Terwijl partijen als het CDA en de PvdA zoeken naar hun grote verhaal, schrijven burgers kleine verhalen. Bewoners die coöperatief hun eigen energieleverantiesysteem aanleggen, mensen die zelf groente verbouwen in buurtmoestuintjes en werklozen die zelf, groepsgewijs hun arbeidsre-integratie ter hand nemen. Zij vormen (social media) netwerken, wisselen kennis uit, adviseren, houden ruilbeurzen, lenen kosteloos gereedschap, boeken, dvd’s en cd’s in de buurt uit of ontmoeten elkaar tijdens maandelijkse Open coffees. Het is niet allemaal nieuw. Kleinschaligheid was ook al troef in bijvoorbeeld het handboek voor wereldverbeteraars Praktisch idealisme, uit 2003. Maar de huidige financiële, economische en politieke crises lijken de creativiteit en het sociale vuur wel flink op te stoken. Ontslagen oudere werknemers vinden zichzelf, na een periode van verslagenheid, opnieuw uit als zzp’er of actieve vrijwilliger. Werkloze architecten, ‘overbodig’ geworden vanwege de ingestorte bouwmarkt, voor wie in booming economieën China of Brazilië genoeg werk is, gaan aan de slag in hun eigen omgeving, bijvoorbeeld met het energieneutraal maken van bestaande woningen . Wegbezuinigde welzijnswerkers maken plannen om de eigen woonomgeving met zelfzorgloketten om te vormen tot ‘levensloopbestendig’ in plaats van een re-integratietraject van hun uitkeringsinstantie te doorlopen. Ook boze jonge hemelbestormers laten van zich horen. Zij richten nieuwe bewegingen op als Occupy en nieuweleiders.nu en bedenken alternatieve leefstijlen en politieke perspectieven.
De Eigen krachtbeweging en de wijkaanpak (gemeente, woningcorporaties, politie, welzijns- en bewonersorganisaties werken samen aan leefbaarheid) brachten vernieuwing op het gebied van zorg, wonen en welzijn. Green Deal deed dat rond duurzaamheid, burgerinitiatieven rond zelfbestuur. Doe het zelf gemeenschappen van nu zetten aan tot zelfvoorziening.
Globalisering en crises hoeven niet te leiden tot rancune, ze kunnen ook aanzetten tot nieuwe vormen van over- en samenleven.
Weblog
Verboden naakt uit Iran
Amsterdams burgemeester Van der Laan opende woensdag 8 februari bij moslimhomo-organisatie Secret Garden de fototentoonstelling Iran in the Picture. Een kleine maar bijzondere tentoonstelling, met foto’s van lesbische vrouwen in een hammam in Iran. Op homoseksualiteit staat in dit land de doodstraf, die ook regelmatig wordt uitgevoerd. De fotografe, woonachtig in Teheran, is om veiligheidsredenen niet aanwezig. Noch maakt Secret Garden haar naam bekend. In Europa haar werk laten zien is het hoogst haalbare.
Op de tentoonstelling hangt ook een gedicht van de fotografe, waarin ze zichzelf opvoert als Rabta. Het is vertaald door een Iraanse homo en politiek vluchteling die al enkele jaren in Nederland woont.
Wij zijn
voordat we een man of vrouw zijn
voordat wij jong of oud zijn
voordat wij zwart of wit zijn
een mens
een Noorderling, Zuiderling, Oosterling, Westerling
Aziatisch, Europeaan, Afrikaan, American, het geeft niet
Wij zijn bewoners van deze Aarde
wij zijn mensen en hebben het recht om te leven
ik Rabta – mijn koosnaam betekent in het oud-Perzisch dame –
verklaar hierbij dat wij homo’s, in dit land zonder veiligheid en vrijheid,
zijn veroordeeld om opgehangen te worden.
Maar wij zijn er nog.
Jan
Dit is Jan (14), geschilderd door Lisette Durinck. Jan deed mee aan het kunstproject Het Dossier, georganiseerd door de Cultuurkantine in Breda. Het schilderij is één van de kunstwerken op de expositie Het Dossier, tot 27 november te zien in de fietsenstalling Oude Vest in Breda. Jongeren uit de jeugdzorg beeldden samen met een kunstenaar hun ‘dossier’ of levensverhaal uit. Jan heeft al heel wat meegemaakt in z’n jonge leven. Vandaar die bokshandschoenen. Als hij niet voor zichzelf vocht, vocht er niemand voor hem. Die boze blik en rode hoorntjes horen bij zijn ‘negatieve kant’, zoals hij zelf zegt. Maar hij wilde meewerken aan het kunstproject om zijn positieve kant te laten zien. Want hij is ook gewoon een lieve en leuke jongen, die graag profvoetballer wil worden. Jan, die vrolijke man en Brabants Ajax-fan, hij heeft gezegd.
Niet uit te wissen
Op de voormalige fusilladeplaats van Kamp Vught, het enige SS-concentratiekamp buiten Duitsland, staat een gedenkteken voor de ruim 300 mannen die hier zijn doodgeschoten. Het waren verzetsmensen vanuit het hele land. Ze werden gefusilleerd door Nederlandse SS-ers. De plek ligt vijftien minuten lopen vanaf het herinneringscentrum aan kamp Vught in het bos. De wandelroute ernaartoe is gemarkeerd, de terugweg niet. Symbolisch? De gedenkplaats is in 1995 en 1997 beklad. Sindsdien staat er een nieuw monument, met beschermlaag. Een anonieme dichter liet er in reactie hierop het volgende gedicht achter.
Kon je teer smeren
Over steen, namen, verleden?
Dwaze stumper, zulke namen
Zijn nooit uit te wissen!
Ze staan gegrift in talloze
Mensenzielen, onaantastbaar
Voor jouw verziekte haat.
Ze staan met vuur geschreven
Aan de hemel, welks licht
Jou ondraaglijk is
Je hebt niets bereikt,
Teerling
Je hebt voor alles alleen
Je eigen naam besmeurd
Niet die van hen:
Zij glimlachen om jouw woede
Badend in het licht,
Wiegend op Gods adem
En zingen heel zacht en stil
Voor wie het wil horen:
Vrede
Feministen en prostitutie
Hoe kunnen we toestaan dat iemand tien keer per dag verkracht wordt, vroeg Opzij-hoofdredacteur Margriet van der Linden zich zaterdag in NRC Handelsblad af in verband met het opgelaaide debat over prostitutie, dwang en vrouwenhandel. ‘We’ staan niet toe dat vrouwen worden verkracht. Toch lijken feministen momenteel verantwoording te moeten afleggen over de kwestie. Mannen als wethouder Lodewijk Asscher uit Amsterdam, die, overigens mét vrouwen- en mensenrechtenorganisaties, ageert tegen gedwongen prostitutie, hekelen de laatste maanden in één moeite door feministen die opkomen voor de rechten van prostituees. En alsof gedwongen prostitutie op zichzelf al niet ernstig genoeg is, noemen Asscher c.s. de klanten van deze vrouwen ‘verkrachters’. De roep om prostitutie maar weer helemaal te verbieden wordt sterker. Omdat politieke mannen – en op 2 november heeft hoogleraar en publicist Evelien Tonkens zich daar met een column in de Volkskrant bijgevoegd – (zeggen te) weten dat vrijwillige prostitutie niet bestaat, heeft hernieuwde aandacht voor ernstige feiten in korte tijd geleid tot framing van prostitutie als verkrachting. Waar feministen dus medeplichtig aan zijn omdat ze sekswerk zouden romantiseren. Het is vreemd om vervolging van handelaren/pooiers die vrouwen tot prostitutie dwingen afhankelijk te maken van steun van een sociale beweging. Politie en justitie jagen ook op drugsmaffia, de onderwereld en roofmoordenaars zonder dat ertegen wordt gedemonstreerd, gewoon omdat het om misdaden gaat? Ik zou zeggen: gemeente, politie en Arbeidsinspectie, doe uw werk.
Enkele decennia geleden vonden feministen, net als Asscher c.s. nu, dat prostitutie per definitie een vorm van seksueel geweld tegen vrouwen was. Tot prostituees, de stigmatisering, het geweld tegen hen en de hypocrisie over prostitutie zat, dezelfde rechten als andere vrouwen opeisten: zelfbeschikking, goede gezondheidszorg, bescherming tegen dwang en geweld, goede arbeidswetgeving, etc. Eerst in de VS en enkele Zuid-Amerikaanse, Aziatische en Europese landen, later bijna overal ter wereld. Feministen en vakbonden gingen prostituees ondersteunen om hun leef- en werkomstandigheden te verbeteren en misstanden te bestrijden. Recht om als prostituee te werken (en om ermee te stoppen) én strijd tegen geweld en gedwongen prostitutie waren keerzijden van dezelfde medaille. De Nederlandse hoerenbeweging, vrouwengroepen die hen steunden en de Stichting tegen Vrouwenhandel kwamen voort uit dezelfde hoek en trokken samen op. Bij vrouwenhandel speelde en speelt naast slavernij en gedwongen seks vaak problematiek mee van illegale arbeidsmigratie. De vreemdelingenwetgeving maakte en maakt vrouwen eerder kwetsbaarder dan weerbaarder tegen dwang en geweld. Het doen van aangifte tegen vrouwenhandelaren moe(s)ten slachtoffers bovendien uiteindelijk bekopen met opsluiting en uitzetting. Gemeenten doen er goed aan het prostitutiebeleid ter verbetering van de omstandigheden van (kwetsbare) prostituees, in overleg met hen, daadwerkelijk uit te voeren in plaats van de klok terug te draaien en over de hoofden van de vrouwen heen uit te maken wat goed en slecht is. En mensenhandel, dwang en geweld? Keihard aanpakken. Een overheid die er niet in slaagt vrouwenhandelaren aan te pakken en vrouwen te vrijwaren van dwang en seksueel geweld, moet de schuld niet afschuiven op feministen.
99% is het zat. Punt.
Een hele winter zeggen ze het vol te willen houden, de bezetters van het Amsterdamse Beursplein. Na tien dagen actievoeren is er een Occupy mini-maatschappij ontstaan, met een taakverdeling, regels (voorzichtig met alcohol en drugs, om 01.00u ’s nachts letterlijk onder zeil, etc), afspraken, buitenlandse gasten die gezellig in klaarstaande tentjes meeliften en voorzieningen als een kachel, een eettent, een bibliotheekje, een verkleedtent, een slaaptent en een informatiebalie met discussieruimte. ’s Nachts waken zogeheten peacekeepers over de veiligheid van de Beurspleinslapers. Elke avond half 7 is er een General Assembly waar van alles aan de orde kan komen. Om de activisten (waarom heten ze hier geen rebellen of opstandelingen?) en andersglobalisten vanuit het buitenland van dienst te zijn, kunnen talenknobbels zich aanmelden om discussies simultaan te vertalen. Een oudere dame komt een zak dikke truien brengen, een oudere heer neemt foto’s. ‘Wie weet ontstaat hier iets blijvends,’ zegt een van hen, ‘dan gaat het om een historisch moment.’