden. Zich kunnen identificeren met andere doven en slechthorenden, rolmodellen ontmoeten en geaccepteerd worden zoals je bent, is belangrijk voor hun welzijn en gezondheid.
Om te voorkomen dat kinderen en jongeren tussen de horende wal en het dove schip terechtkomen, is onderzoek nodig naar de kansen en mogelijkheden van tweetalig opgroeien.
Anders kijken naar werk
VSBfonds en Movisie ondersteunen zeven initiatieven in Nederland die werken aan een inclusievere arbeidsmarkt. Die initiatieven richten zich op de ontwikkeling en groei van mensen in een kwetsbare positie en op het creëren van waardevol werk. Movisie ondersteunt hen bij het versterken van hun werkwijzen. Annemiek Onstenk beschrijft de initiatieven en spreekt de initiatiefnemers. Als eerste: Natuurzorg
https://www.movisie.nl/artikel/natuurzorg-betekent-mij-ergens-horen
Nederlandse gebarentaal in verdomhoekje
Doven pleiten voor tweetalig opgroeien: gesproken taal met hoortoestellen én gebarentaal.
[Lees meer…] overNederlandse gebarentaal in verdomhoekje