In de Rotterdamse deelgemeente Hoogvliet wordt een kaal grasveld waar niets gebeurde omgetoverd in een mooie gemeenschapstuin. Wat zijn de mogelijkheden van sociaal groen in de wijk? [Lees meer…] over‘De Sociale dienst moet het kantoor uit en meedoen in de wijken!’
Enge moslims in bij elkaar gezworven verhalen
Café Mogadishu is volgens de uitgever een ‘verontrustend boek’ over de islamisering van Nederland. De verhalen zijn echter zo onzorgvuldig bij elkaar geraapt, dat de boodschap vervliegt. [Lees meer…] overEnge moslims in bij elkaar gezworven verhalen
Uit de lucht, in de trein
Ruim een half jaar geleden is de (peperdure) hogesnelheidslijn van Amsterdam richting Brussel-Parijs geopend, de HSL-Zuid. De exploitant van de treinen die over de HSL-Zuid (gaan) rijden is de HSA, de High Speed Alliance, een samenwerkingsverband van de NS en KLM (10%). Zowel de nieuwe trein Fyra (tot Rotterdam) als de Thalys (tot Parijs) rijden nu over het traject. Nog niet op topsnelheid, maar wel een stuk sneller dan de Thalys op het oude spoor reed.
Ondanks deze HSL vliegt de KLM nog dagelijks vijf keer heen en weer tussen Amsterdam en Brussel. Elke dag. Tussen Amsterdam en Parijs gaan dagelijks rond de honderd vluchten, van meerdere luchtvaartmaatschappijen.
De reiziger kan dus nog altijd ruim kiezen tussen het spoor en het vliegtuig, op prijs, tijd, comfort of andere redenen. Was het niet de bedoeling dat het vliegverkeer op de korte afstanden zouden worden vervangen door reizen over het spoor, om de milieubelasting van het vliegen terug te dringen? Als ik het mij goed herinner, werd in de jaren negentig, toen nog volop werd gediscussieerd over uitbreiding van luchthaven Schiphol met een vijfde baan, beloofd dat korte vluchten, zoals tussen Amsterdam en Brussel, gestopt of zelfs verboden zouden worden zodra de hogesnelheidslijnen de vervoersvraag konden overnemen. De vijfde baan was immers een ‘milieubaan’.
Nu blijkt de exploitatie van de Fyra en Thalys treinen verliesgevend te zijn. Deze week stonden cijfers in de krant over een gemiddelde bezettingsgraad van de Fyra van 8,5%. Die van de Thalys wil de NS niet openbaren. De KLM neemt deel in de HSA. Misschien is het moment aangebroken de belofte, van politieke en luchtvaartbestuurders, in te lossen de reizigers ‘uit de lucht’ te halen en een snelle en betaalbare rit over het hogesnelheidsspoor aan te bieden?
Not in their front garden
Toegegeven. Het lijkt sterk op het NIMBY-syndroom. Honderden verontwaardigde bewoners die zich, in meerderheid, komen uitspreken tegen een ongewenste voorziening in hun buurt. Maar toch ook weer niet. Het gaat niet om een inloophuis voor een groep waarvan men overlast vreest, maar om op zichzelf mooie kunst van een gerenommeerde Franse kunstenaar, die grote werken heeft gemaakt voor o.a. Tokyo, Parijs, Brussel en Bilbao. Een prachtig cadeau voor de buurt eigenlijk. De kunstenaar, Daniel Buren, heeft in opdracht van het Amsterdamse stadsdeel Zeeburg (weer) een kunstwerk met allure ontworpen, dat tot ver in het buitenland de aandacht zal trekken. Het bestaat uit zestig masten met kleurige windvanen in de top, die – geluidloos, zo wordt beloofd – zullen bollen, deinen en draaien in de wind. Locatie: het Java-eiland, een voormalig verlaten en winderig industrie- en haventerrein, dat in de jaren negentig mondain is bebouwd, volgens een prachtig stedenbouwkundig plan en met architectuur van Sjoerd Soeters. Een komt het zien eiland, een aanwinst voor Amsterdam. Vanaf het begin was er een kunstenplan voor het Java-eiland. De masten van Buren, een monumentale ode aan de elementen, zijn de finishing touch van dit plan.
De buurt komt echter in opstand tegen het kunstwerk. Er zijn voorstanders, maar de meeste mensen die op de door Zeeburg belegde informatieavond afkomen, zijn tegen. Luidkeels. De anarchie van de jaren zeventig en tachtig herleeft op dit destijds door stadsnomaden, ‘fools’ van het Azart ship en krakers van Het einde van de wereld bevolkte Java/KNSM schiereiland. Men vindt het kunstwerk over het algemeen mooi. Maar niet op de plek waar het gepland is: in een parkstrook. En niet in die omvang. De witte masten van 13,5 m hoog, met windvanen van 4,5 m lang nemen het park van de gebruikers af en zullen een dominante blikvanger zijn in een gebied dat toch al zo in de prijzen valt en veel bezoekers trekt. Het park is populair. Op de eerste warme dag liggen er direct tientallen handdoekjes en worden picknickmanden uitgepakt, van mensen uit de wijde omtrek. Kinderen spelen en voetballen er, of drogen er op na een frisse duik in het Binnen-IJ. Het kunstwerk is megalomaan, te veel en te druk in dit dichtbebouwde stuk met duizenden bewoners en veel passanten. Het ontneemt het zicht op de afwisselende en bonte architectuur van de huizenblokken. Het kunstwerk To see which way the wind blows past beter op een nog onbebouwd punt als de Kop van het Java-eiland of als markering van een van de oevers van IJ-burg. Not in the front garden op de al zo rijkelijk met schoon bedeelde eilanders.
Kerstening
In Nederland liggen niet alleen (vreselijke) gebruiken als vrouwenbesnijdenis en uithuwelijking onder vuur, de islam is ook als godsdienst omstreden. Dat geloof zou niet thuishoren en niet passen in Nederland. Ik ben atheïst en vind de nadelen van godsdienst, of het nu om het christendom, het joodse geloof of de islam gaat, groter dan de voordelen. Maar het is in dit verband goed in herinnering te brengen dat Nederland, met ‘ons’ Indië, nog maar enkele generaties geleden een koninkrijk was met miljoenen moslims, toen vooral islamieten of mohammedanen genoemd. In plaats van zich aan te passen aan de tradities en identiteit van het gekoloniseerde land, hebben Nederlanders (en Portugezen) in Indië/Indonesia vroeger juist veel zendings- en missiewerk verricht, daar het christendom gebracht. Vanaf halverwege de 19de eeuw werd een deel van de archipel gekerstend, werden protestantse en katholieke kerkgenootschappen gesticht en overal kerken gebouwd. Niet alleen zogenoemde ‘heidense’ bevolkingsgroepen en gebieden kwamen voor kerstening in aanmerking, ook islamitische. In 1913 verkondigden christelijke volksvertegenwoordigers in het Nederlandse parlement dat ‘Javanen geen Islamieten waren maar heidenen die louter een paar Arabische formules konden herhalen’ (uit: dr. L. de Jong, Het koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, deel 11a). Toen deze uitlating in Indië/Indonesia bekend werd, deden volgens De Jong ‘de zotste geruchten’ de ronde, als zouden de Hollandse regenten de gehele bevolking dwingen het christendom te aanvaarden en bijvoorbeeld de bedevaart naar Mekka willen verbieden.
Is de angst voor christelijke overheersing van Ind/ones/iërs toen te vergelijken met de angst voor islamisering in Nederland nu? De angst misschien wel, maar één doorslaggevend verschil moeten we niet over het hoofd zien. Nederlanders brachten het christendom destijds vanuit een positie als koloniale machthebbers, het ‘gouvernement’ had het voor het zeggen in Indië/Indonesia. Nederlandse christenen wilden ‘heidenen’ bekeren. De spraakmakende moslims in Nederland nu zijn, overwegend, een zich emanciperende onderklasse, die hun eigen – en naar hun overtuiging ‘enig ware’ – geloof hebben meegebracht en gestalte willen geven. Imams en schriftgeleerden kunnen Nederlanders in preken ‘ongelovigen’ noemen, maar er zijn geen aanwijzingen dat moslims de Nederlandse bevolking willen islamiseren, hun geloof willen opdringen. Ze zijn ook niet in de positie om dat te doen. Nederlandse moslims vormen geen eenheid, ze zijn net zo divers als Nederlandse christenen. Moslimpartijen hebben nauwelijks aanhang, de Nederlandse Moslim Omroep is juist failliet gegaan, etc. Waarschijnlijker is dat zich steeds meer Hollands-islamitische varianten uitkristalliseren, die zich hier, mét hun kerkgebouwen, nestelen naast en tussen de vele andere kerkgenootschappen die Nederland telt. Daar zal (dus) ook de secularisering en ontzuiling toeslaan en de aanhang afkalven.
Ondanks vier generaties kerstening bleef het Christendom volgens historicus Lou de Jong in Nederlands-Indië ‘een randverschijnsel’: rond 1940 waren er 1,5 miljoen christenen, op een bevolking van 68 miljoen. ‘De Islam kon zich handhaven.’ Het Nederlandse christendom is, ook nu nog, verweven met het vorstenhuis en beschermd door de grondwet. Of het zich als organisatie en gemeenschap handhaaft, zal niet afhangen van de omvang van andere godsdiensten, maar van de eigen overtuigingskracht (en het zelfreinigend vermogen van de katholieke loot).
Betrouwbare mannen
Betrouwbaarheid van diensten van de overheid en van publieke diensten die de markt heeft overgenomen, is geen vanzelfsprekendheid meer. Het is afwachten of leerlingen goed onderwijs krijgen op het vmbo en mbo, een klacht in behandeling wordt genomen en TNT elke dag post bezorgt. Je kunt er niet van op aan dat de politie moeite doet een inbreker op te sporen en te pakken. Het is niet uitgesloten dat een slachtoffer van een misdrijf onverwacht oog in oog staat met de dader omdat hij/zij – al dan niet per abuis – is vrijgelaten.
Dat de brandweer minder wil uitrukken, is dan ook schrikken. Hoe belangrijk het is dat de brandweer (en datzelfde geldt bijvoorbeeld voor de ambulance) komt als mensen die nodig hebben, heb ik onlangs van nabij meegemaakt. Wat gaf het vertrouwen dat de mannen binnen enkele minuten voor de deur stonden, trefzeker deden wat ze moesten doen en betrokkene de verzekering gaven dat zij zich geen zorgen hoefde te maken!
Eigen verantwoordelijkheid en zelf voor preventie zorgen, zoals de brandweer burgers voorhoudt: zeker. Maar in noodsituaties moeten mensen de regie over hun veiligheid even uit handen kunnen geven. Zij (wij) moeten er dan op kunnen rekenen dat diensten als brandweer en ambulance daadwerkelijk in actie komen.