Magazine Qracht 500, over armoede in Nederland, verscheen eind 2013, lag in 2014 in de winkel en is sinds 2015 uitverkocht.
Publicaties
SW helpt statushouders integreren
Veel SW-bedrijven zijn betrokken bij het aan een baan helpen van vluchtelingen met een verblijfsstatus. Lukt dat? En wat zijn de do’s en don’ts? [Lees meer…] overSW helpt statushouders integreren
Hoezo verstandelijke ‘beperking’?
Ellis Jongerius is bezig aan een mooie loopbaan: ze begon thuis op de bank, ging werken bij een sociaal werkbedrijf en stapte toen over naar LFB, de belangenorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking. ‘Mijn persoonlijke en werkervaringen kan ik heel goed gebruiken in trainingen en bij voorlichting.’
in: SW-Journaal sept 2017
Ze bestaan, congresgangers die zeggen ‘Dat laat je toch geen gehandicapte doen?’ als iemand met een licht verstandelijke beperking een presentatie verzorgt. Ellis Jongerius was die spreker. En de opmerking ving ze op in de pauze van een congres waar ze optrad. Ook krijgt ze wel eens het ‘compliment’: ‘Wat kun jij dat goed vertellen, zeg!’ Ze haalt er haar schouders over op, maar denkt dan wel: ‘Hallo mensen, het is 2017, kom op!’
Ellis Jongerius (31) is ervaringsdeskundig trainer bij LFB, de belangenorganisatie voor en door mensen met een verstandelijke beperking. Ook is ze een veelgevraagd spreker op conferenties. Vroeger was ze bleu, vertelt ze. Dat is nu bijna niet meer voor te stellen. Ze is klein van stuk, maar een persoonlijkheid met gezag als ze aan het werk is. SW-Journaal zag haar schitteren tijdens een workshop en kijkt samen met Jongerius terug op haar professionele ontwikkeling en vooruit naar haar ambities.
Mooie diploma
Als negentienjarige zat ze driekwart jaar thuis op de bank met een Wajong-uitkering. ‘Ik had op het ROC mijn diploma administratief medewerker niveau 1 gehaald en vond niet direct werk. Mijn moeder vond het gezond dat ik ging werken. Met hulp van een re-integratiecoach kon ik aan de slag bij een SW-bedrijf. Ik pakte batterijen in, sorteerde zakken chips in dozen – zoveel paprika, zoveel naturel – en telde washandjes van acht tot vijf. Eigenlijk wilde ik het liefst administratief werk doen, maar ik was te verlegen om dat te vragen. Ik ging echt niet met mijn vuist op tafel slaan om ander werk te eisen. Er waren echter dagen dat ik niets deed, omdat er niets te doen viel. Daar werd ik depri van en soms meldde ik me ziek. Of ik nam mijn Nintendo spelcomputer en een kleurboek mee. Er was zo weinig werk, dat er twee of drie man achter de receptie zaten voor drie telefoontjes per dag. Ik wist al snel dat ik dit niet mijn hele leven wilde doen, ik was er niet gelukkig. Ik was de jongste op mijn afdeling en besprak met niemand iets. Toch heb ik best veel geleerd op de sociale werkplaats. Het was heel gestructureerd, ik leerde er een werkritme te krijgen en ook samenwerken met collega’s. Uiteindelijk kon ik toch op een andere afdeling werken, waar ik onder andere urenlijsten moest bijhouden. Zelf maakte ik minder uren, maar de werksfeer was beter. Ik had bovendien meer te doen, waardoor ik minder ziek was. Maar ook daar ging de rek uit. SW-bedrijven zouden meer mogelijkheden moeten hebben om mensen in hun kracht te zetten. Ik wilde in ieder geval meer, met mijn mooie diploma.’
Eigenwaarde
Ellis Jongerius wilde niet alleen meer, zij was er ook toe in staat. Dat ze steeds minder bleu werd, was mooi meegenomen. In haar huidige baan spreekt ze voor groepen en zalen. ‘Het SW-bedrijf moest me uitplaatsen, dus een jobcoach ging werk voor me zoeken. Administratiebanen werden geautomatiseerd, nergens was plek. Na lang leuren kon ik voor twee dagen worden gedetacheerd bij de LFB, om stage te lopen. Mijn salaris werd aangevuld vanuit de Wajong.’
Aanvankelijk durfde Jongerius geen stap te zetten zonder goedkeuring van anderen. Maar toen ze eenmaal terecht kwam bij de afdeling Scholing & Training, kwam Ellis tot bloei. Dankzij het vertrouwen dat haar coach bij LFB haar gaf, kon zij haar talenten ontwikkelen. En die liggen vooral op het vlak van anderen versterken en zelfvertrouwen geven. ‘Samen met een coach, ook van de LFB, geef ik trainingen, workshops en voorlichting, in zorginstellingen voor mensen met een (verstandelijke) beperking, maar ook bij bijvoorbeeld UWV. Dat gebeurt op basis van gelijkwaardigheid in een tandemconstructie, we vullen elkaar aan.’
Iets onverwachts
‘Behalve een licht verstandelijke beperking heb ik een licht autistische aandoening. Improviseren is voor mij moeilijk. Als er iets onverwachts gebeurt, neemt de coach het over. Maar we zijn collega’s op gelijke basis hoor, ik ben geen patiënt met dagbesteding. Ik heb eigenwaarde en laat mijn kop niet meer hangen. Ik mag zijn wie ik ben, anderen waarderen me en bieden me veiligheid. Dankzij mijn baan bij de LFB kon ik me ook persoonlijk verder ontwikkelen. Ik leerde reizen, want onze trainingen en spreekbeurten zijn in het hele land. Als ik iets niet weet, vraag ik het gewoon. Ook kon ik het ouderlijk huis uit en begeleid gaan wonen. Ik vond de manier waarop de zorgvoorzieningen die mijn moeder en ik bezochten met mensen als ik omgaan, niet prettig. In de voorlichting van zorgaanbieders stond bijvoorbeeld dat het hebben van een pinpas door cliënt/bewoners “een risico” is. Daar was en ben ik het niet mee eens. Ook zegt men daar al gauw: “Dat kunnen onze mensen niet.” Nu woon ik gelukkig helemaal zelfstandig. Ook kon mijn uitkering helemaal worden stopgezet.’
Heel goed gebruiken
‘Mijn persoonlijke en werkervaringen kan ik heel goed gebruiken in trainingen en bij voorlichting. Ik kan anderen met een beperking laten zien dat ook zij al die stappen kunnen zetten. En dat het niet erg is als je het even niet meer weet. Ik werk hier nu bijna negen jaar en leer bijvoorbeeld cliënten in de gehandicaptenzorg zoeken naar hun talenten. Cursisten zijn altijd heel trots op hun certificaat. Als we zorgaanbieders nabellen waar we trainingen hebben gegeven, dan komen we er als Scholing & Opleiding LFB heel positief uit. Zorgaanbieders werken graag met ons samen.
‘Ook bij een SW-bedrijf gaf ik eens een presentatie. In SW-bedrijven werken andere groepen mensen, maar hen moet je net zo goed kansen bieden. Vroeger zat je maar gewoon op zo’n afdeling, ook als er niets te doen was. Ik vind dat je altijd moet kijken wat er in iemand zit. Ik denk dat mijn oude werkgever trots is dat mensen als ik in een reguliere organisatie mee kunnen komen.’
Droom hardop
‘Ik ben heel blij met de kans die ik hier heb gekregen. Als je leert omgaan met je beperking, dan ziet de wereld er heel anders uit en wordt de wereld ook groter. Nog altijd leer ik veel bij de LFB. Als ik hier aan mijn plafond zit, zou ik ooit graag als erkende trainer aan de slag gaan. Ook wil ik beter Engels leren, want ik ben vaak in het buitenland. Ook daar geven we trainingen en presentaties. Als ik beter Engels kan, wil ik ideeën en methoden uit het buitenland overdragen aan de doelgroep hier.
‘Er zijn veel mensen zoals ik. Hen wil ik adviseren om hun dromen hardop uit te spreken en om hun stem te laten horen. Mensen met een verstandelijke beperking worden meestal te laag ingeschat. We zijn wel een beetje anders, maar je hoeft geen kindertaal tegen ons te spreken.’
‘Ervaringsdeskundigheid is bezig een sterk onderscheidend merk te worden.’
‘Regulieren en ervaringsdeskundigen moeten sámen hulp bieden,’ zegt Annique Dirkx op het Zorg+Welzijn congres over ervaringsdeskundigen. ‘We/ze kunnen van elkaar leren.’ Annique maakte als cliënt van beiden gebruik, maar herstelde pas echt nadat een ervaringsdeskundige haar hielp de weg naar zichzelf terug te vinden. Belangrijkste verschil: in de reguliere zorg kreeg zij in hulpverlener/cliënt-relatie te horen wat ze niet goed deed, terwijl ze met de ervaringswerker een gelijk speelveld betrad. ‘Zij keek door m’n masker van “Het gaat goed.” heen en herkende zich in mij.’ Vanaf die click begon het bouwen aan zelfvertrouwen en herstel. Nu is Annique zelf een trotse ‘ervaringsdeskundige in opleiding’.
Annique’s ‘wij’ en ‘zij’ blijkt veelzeggend op het congres, dat op 14 juni 2017 plaatsvond in Ede. Er nemen zowel ervaringsdeskundigen met psychische problematiek, een chronische ziekte, lichamelijke beperking en andere aandoeningen aan deel, als zorgprofessionals en die laatsten voelen zich in de verdrukking. Veel ervaringsdeskundigen deden schrijnende ervaringen op bij de regulieren en moeten niet veel meer van hen hebben. Dat ook veel (ex-)cliënten en ervaringsdeskundigen laten weten in de reguliere zorg gehoord, gezien en serieus genomen te worden, lijkt maar een schrale troost.
Secretaris-generaal Erik Gerritsen van VWS maakte een goede beurt door bij aanvang van het congres ten overstaan van zoveel mondig geworden ervaringsdeskundigen te stellen dat niet minder dan ‘guerrilla in de spreekkamers’ nodig is. ‘Wij van de systeemwereld proberen praktisch verbinding te leggen met de leefwereld,’ zo stelt hij. Bij een uitnodiging voor een spreekbeurt eist Erik Gerritsen standaard dat de sprekerslijst patients included moet zijn. Ook zet VWS zich in voor normale banen voor mensen met een beperking. Toch liep ook hij een kleine smet op zijn joviale blazoen op. Ervaringsdeskundig wetenschapper Wilma Boevink vroeg hoeveel ervaringsdeskundigen VWS zelf in dienst heeft. ‘Waarom bepalen wij het beleid niet?’ Daarop reageerde Gerritsen met de dooddoener ‘Kwaliteit gaat boven quota’. Een pijnlijk moment, dit vis-à-vis met de onlangs gepromoveerde Boevink.
Volgens haar maak je de kloof tussen systeem en leefwereld, tussen ‘zij’ en ‘wij’, niet kleiner door een of twee ervaringsdeskundigen in reguliere zorgteams op te nemen. ‘We moeten volwaardige co-partners zijn om de Ggz voor ons gevoelig te maken. Doel is de Ggz te transformeren naar een multideskundig netwerk dat, samen met welzijnswerkers, armoede bestrijdt en ons steunt in ons leven dat soms goed gaat en dan weer slecht. Op naar een werkelijk helpend systeem!’
De taak van ervaringsdeskundige is niet alleen het ondersteunen van herstel en bijdragen aan zorg voor individuen, stelt ook Alie Weerman, lector aan Hogeschool Windesheim in Zwolle en eveneens spreker op het congres. ‘Ervaringsdeskundigheid, dat bezig is een sterk merk te worden, is in het leven geroepen om kansen te creëren voor mensen die psychisch of chronisch lijden en om onrecht tegen te gaan, zoals schulden die blijven groeien door boetes, het ontbreken van woonbescherming in RIBW’s, schofferende bejegening en het afschrijven van mensen. Ervaringsdeskundigen dragen bij aan een inclusieve samenleving.’ Om het zij/wij-denken te doorbreken moet de opleiding tot ervaringsdeskundige naar de mening van Weerman ingebed zijn in het vak Social work, dat maatschappelijke veranderingen als focus heeft.
Dus toch revolutie.
‘Ervaringsdeskundigen moeten geen nieuw machtsbolwerk vormen.’
‘Ervaringsdeskundigheid is teveel een systeemwereld op zich geworden,’ zegt lector Alie Weerman van Hogeschool Windesheim.
[Lees meer…] over‘Ervaringsdeskundigen moeten geen nieuw machtsbolwerk vormen.’Op zoek naar aanvulling op beperkt inkomen
Sinds de Participatiewet krijgen jonggehandicapten alleen bij meer dan 80% arbeidsongeschiktheid een Wajong-uitkering. Voor toeleiding naar werk kunnen zij bij de gemeente terecht. Tussen UWV en gemeente is echter een grijs gebied.