Geen categorie
Simpel switchen bij Werkdag BV
geschreven voor Movisie, Waardevol werken, 2022
Zorgorganisatie Werkdag BV is ruim tien jaar geleden opgericht vanuit SW-bedrijf Paswerk. Doel was om medewerkers te begeleiden die vastliepen in de sociale werkvoorziening. Het aanbod is inmiddels uitgebreid. Mensen met een verstandelijke beperking kunnen er terecht voor arbeidsmatige dagbesteding. Cliënten uit de ggz kunnen er begeleid worden richting arbeidsparticipatie. Voor de gemeenten Haarlem en Zandvoort ging Werkdag BV ook mensen met multiproblematiek begeleiden die lange tijd in de bijstand zitten. ‘Er ontstond een hele gemengde doelgroep,’ zegt manager Hubert-Jan With. De gedachte achter Werkdag BV is mensen met werk een zinvolle daginvulling te bieden en tegelijkertijd problemen op te lossen. Hubert-Jan With: ‘Door te werken ben je niet 100% van de tijd met je problemen bezig. Veel mensen willen én kunnen werken. Zij ervaren echter belemmeringen op verschillende vlakken om dat ook daadwerkelijk te doen.’
Zorgorganisatie
Formeel is Werkdag BV een zorgorganisatie, gefinancierd met Wmo-gelden (49%), uit de Wlz (18%) en Participatiewet (22%) en door onderaanneming (11%). Feitelijk biedt de organisatie zowel Wmo-zorg als ontwikkel- en arbeidsparticipatietrajecten. In 2021 maakten 234 mensen daar gebruik van. Het gaat om zijn werkzoekenden in de regio’s Zuid-Kennemerland en Haarlemmermeer met afstand tot de arbeidsmarkt, een beperking of persoonlijke problematiek, met of zonder een uitkering. Zij melden zichzelf aan bij Werkdag BV of komen er via ouders, zorgorganisaties, sociaal wijkteams, klantmanagers, Speciaal Onderwijs, Paswerk, Pasmatch, politie, het UWV of re-integratiebedrijven.
Werkdag BV biedt Waardevol Werk, arbeidsmatige dagbesteding, scholing, talentontwikkeling en jobcoaching naar betaald werk en heeft werkervaringsplekken. Tijdens het ontwikkeltraject werken kandidaten 20 uur per week en ze hebben vier uur les. Een match met een werkgever moet passend zijn, dat wil zeggen dat het werk voor beide partijen ‘winst’ oplevert. Er zijn zeven locaties: Werkdag BV in Cruquius, De Verbeelding op twee locaties in Zandvoort, de Snuffelmug op twee locaties en Buurtbedrijf in Haarlem Noord en de Waardevol 3D Werkplaats in de Waarderpolder.
Wensen mensen centraal
Begeleiders bespreken met kandidaten hun ambities en mogelijkheden en gaan daarna direct aan de slag. Daarbij staan de wensen van de aspirant-medewerkers centraal, niet de regelingen, financieringsmogelijkheden of ‘het systeem’. Wanneer problemen opduiken, pakt Werkdag BV die gaandeweg aan. Hubert-Jan With: ‘Het is niet erg als je even terugvalt, we geven niemand op. Ook mensen uit de dagbesteding zijn hier medewerkers.’ Is iemand toe aan regulier werk, dan zoekt Werkdag BV een geschikte werkgever/passende match en biedt vervolgens jobcoaching. Er zijn voldoende werkgevers die bereid zijn Werkdag-kandidaten in dienst te nemen. ‘Ons netwerk van werkgevers is de laatste jaren steeds groter geworden.’
Aan plaatsing zitten echter nog altijd haken en ogen. Hubert-Jan With: ‘Bijstandsgerechtigden kunnen bijvoorbeeld vijf jaar in het doelgroepenregister zitten maar hebben slechts drie jaar recht op bekostiging van een jobcoach. NUG’gers zitten niet in het doelgroepenregister en kunnen geen gebruik maken van instrumenten als jobcoach of de no riskpolis. Als iemand regulier geplaatst is, houdt de begeleidingsvraag niet altijd op. Kwetsbaarheden blijven meestal bestaan. Zo nodig moeten er langer dan drie jaar middelen beschikbaar zijn voor een begeleider en/of jobcoach.’
Hopeloos ingewikkelde administratie
Een kandidaat op een werkervaringsplek krijgt €1 per uur naast de bijstandsuitkering. Hij/zij mag maximaal €145 per maand bijverdienen. De werkgever betaalt in deze periode €2 per uur, voor reiskosten van de kandidaat. Na uiterlijk een jaar moet de werkgever de medewerker in dienst nemen of stoppen. ‘Werkgevers laten mensen geen jaar werken als ze niets aan hen hebben.’ Een match is voor reguliere werkgevers passend als zij niet meer dan de loonwaarde hoeven betalen en een no-riskpolis kunnen afsluiten. ‘Dat betekent constant rekenen na plaatsing. Als iemand 8 uur bij de HEMA werkt, ontvangt hij/zij voor dat deel salaris, aangevuld met een uitkering. Dat moet worden verrekend met de uitkering. Als de situatie fluctueert wordt het administratief hopeloos ingewikkeld. Onze mensen kunnen dat zelf niet overzien en worden al snel verdacht van fraude als iets niet lijkt te kloppen.’ Een oplossing zou zijn mensen te vertrouwen en, als daar aanleiding voor is, de bewijslast voor mogelijke fraude bij de gemeente te leggen.
Jongeren uit het VSO hebben bij het verlaten van de opleiding geen recht op een participatie-uitkering. Gaan zij van school af voordat zij 18 zijn, is er geen financieringsmogelijkheid voor ondersteuning. ‘Juist de jongeren met de grootste problemen blijven verstoken van hulp.’ Met een betaalde (deeltijd)baan kan een medewerker uitkomen op minder dan de uitkering met toeslagen en €145 bijverdiensten. ‘Een jongen met een uitkering van UWV verloor door bijverdienen zijn huurtoeslag. Dat was funest voor zijn motivatie. Omdat hij netto minder te besteden had, bouwde hij schulden op. Betaald werk moet lonen. Laat beleidsmakers een flexibele oplossing vinden voor de armoedeval. Ook moeten mensen kunnen switchen tussen werk en dagbesteding. Bouw een time-out in als die nodig is en zorg voor doorlopende bestaanszekerheid.’
‘Dankzij Hubert-Jan heb ik weer een bestaan. Werkdag BV raapte me op.’
Een enorme berg schulden
Wil (62) is sinds drie jaar ervaringsdeskundig medewerker bij Werkdag BV. ‘Ik deed vóór 2004 productiewerk en schoonmaak maar werd ziek. Terwijl ik voor m’n kinderen moest zorgen. Na m’n scheiding kwam ik met een enorme berg schulden te zitten. Ik was zeven jaar dakloos zonder uitkering en had geen ID-kaart. Ik kon niet bij m’n dochter wonen anders verloor zij haar kinderkorting. Niemand hielp me, ik wilde niks en zag het leven niet meer zitten. Ik had geen vertrouwen meer in de overheid. Tot ik met Hubert-Jan in contact kwam: dankzij hem heb ik weer een bestaan. Werkdag BV raapte me op. In augustus 2020 kreeg ik een woning. Werkdag BV hielp me bij persoonlijke problemen en bood me werk via Snuffelmug in Haarlem. Nu doe ik vijf dagen per week administratief werk bij Werkdag BV in Cruquius. Ik maak de vervoersroosters, doe de automatisering, etc. Ik werk zelfstandig, Hubert-Jan begeleidt me. Het is arbeidsmatige dagbesteding, met een bijstandsuitkering van de gemeente. Ik hoef vanwege m’n leeftijd niet meer te solliciteren. Bovenop m’n uitkering krijg ik een vrijwilligersvergoeding van €1 per uur. De gemeente laat me gelukkig met rust. Als ik naar een andere baas zou moeten, zou ik niet gaan. Ik heb het hier naar m’n zin. Ook mijn twee dochters werken hier nu. Een van hen werd in 2004 ontslagen bij het SW-bedrijf omdat ze niet aan de eisen voldeed. Werkdag BV bestond toen nog niet. Zij kreeg een kind en zat zestien jaar thuis.’
(Ont)schotten
Tussen zorg en (arbeids)participatie zitten nog altijd schotten. Hubert-Jan With: ‘Gemeente Haarlem en Zandvoort knippen mensen en geldstromen op waardoor integraal zicht op het geheel ontbreekt. Wij als zorgorganisatie zouden klanten niet naar een baan toe kunnen leiden. Werkdag BV begeleidde in 2021 echter 23 mensen naar betaald werk, in 2018 waren dat 25 mensen, in 2019 18 mensen en in coronajaar 2020 4. Moeten mensen in hun hok blijven omdat Werkdag BV geen participatiebedrijf is en de gemeente geen eigenaar kan zijn van een zorgorganisatie (de Wlz wordt uitgevoerd door zorgverzekeraars)? Door die schotten mag Hubert-Jan Wil niet helpen bij het oplossen van haar problemen. ‘Omdat ondersteuning niet hoort bij dagbesteding wordt een ambulant hulpverlener van MEE ingevlogen, terwijl het goedkoper is als ik het doe. Een andere medewerker van ons moest worden opgenomen in de ggz, maar kon deels doorwerken. Niemand zorgde echter voor vervoer naar het werk, dus deed ik dat zelf. Zonder financiering, want er was geen indicatie voor vervoer…’ Schotten maken de uitvoering van de ontwikkel- en participatietrajecten lastig. ‘Iemand als Wil was niet gekomen waar ze nu is zonder intensieve begeleiding.’
https://www.movisie.nl/artikel/maak-kennis-hoe-werkdag-bv-simpel-switcht
Drie gemeenten zoeken de randen op
‘Velen schrijven zichzelf af. Dat doen wij niet’
in: SW-Journaal mei 2022
Een aantal gemeenten zoekt de randen van de Participatiewet op. Oude IJsselstreek, Zutphen en Molenlanden stellen ontwikkeling boven uitstroom, en meedoen boven regels. Deze gemeenten experimenteren met maatschappelijke banen. SW-Journaal praat met hen over anders werken en innovatie.
Uitkeringsgerechtigden afschrijven voor de arbeidsmarkt, dat is afgelopen in Oude IJsselstreek, Zutphen en Molenlanden. Ook hanteren ze niet langer labels als ‘arbeidsongeschikt’, ‘NUG’ger’ of ‘verstandelijk beperkt’. De drie genoemde gemeenten ondersteunen inwoners met en zonder uitkering of indicatie. Hun wensen zijn het vertrekpunt, niet de wet- en regelgeving.
Moeilijke persoonlijke omstandigheden
‘We gaan in zee met iedereen die iets wil doen,’ zegt Jan-Peter van Zoelen, beleidsadviseur in Molenlanden. ‘Van schoolverlaters en inwoners met een verstandelijke beperking tot vluchtelingen. Vaak gaat het om mensen zonder veel eigenwaarde die leven in moeilijke persoonlijke omstandigheden, zoals verslaving, ziekte, psychische problemen, schulden of een detentieverleden.’
Van Zoelen is een van de drijvende krachten achter participatietraject ‘Jij bent in Beeld’, dat in 2017 startte als pilot in de Zuid-Hollandse gemeente Molenlanden (op 1 januari 2019 ontstaan uit een fusie van Molenwaard en Giessenlanden; de gemeente telde op 31 januari 2022 44.660 inwoners). Tot eind 2021 doorliepen 171 Molenlanders het traject, dat plaatsvindt in het plaatselijke multifunctioneel gebouw Pand 83. Zorgaanbieder Philadelphia begeleidt de participatietrajecten in opdracht van de gemeente.
‘Jij bent in Beeld’ begint met een gesprek: ‘Wat zijn je talenten, wat wil je leren en wat doe je het liefst?’ Dan volgt de training ‘Sociale- en werknemersvaardigheden, gezondheid en bewegen’. Hierna bekijken de organisaties waar de deelnemers staan en hoe ze het beste verder kunnen gaan, bijvoorbeeld met een vakopleiding, stage, vrijwilligersplek of proefplaatsing. Een participatie- en eventueel vervolgtraject leidt altijd tot een portfolio.
Netwerk
Om de volgende stap te kunnen zetten, vormt ‘Jij bent in Beeld’ een netwerk van professionele en vrijwilligersorganisaties, private en publieke samenwerkingspartners, waaronder Avres, SW-bedrijf en sociale dienst . Jan-Peter van Zoelen vindt het bijzonder dat zoveel mensen in Molenlanden zich inzetten voor de ontwikkelmogelijkheden van inwoners die participatie niet op eigen kracht voor elkaar krijgen. ‘Het hele lokale netwerk doet mee om hen intensieve aandacht, training en begeleiding te bieden. Gemeente, welzijnsorganisaties, middenstanders en werkgevers werken gelijkwaardig samen.’
Op basis van iemands portfolio, wensen en mogelijkheden legt een (externe) ‘ambassadeur Bedrijven’ contact tussen de deelnemer en een van de partners in het netwerk. Behalve bij plaatselijke werkgevers kunnen deelnemers aan ‘Jij bent in Beeld’ waardevol werk verrichten in Pand 83. Hier bevinden zich een kringloopwinkel, arbeidsmatige dagbesteding in een lunchroom, Vluchtelingenwerk en ontmoetingsplek Huis van de Waard .Bovendien is met afvalverwerker Waardlanden onlangs een ‘kringloopplein’ in gebruik genomen waar bewoners artikelen inleveren voor hergebruik of recycling en waar de deelnemers eventueel ook aan de slag kunnen.
Jan-Peter van Zoelen: ‘Iedereen is van waarde en kan bijdragen aan de samenleving. En de werkzaamheden dienen nog duurzaamheidsdoelen ook.’ Als dat nodig is, worden de deelnemers ondersteund door een zorgaanbieder. De gemeente Molenlanden betaalt zowel het participatietraject als de bemiddeling naar werk.
Complete participatieketen Zutphen
Ook in Zutphen geeft een netwerkorganisatie gestalte aan een complete participatieketen: van (arbeidsmatige) dagbesteding en beschutte werkplekken tot werkervarings- en reguliere werkplekken. Het doel is dat inwoners eenvoudig in-, door of uitstromen, zodat iedereen naar vermogen kan meedoen. ‘Mensen aan de onderkant van de Participatiewet zitten dicht aan tegen cliënten uit de dagbesteding,’ zegt wethouder Laura Werger. ‘Tussen Participatie en Wmo hoeft echter geen schot te zijn. Wij hebben regelingen en financieringen samengevoegd en bieden groepen die tot 2015 toegang hadden tot de Wsw een nieuw perspectief. Het gaat om mensen met een ggz-achtergrond of een detentieverleden en om inwoners die vaak van generatie op generatie in de bijstand terechtkomen. Velen schrijven zichzelf af. Dat doen wij niet.’
Zorgaanbieders, scholen, werkgevers en de gemeente Zutphen werken samen om deze doelgroepen ontwikkelkansen te bieden. Matz CarWash (bekend van de wasstraat op tv, red.), de dagbesteding, maatschappelijk ondernemers duurzaamheid, het praktijkonderwijs en anderen tekenden begin 2022 een samenwerkingsovereenkomst voor een nieuw sociaal ontwikkelbedrijf Opmars. Dat heeft een fysieke locatie in de vorm van een gebouw van zorgaanbieder IJsselzorg. ‘Het pand is echter vooral een terugvalplek voor mensen die extra zorg of scholing nodig hebben,’ zegt Laura Werger. ‘In het netwerk van partners daaromheen zetten zij eventuele volgende stappen. Op de ene plek krijgt iemand training, op de andere een stageplek of baan.’
Traploze arbeidsmarkt in Oude IJsselstreek
Ook de gemeente Oude IJsselstreek (Gelderland, 40.000 inwoners) kent geen bak ‘onbemiddelbaar’ meer. Zit een klassieke baan er niet in, dan telt onbetaald werk, een stage, vrijwilligerswerk of ondernemen naar vermogen óók. Participatie is meer dan betaald werken, vindt de gemeente. Het liefst zou Oude IJsselstreek iedereen die op de ene of andere manier werkt zelfs een arbeidsovereenkomst en een salaris geven in plaats van een uitkering. Sinds begin 2021 heeft Oude IJsselstreek één loket voor inkomen, arbeidsre-integratie, loopbaanbegeleiding en schuldhulp: participatiebedrijf STOER. ‘Mensen zijn één geheel, ze zijn niet op te splitsen in delen,’ zegt burgemeester Otwin van Dijk. De gemeente zoekt contact met alle bijstandsgerechtigden. ‘Niet om hen achter de broek te zitten, te controleren of onder druk te zetten, maar om te kijken wat helpt om hen mee te laten doen. We willen een vertrouwensband met inwoners opbouwen. Vanuit vertrouwen in plaats van controle is er meer mogelijk. Om inwoners die vaak langdurig niet hebben geparticipeerd te overtuigen van hun mogelijkheden, is juist dat vertrouwen nodig. Het duurt even voordat iemand zelf gelooft in eigen kunnen: “Wie zit er nog op mij te wachten? Ik kan het toch niet…” Wel dus!’ De loopbaanbegeleiders vermijden het woord ‘plicht’. De gemeente verwacht alleen wederkerigheid van hen.
Oude IJsselstreek brengt werkzoekenden het liefst direct in contact met werkgevers. Eerst een training, een indicatie voor dagbesteding of beginnen in een SW-bedrijf vindt de gemeente ‘een omweg’. Otwin van Dijk: ‘Er zijn best werkgevers die willen werken met inwoners die niet volledig inzetbaar zijn of een gebruiksaanwijzing hebben. Als werkgevers zeggen dat ze hen alleen met loonkostensubsidie in dienst willen nemen, houden wij afstand.’
In 2021 ging al tien procent van de bijstandsgerechtigden betaald aan de slag, in een beschutte omgeving en in eigen tempo. Bij scholen, in het MKB en het ziekenhuis. Naast reguliere banen creëert Oude IJsselstreek maatschappelijke banen. Zo kunnen mensen bijvoorbeeld in de wijk aan de slag als ‘buurtversterker’. Bijstandsgerechtigden die gaan werken kunnen switchen tussen (arbeidsmatige) dagbesteding, beschut, vrijwilligers- of regulier werk én terug als dat nodig is. Een ‘traploze arbeidsmarkt’ noemt de gemeente dat.
Stelselherziening
De Participatiewet hindert gemeenten die met zo min mogelijk hokjes, regels en bureaucratie willen werken. Oude IJsselstreek is er helder over: ‘De huidige Participatiewet deugt niet,’ zegt burgemeester Otwin van Dijk. ‘Alleen al de manier van handhaving en sanctioneren van inwoners in de wet staan haaks op onze visie en werkwijze. Ook het duwen en trekken aan mensen om hun uitkering te beëindigen zoals de wet voorschrijft, werkt averechts.’ Om te voorkomen dat mensen minder te besteden hebben wanneer zij gaan werken (beter bekend onder de naam ‘armoedeval’), is bovendien een stelselherziening nodig, vindt Oude IJsselstreek.
Zutphens wethouder Laura Werger hekelt vooral de ‘aanvliegroute’ die uitvoerders van de Participatiewet moeten nemen. ‘De kostendelersnorm en het aantal weken dat jongeren een baan moeten zoeken voordat ze bijstand mogen aanvragen, gaan te veel uit van wantrouwen.’ Daarnaast knelt de financiering van participatie: ‘Er is meer budget nodig om intensief met (langdurig) werkelozen in gesprek te gaan, uit te vinden wat zij willen en kunnen. Ook is meer ruimte nodig om geldzorgen, opvoedingsproblemen, gezondheidsklachten of verslaving aan te pakken. Als hun zorgen verminderen en problemen worden opgelost, kunnen we hen beter richting arbeidsmarkt begeleiden.’
Ook ontbreekt volgens Laura Werger een landelijke visie op het sociaal domein. ‘De Jeugdwet en de Wmo worden door een ander ministerie aangestuurd dan de Participatiewet. Zij sluiten niet op elkaar aan.’ In plaats van in te zetten op preventie, worden zorgaanbieders gefinancierd op basis van aantallen cliënten. Gemeenten worden afgerekend op basis van het aantal uitkeringsgerechtigden dat uitstroomt. Daardoor blijven de kwetsbaarste mensen aan de kant staan, vindt de gemeente Zutphen. ‘Wij willen integraal beleid uitvoeren en maken een maatschappelijke kosten-batenanalyse,’ aldus Werger. ‘Laat die MKBA leidend zijn voor de financiering van gemeentelijke taken in het sociaal domein. Laat mensen een gevoel van eigenwaarde terugvinden door hen te helpen zodat zij duurzaam kunnen uitstromen naar werk.’
Anders financieren
De gemeente Molenlanden wil het roer om wat de financiering van participatie betreft. ‘Er worden landelijk miljarden en regionaal miljoenen (aan)besteed aan re-integratie via Participatiewet en UWV,’ stelt Jan-Peter van Zoelen. ‘Desondanks zitten heel veel kansarme inwoners zonder waardevol werk thuis op de bank. ‘Zij worden afgeschreven of vragen te veel intensieve aandacht, die organisaties zoals het SW-bedrijf en het UWV niet kunnen geven. De gemeente financiert “Jij bent in Beeld” voornamelijk uit eigen middelen. UWV draagt financieel slechts mondjesmaat bij en ook SW-bedrijf Avres heeft te weinig middelen voor een initiatief als het onze.’
Dat moet anders, vindt Van Zoelen, en dat moet ook dichterbij: ‘Waarom bundelen we de zorg- en re-integratiebudgetten niet in lokale ontwikkelbedrijven? Daar werken inwoners en lokale partners samen en kunnen we onze doelgroep intensief ondersteunen in hun ontwikkeling en bij het doen van waardevol werk. Dat is effectiever dan geld verspillen aan grote, logge organisaties op afstand.’
Een ander punt is dat de baten van arbeidsparticipatie van bijstandsgerechtigden nu meestal niet terechtkomen bij de gemeenten die hier kosten voor maken. Vooral het Rijk, zorgverzekeraars of woningcorporaties profiteren van de inzet van buurtversterkers, kringloopwinkelmedewerkers en anderen die van waarde zijn in de lokale gemeenschap. Komen baten als een betere gezondheid ten goede aan gemeenten, dan worden maatschappelijke banen voor hen goedkoper dan een uitkering. En kunnen ook inwoners voor wie een betaalde baan een brug te ver is een arbeidsovereenkomst en een salaris krijgen.
Mentoren geven leerlingen met achterstand steuntje in de rug
De coronapandemie, de lockdown en langdurig thuisonderwijs in 2020 eisen hun tol. Vooral in het voortgezet onderwijs haken veel leerlingen af. Zij zitten niet lekker in hun vel, zijn moeilijk te motiveren voor school en lopen fikse achterstanden op. Omdat niet ieder gezin de schade van de pandemie zelf kan herstellen, versterkt die ook de kansenongelijkheid tussen kinderen. De demissionaire onderwijsministers stelden in 2020 5,8 miljard beschikbaar voor het wegwerken van corona-achterstanden in het primair en voortgezet onderwijs. Door de werkdruk en het lerarentekort kost het scholen grote moeite al dat extra geld te besteden.
Leerlingen extra aandacht geven als die nodig is, hoeven scholen echter niet alleen te doen. Mentorprojecten bieden kinderen thuis een-op-een-begeleiding en helpen een handje.
Leerkrachten en commerciële bijlesbureaus werken niet als enigen aan het verminderen van leerachterstanden. Ook mentoren, als vrijwilliger verbonden aan mentorprojecten, doen dat. Mentoren zijn er bovendien ook voor mensen met een kleine beurs. School’s cool is een van die mentorprojecten. School’s cool staat al bijna 25 jaar voor gelijke kansen voor ieder kind. De stichting koppelt jaarlijks rond 1200 mentoren in het hele land aan leerlingen die een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld omdat hun ouders die de Nederlandse taal onvoldoende spreken, hen niet kunnen helpen met school. School’s cool heeft momenteel 33 vestigingen in Nederland en wordt gefinancierd door gemeenten, fondsen, donateurs als Stichting Kinderpostzegels en soms een kleine eigen bijdrage van ouders. In 2020 ontving School’s cool bovendien een schenking van de Vriendenloterij. Elk kind heeft recht op goed onderwijs in de aanloop naar een latere loopbaan en succesvol meedoen in de samenleving, zo is de overtuiging van het mentorproject.
Mentoren helpen leerlingen tussen 10-18 jaar wekelijks met wat maar nodig is. Van motiveren voor school, plannen, woordjes leren tot het betrekken van ouders bij de school. Bij mentoraten gaat het allereerst om het ondersteunen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en om het vergroten van hun zelfvertrouwen. Van daaruit kan worden gewerkt aan het verminderen van een eventuele cognitieve achterstand. Ook gaan mentoren er met kinderen op uit als zij van huis uit geen uitstapjes maken. Hun inzet heeft positieve gevolgen voor het welbevinden van de leerlingen, hun motivatie voor en plezier in onderwijs, concentratie, omgang met andere kinderen, mondigheid en zelfstandigheid.
Om de kwaliteit van het mentoraat te waarborgen zorgt School’s cool voor een goede match tussen mentoren en mentees en voor coaching van de vrijwilligers. Uit onderzoek blijkt een zorgvuldig opgebouwde relatie een belangrijke succesfactor voor een geslaagd mentoraat te zijn. Hoewel veel mentoren hoogopgeleid zijn en zelf afkomstig uit het onderwijs of de sociale sector, zijn zij immers geen professionals.
School’s cool werkt in heel Nederland samen met scholen, die leerlingen aanmelden voor een mentoraat. Daarnaast werkt de stichting samen met de gemeente en zorgverleners. Ook hulpverleners kunnen naar School’s cool verwijzen. Omdat mentoren achter de voordeur komen, zien of ervaren zij als er meer aan de hand is dan achterstand. Door intervisie en professionaliseringsbijeenkomsten weten zij hoe te handelen in dergelijke situaties.
In 2020 formeerde School’s cool een wetenschappelijke denktank, met onderzoekers van verschillende Nederlandse universiteiten. De wetenschappers kijken vanuit hun expertise op het gebied van mentoring, onderwijs en opgroeien hoe School’s cool zich verder kan ontwikkelen. Hoe kunnen aan school gerelateerde projecten als School’s cool kansen van kinderen helpen vergroten en achterstand van leerlingen voorkomen? In welke mate dragen mentoraten bij aan het welbevinden en de resultaten van leerlingen?
De inzet en persoonlijke aandacht van mentoren blijkt in de praktijk te voorkomen dat leerlingen stoppen met school of in latere jaren doubleren. Ervaringen in het land laten zien dat kinderen met een mentor soms instromen op een hoger niveau dan het basisschooladvies, minder ‘afstromen’ in het voortgezet onderwijs en een beter toekomstperspectief hebben. Of dat nu met succes afronden van de middelbare school is, een vervolg- of beroepsopleiding of beginnen in een baan.
Een-op- een-begeleiding thuis betekent ook persoonlijk contact met ouders, iets dat scholen niet altijd hebben en kan leiden tot grotere ouderbetrokkenheid.
De vrijwilligers van School’s cool hebben hart voor de zaak. Ook tijdens de lange lockdown lieten veel mentoren ‘hun’ leerlingen niet in de steek. De beloning is geen geldelijk gewin maar een gelukkiger kind. Scholen, maak gebruik van de buitenschoolse mentoraten en werk samen aan gelijke kansen voor ieder kind.
Hanneke Hurkmans (1948-2021) lived her life
Feest in heaven?!
[Lees meer…] overHanneke Hurkmans (1948-2021) lived her life‘Abortus moet helemaal uit het strafrecht’
Gunilla Kleiverda werkte dertig jaar in het5 Flevoziekenhuis en twintig jaar voor Women on Waves. Nu gaat de gynaecoloog-met-een-missie met pensioen. Hoe is het anno 2021 met ‘baas in eigen buik’? ‘Abortus moet een reguliere medische behandeling worden. De vrouw beslist, de abortuspil bij de drogist.’
Algemeen Dagblad 14 september 2021
[Lees meer…] over‘Abortus moet helemaal uit het strafrecht’